Blog: ‘AED daar red je levens mee’
De vraag is, wie is ‘je’.
“Nee”, krijg ik als antwoord op mijn vraag of dit even met spoed dichtgenaaid kan worden. “Pardon?”, reageer ik verontwaardigd. “Nee, ik heb geen tijd en het is niet zomaar de bedoeling als u hier om hulp vraagt, dat u ook direct wordt geholpen”, krijg ik als weerwoord. Toch was ik in de veronderstelling dat een losrakende rits van een schooltas van een beginnende puber een noodgeval is, waarbij je op z’n minst een hulpvaardige reactie verwacht en natuurlijk dat het euvel instant, direct, meteen wordt verholpen.
Zoals een EHBO’er die meteen zonder naar de klok te kijken of naar zijn overvolle agenda in de bres springt om iemand te helpen, zelfs zonder dat er vergoeding tegenover staat (de plaatselijke schoenmaker kan wat mij betreft in het vervolg naar zijn centen fluiten). En zeker nu er zo veel AED’s (Automatische Externe Defibrillator) als paddenstoelen uit de grond schieten. Iemand met een hartstilstand is nu veel eerder en beter geholpen met een AED in de buurt. Tenminste, als er iemand in de buurt is die weet hoe deze werkt en die weet wat er met je aan de hand is. Als leek zie ik het verschil niet tussen iemand die is flauwgevallen of een hartstilstand heeft. In het regionale weekblad De Maas&Waler las ik laatst dat het Bondsgebouw in Druten met dank aan de financiële steun van de Rotary Maas en Waal nu ook beschikt over een AED. Er stond in het artikel: ‘Deze hangt aan de buitenmuur en is hierdoor in geval van nood voor iedereen met kennis van zaken beschikbaar’. Fantastisch dat de AED beschikbaar is, maar waar is iedereen met kennis van zaken? De ouderwetse uitdrukking ‘is er een dokter in de zaal?’, geldt ook nog steeds op straat: ‘is er een iemand met kennis van zaken, een getrainde vrijwilliger in de buurt die aangesloten is bij een alarmeringssysteem?’ Een ander euvel. Op het moment dat de AED nodig is en iemand met kennis van zaken wil de AED gebruiken, blijkt het dat deze is vernield of gejat. Op vandalen met ziekelijke vernielzucht heeft het object een waanzinnige aantrekkingskracht. De AED bij de sporthal in de Gildekamp in Nijmegen werd opgeblazen met vuurwerk, meldt dagblad De Gelderlander afgelopen oktober. Hierin staat ook dat er al diverse AED’s zijn gestolen. Oliedom van de dief inderdaad, misschien is hij of zij zelf wel degene die de volgende is bij wie een AED nodig is. Maar hoe voorkom je het? Niet. Wel kan een iets strategischer plek voor de AED vernieling of verdwijning voorkomen. Want waarom hangt de AED van De Rosmolen in Beneden-Leeuwen niet naast de hoofdingang, maar onopvallend aan de zijkant van het gebouw, buiten het zicht van iedereen? Ook zoiets. In de Grote Oost, een kerk in Hoorn, hangt de AED hoog naast een binnendeur. Ook onopvallend, maar is dat opvallend genoeg en kan iedereen daarbij, ook de kleine iemand met kennis van zaken?
Ik pleit in ieder geval voor meer AED’s, op strategische plaatsen in het oog van iedereen en voor iedereen van welke lengte dan ook bereikbaar met het liefst nog een te bedenken foefje om vandalen uit de buurt te houden. Iemand een plan? Verder pleit ik voor EHBO op de basisschool, in het voortgezet onderwijs en ook tijdens vervolgopleidingen. Als verplicht vak, als basisonderdeel van elk curriculum, inclusief kennis van zaken krijgen van de AED en deze kunnen inzetten. Dan kan bijna iedereen die ‘je’ zijn die met een AED levens redt en natuurlijk te allen tijde hulp kan verlenen aan slachtoffers. Laat dan om te beginnen die schoenmaker de stoute schoenen aantrekken en een EBHO-cursus volgen of een cursus klantvriendelijkheid en misschien moet ik zelf ook maar eens een opfriscursus gaan volgen; mijn jeugd EHBO-diploma stamt namelijk uit de jaren tachtig van de vorige eeuw. Daar red je dus ik momenteel zeker geen levens mee.