13 vragen aan Anton Arnold
1. Hoe kwam u voor het eerst in aanraking met EHBO?
“Dat was op mijn werk. Ik werkte als onderhoudsmonteur in een glaswolfabriek, waar me op enig moment een EHBO-cursus werd aangeboden. Nadat ik mijn diploma op zak had, kreeg ik een pieper waarmee ik in geval van nood werd opgeroepen. ”
2. Merkte u destijds al snel dat u gepassioneerd raakte voor hulpverlening?
“Ik vond het direct interessant, dat klopt zeker. Hulpverlening fascineert me. Ik hielp altijd al graag mensen, maar vanaf het moment dat ik als EHBO’er aan de slag ging, kon ik ook daadwerkelijk iets voor iemand betekenen. Daarvoor stond je erbij en keek je ernaar.”
3. U bent inmiddels ook alweer 46 jaar lid van EHBO-vereniging St. Damianus, waarvan 28 jaar als bestuurslid. Wat is uw geheim om het zo lang vol te houden?
“Binnen onze vereniging werken we in goede harmonie samen. Dat maakt dat ik er na al die jaren nog steeds plezier in heb. Niet geheel onbelangrijk, want het werk voor St. Damianus is grotendeels met mijn persoonlijke leven verweven. Verder heb ik van nature een groot verantwoordelijkheidsgevoel.”
4. Kwam uw EHBO-vrijwilligerswerk ook van pas tijdens uw werkzame leven?
“Absoluut. De ervaring die ik opdeed tijdens mijn werk bracht ik in de praktijk als vrijwilliger en vice versa.”
5. Hoe staat uw vereniging ervoor qua ledenaantallen?
“We mogen niet klagen. Steeds als zich acht belangstellenden aanmelden, dan starten we met een nieuwe EHBO-cursus. Gemiddeld houden we van die acht deelnemers zo’n drie mensen over op wie we ook later een beroep kunnen doen.”
6. Lukt het ook om voldoende jonge mensen aan te trekken?
“Jongeren melden zich wel aan voor onze cursussen, maar het is met name moeilijk om hen aan onze vereniging te binden en hen te motiveren om een herhalingscursus te volgen. Begrijpen doe ik het wel hoor; de jeugd van nu gaat immers langer naar school, waarna men vaak met z’n tweeën de kost moet verdienen. Dan blijft er simpelweg minder tijd over voor vrijwilligerswerk.”
7. Hoeveel uur bent u zelf per week met uw vrijwilligerswerk bezig?
“Dat varieert van circa twee tot tien uur per week. Nog niet zo lang geleden verhuisden we naar een nieuwe locatie, waarbij ik de taak had om het magazijn in te richten. Een dergelijke project kost vanzelfsprekend meer tijd, maar gelukkig kan ik mijn werkzaamheden zelf indelen.”
8. Die extra taak heeft vast te maken met uw rol als verbandmeester en AED-verantwoordelijke. Hoe kwamen die op uw pad?
“Ik was als bestuurslid al actief als verbandmeester, toen de AED in opkomst kwam. Met mijn technische achtergrond was ik de aangewezen persoon. Zo gebeurde het dat ik ook verantwoordelijk werd voor het periodiek controleren van de apparaten. Dankzij een actie die we hielden om lokale bedrijven een AED te laten sponsoren, zijn dat er overigens best een heel aantal.”
9. Voor uw ruime inzet voor de vereniging kreeg u afgelopen jaar een koninklijke onderscheiding. Voelt dat als een kroon op uw (EHBO)werk?
“In mijn woonplaats Dinteloord werden die dag drie inwoners gedecoreerd, waarvan ik één van de gelukkigen was. In de raadszaal van het gemeentehuis mocht mijn vrouw – in verband met de toen geldende coronamaatregelen – mijn onderscheiding opspelden. Onder toeziend oog van de burgemeester natuurlijk. Die erkenning voelt nog steeds als een absolute kroon op mijn werk.”
10. Welke gebeurtenis is u in al die jaren het meest bijgebleven?
“Een keer reed ik met mijn vrouw in de auto, toen een jongen met zijn bromfiets op de kruising gelanceerd werd. Zo’n tien meter verderop belandde hij in de middenberm. Ik stopte direct de auto en wilde beginnen met het verlenen van eerste hulp, toen de jongen ineens erg agressief werd. Ik besloot daarop versterking in te schakelen, terwijl ik het slachtoffer rustig hield door met hem in gesprek te blijven.”
11. En hoe kijkt u naar de toekomst?
“Je kunt simpelweg niet zonder EHBO. Vooral in kleine kernen is het werk van groot belang voor de leefbaarheid. Hoe de toekomst eruitziet, is echter toch wat onzeker. Nieuwe cursussen en actieve werving van de jeugd zullen moeten zorgen voor nieuwe aanwas.”
12. Wat moet er gebeuren om EHBO-werk meer onder de aandacht te brengen bij (jonge) mensen?
“Zonder meer; ik denk dat er winst valt te behalen door meer en betere voorlichting op middelbare scholen. Daarbij is het belangrijk om aan te sluiten bij de belevingswereld van deze doelgroep. Beseft de jeugd zich bijvoorbeeld voldoende dat er zonder EHBO geen festivals kunnen bestaan?”
13. Tot slot; hoe lang hoopt u zich nog in te kunnen zetten voor EHBO-vereniging St. Damianus?
“Zolang mijn gezondheid het toelaat, blijf ik mij inzetten voor EHBO en onze vereniging. Ik heb er nog altijd veel plezier in en als je iets doet wat je leuk vindt, dan vliegt de tijd voorbij.”