Brandweer-centralist sprak 15 minuten met student die door vuur was ingesloten

“Ik zal deze gebeurtenis mijn leven lang niet vergeten”

Sinds drie jaar organiseert de stichting Hulp voor Hulpverleners de verkiezing ‘Hulpverlener van het jaar’. Het is een manier om hen te bedanken voor hun inzet en om waardering en erkenning te vragen bij het Nederlandse publiek. In aanmerking voor de Award komen hulpverleners van politie, brandweer en ambulancedienst die zich in hun werk op bijzondere wijze hebben ingespannen. Hulpverlener van het jaar 2014 wordt brandweer-centralist Mariska Petstra (41) uit Hijken.

Die zaterdagmiddag begint net als anders. Mariska Petstra arriveert om half drie op de meldkamer Noord-Nederland in Drachten. Ze is dol op haar werk. “Hoewel ik veel van mijn collega’s niet persoonlijk ken, voelt het als één grote familie. Alles draait om teamwork.” Als brandweer-centralist heeft ze in de afgelopen dertien jaar alle soorten meldingen gekregen: katten in bomen, mensen opgesloten in een lift, paniektelefoontjes rond verkeersongevallen en reanimatie-oproepen. Maar de gebeurtenissen op die oktobermiddag in 2013 zal ze haar leven lang niet meer vergeten.

Roodgloeiend
“Tegen half zes kwamen er via 112 meldingen binnen over rookontwikkeling in een winkelpand in het centrum van Leeuwarden. Al gauw stond de telefoon roodgloeiend. Voor ons was direct duidelijk dat we de inzet van de brandweer flink moesten opschalen. We stuurden er veel brandweerwagens heen. Al vrij snel kreeg ik ook een 112-oproep van een jongeman die in het brandende complex door het vuur was ingesloten.”

Door camera-opnamen uit een politiehelikopter in combinatie met overzichten van Google Maps vormt Mariska zich een beeld van de plek waar de jongen zich moet bevinden. Op die manier dirigeert zij haar collega’s in zijn richting. Ondertussen breidt de brand zich steeds verder uit. Toch ziet Mariska kans om de jongeman rustig te houden. “Ik probeerde een vertrouwensband met hem te krijgen. Ik vertelde dat we er samen voor gingen vechten om hem heelhuids daar uit te krijgen. Dat de collega’s onderweg waren. En verder spraken we over alledaagse dingen.”

Gevaarlijk
Via haar koptelefoon en de beelden op haar computerschermen weet Mariska dat de collega’s hem naderen. Ze blijft praten, vijf, tien, vijftien minuten. “We gaan ervoor, ze zijn nu vlakbij” zei ik. Maar via de andere lijn wist ik hoe extreem gevaarlijk de situatie voor mijn collega’s was. Toch deden ze er alles aan om bij hem te komen en daarom bleef ik doorpraten, om de jongen rustig te houden. Na vijftien minuten was er ineens geen verbinding meer. De rookontwikkeling was hem fataal geworden. ‘Ik ben hem kwijt’ schijn ik geroepen te hebben. Zelf weet ik dat niet meer.”
De brandweeracties blijven haar volledige aandacht opeisen. Het blussen zal tot de volgende ochtend doorgaan. Mariska draagt tegen elf uur ‘s avonds haar dienst over en praat nog na met haar mede-centralist Rinze Bruining voor ze naar huis rijdt. Ondanks alles slaapt ze goed en maakt ze zondagochtend een tocht met haar fietsclub. Die zondagmiddag draait ze weer een dienst.

Tranen
“Natuurlijk praatten we nog uitvoerig na. Het is een afschuwelijk gevoel dat je het slachtoffer niet naar een veilige plek hebt kunnen krijgen. Zoiets heeft enorme impact. We hebben onze tranen ook wel gelaten hoor. Dat moment kwam toen ik een paar dagen later met alle betrokkenen van de reddingsactie de plek bezocht waar de student was overleden. Toen vlogen we elkaar in de armen. We jankten met elkaar en deelden onze emoties.”

Toch overheerst het gevoel dat ze er alles aan hebben gedaan wat in hun vermogen lag. Dat is later ook de conclusie van de inspectiedienst van het ministerie van Veiligheid en Justitie, die onderzoek doet naar het handelen van de hulpverleners tijdens de brand.
De inspecteurs zijn onder de indruk van de deskundige wijze waarop Mariska heeft gewerkt en van de empathie waarmee ze het slachtoffer te woord heeft gestaan. Zij nomineren haar daarom voor de titel Hulpverlener van het Jaar in de categorie ‘brandweer’. Minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten kiest Mariska later uit drie genomineerden als winnaar en overhandigt haar later de prijs.

Waardering
“Het voelt heel dubbel” zegt Mariska achteraf. “Omdat de jongen niet is gered. Toch ben ik blij met deze prijs omdat ik het zie als waardering van mijn vak. Deze Award is niet alleen voor mij maar ook voor mijn collega Rinze Bruining, andere centralisten én brandweermensen. Het is een eerbetoon aan ons allemaal, als hulpverlenersfamilie.”

Toch is het verhaal niet af. De ouders van het slachtoffer hebben geen contact met haar gezocht. Mariska respecteert hun keuze maar zou hen toch graag persoonlijk willen vertellen hoe die laatste vijftien minuten zijn verlopen. “Voor hun rouwproces zou het goed zijn om te weten hoe rustig hij was. Als ze eraan toe zijn, zal ik ze hier graag ontvangen.”

Op 19 oktober 2013 wordt Leeuwarden opgeschrikt door een grote brand in de historische binnenstad. Een 24-jarige student komt hierbij om het leven, verscheidene winkels en vele appartementen worden in de as gelegd. Tientallen bewoners raken dakloos. Het medeleven vanuit de Leeuwarder gemeenschap is groot en spontaan worden hulpacties op touw gezet. Gedupeerden krijgen onderdak en worden op weg geholpen met ingezamelde huisraad en geld. Vooral het feit dat het slachtoffer nog een kwartier via de telefoon met een brandweer-hulpverleenster heeft gesproken, maakt veel emoties los.
Delen op social media

Word nu lid van de Nationale Bond EHBO

Schrijf je hier in