Anorexia op de basisschool
Extreme voedingshypes slecht voor kinderen
Eetstoornissen beginnen op steeds jongere leeftijd. Behandelingsklinieken krijgen aanmeldingen van kinderen tussen de acht en dertien jaar. Een van de redenen kan zijn dat kinderen al heel jong worden geconfronteerd met extreme voedingshypes. Wat te doen bij het vermoeden van een eetstoornis bij een kind, thuis of in de klas?
Lessen op de basisschool over gezond eten. Ouders die achter dieetgoeroes aanlopen en hun hele gezin health food voorzetten. Uitingen op social media en tv over 'eet en train je slank' en 'hoe word ik een top-model'.
Meer dan ooit worden kinderen geconfronteerd met het idee dat alles draait om het uiterlijk. Tien jaar geleden al wees onderzoek uit dat 70 procent van de dertienjarige meisjes aan het lijnen was. Soms obsessief. Het Nivel (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) constateert dat er steeds meer jonge anorexiapatiënten zijn. In 2015 zelfs al twee keer zo veel ten opzichte van 2012.
Zijn die er dan ook echt of melden ouders het gewoon eerder? Experts denken dat er een combinatie speelt: ouders gaan sneller naar de dokter én kinderen krijgen het eerder, bijvoorbeeld omdat de puberteit ook vervroegt. Een intensieve behandeling is belangrijk en kan vele jaren duren. Desondanks overlijdt 5 tot 10 procent van de patiënten met een eetstoornis aan de gevolgen van de ziekte. Dit is het hoogste sterftecijfer van alle psychiatrische aandoeningen.
Hulp zoeken
“Anorexia is vreselijk. Voldoende reden om bij een vermoeden al hulp te zoeken”, vindt psychologe Carolijn de Beij uit Smalle Ee (Frl.) Vanwege haar specialisatie behandelde zij geruime tijd vanuit haar eigen praktijk jongeren en volwassenen met eetstoornissen. “Ooit begeleidde ik een meisje met een zware vorm van anorexia. Zij was pas negen jaar oud.”
“We leven in een maatschappij waarin het uiterlijk enorm belangrijk is”, gaat De Beij verder. “Mijn dochter loopt stage in groep 3 van een basisschool. Bij de kerstviering kwamen alle meisjes – we hebben het over zesjarigen – met make-up op naar school. Tegenwoordig maken meiden in groep 8 zich vaak op en zijn kritisch op elkaars lijf. Door tv-programma’s en social media neemt de angst om dik te worden zorgwekkende vormen aan. Op een bril, beugel of rode haren word je tegenwoordig niet meer afgerekend, wèl op dikke billen. Door de media-aandacht voor overgewicht worden meisjes op de basisschool op het idee gebracht dat zij zelf ook kunnen lijnen en afvallen.”
‘Lijnen is stom’
Voor basisschoolkinderen én hun ouders schreef de psychologe het boekje: ‘Lijnen is stom!’ Het gaat over de tienjarige Karlijn uit groep 6 die erg onzeker is over zichzelf en net zo slank wil zijn als haar – veel langere – vriendinnetje. Bij haar pogingen om af te vallen, trapt ze in alle valkuilen die bij deze fase kunnen horen. Door steun van haar moeder krijgt ze meer zelfvertrouwen en ziet ze in dat lijnen niet nodig is maar verstandig eten wèl. Want als basisscholier is Karlijn nog volop in de groei. ‘Als je groter wordt en je zorgt dat je op hetzelfde gewicht blijft, gaat je gewicht steeds beter bij je lengte passen’, leert Karlijn.
De Beij: “‘Lijnen is stom!’ heb ik ook geschreven voor ouders. Zij kunnen met behulp van de informatie die ik geef, hun kind begeleiden bij het aanleren van een gezond eetpatroon en een positief zelfbeeld. Ik wil mijn jonge lezers meegeven dat ze goed zijn zoals ze zijn. En dat lijnen onverstandig en onnodig is.”
Maar waar houdt ‘gewoon’ lijnen op en begint een eetstoornis? “Vaak sluipt zo’n stoornis er geleidelijk in”, zegt De Beij. “Aanvankelijk hebben ouders het niet door. Misschien zijn ze zelfs wel blij dat hun kind verstandig eet. Ze vinden het knap dat dochterlief niet meer wil snoepen en alle suikerhoudende traktaties en chips afslaat. En dat ze in plaats van cola of limonade alleen nog maar water of thee zonder suiker wil. Dit alles past immers bij de huidige voedingsadviezen. Maar er zou een belletje moeten gaan rinkelen als je kind zich ook met jouw koop- en kookgedrag gaat bemoeien en met steeds meer voorwaarden komt: dat je bijvoorbeeld geen frietjes meer mag kopen en melk alleen nog maar mager mag zijn. En dat boter of margarine – op brood maar ook om in te bakken – uit den boze is.”
Actie ondernemen
Als ouders dergelijke signalen oppikken en ook merken dat hun kinderen tijdens gesprekken over voeding dóórslaan, moeten ze actie ondernemen. “Ook als je kind treuzelt of ‘speelt’ met het eten of trucs toepast om niet te hoeven eten: wacht niet tot zo’n fase vanzelf overgaat. Vroege behandeling is altijd beter dan wanneer een meisje al ver in het proces zit en gedwongen moet worden opgenomen en sondevoeding nodig heeft. Patiënten zèlf zien namelijk niet hoe ziek ze zijn en willen niet geholpen worden. Anorexia is een controleziekte en komt vooral voor bij perfectionistische, faalangstige mensen die zich goed voelen als ze ergens controle over hebben. Ze hebben dus een houding van: ‘neem mij dit niet af’.”
De Karlijn uit het boekje krijgt steun van haar moeder. Maar wat als een moeder zèlf gefocust is op calorie-arm eten en kleine porties omdat ze wil afvallen? Of als ze in de ban is van moderne health-goeroes? De Beij vindt dit gevaarlijk. “Volwassenen moeten doen wat ze zelf willen, maar door hun soms extreme levenswijze onthouden ze hun kinderen de nodige voedingsstoffen. Raw food (alles rauw) of healthfood als tarwegras, gojibessen en chiazaad zijn hypes. Want wat is er mis met onze gewone superfoods als boerenkool en blauwe bessen? En doe je alle zuivelproducten, vlees of brood in de ban, dan moet je echt op zoek naar volwaardige vervangers, omdat je kind anders gevaarlijke tekorten oploopt.”
Hoogopgeleid
Uit onderzoek blijkt, vertelt de psychologe, dat kinderen met aantoonbare voedseltekorten vooral uit gezinnen komen met hoogopgeleide ouders. In de Verenigde Staten en Italië zijn zelfs al kinderen overleden die door hun ouders veganistisch werden opgevoed. “Kinderen zelf vinden het vaak ook niet leuk om als lunch havermoutmuffins en boekweitpannekoeken mee te krijgen naar school. ‘Ik word uitgelachen’ hoorde ik eens een jongen tegen zijn moeder zeggen. ‘Geef me liever een gewone boterham mee.’
Bovendien bestaat het gevaar dat een basisschoolkind dat in een voedselharnas zit, op het voortgezet onderwijs een eetstoornis krijgt. Of het kind koopt en eet alles wat los en vast zit. Of zo'n kind ontwikkelt anorexia. Ouders zouden zich hiervan meer bewust moeten zijn.”