Brandweer- duikteams in actie
Redders te water
Geluk, kalmte en een lifehammer zijn de belangrijkste ingrediënten om de overlevings- kansen te vergroten bij te water raken. Om meer inzage te krijgen in de rol van de professionele hulpverlening daarbij, nemen we een duik in de wereld van de brandweer.
De brandweer onderscheidt drie soorten fasen in bevrijding waarbij mensen te water zijn geraakt. Het gaat dan om de zogenaamde ‘grijpredding’, ‘oppervlakteredding’ en ‘slachtoffer onder water’. Voor dit laatste wordt het duikteam van de brandweer gealarmeerd. Frans van der Veen (Brandweer Gooi en Vechtstreek) is verantwoordelijk voor de opleidingen. Hij is jarenlang lid geweest van een duikteam en schetst een ontluisterend beeld: “Wanneer wij als duikers ingeschakeld worden, is er niet altijd een succesverhaal te melden.”
Drijflichaam
Bij een grijpredding is het water betrekkelijk ondiep, de ongelukkige niet ver van de kant en daardoor redelijk snel op het droge te halen. Wanneer een slachtoffer zich niet ónder water bevindt, spreekt men van een oppervlakteredding. Van der Veen: “Een duiker of oppervlakteredder gaat er naar toe met een drijflichaam – een soort van surfplank – tot maximaal 200 meter uit de kant. Door het slachtoffer op het drijflichaam te hijsen, kunnen de hulpverleners op de kant – via de reddingslijn – de duiker en slachtoffer naar de kant trekken.”
Zuurstofgebrek
Het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) in Arnhem is hét kennisinstituut op het gebied van brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing. Jaap Molenaar is hier vakgroepdecaan Incidentmanagement van de Brandweeracademie. “De brandweer zal altijd in combinatie met een ambulance op de meldingen reageren.” Het meest directe gevaar voor een drenkeling is niet het vol lopen van zijn longen met water, maar het zuurstofgebrek dat al snel (3-5 minuten) in het bloed gaat optreden.
Molenaar: “In uitzonderlijke gevallen loopt het verhaal goed af. Dit heeft onder andere te maken met de onderkoeling waardoor de hartslag vertraagd wordt.” Onderkoeling is dan ook een sluipend gevaar bij drenkelingen: “Een hulpverlener moet er alert op zijn dat wanneer het slachtoffer geen spieractiviteit meer heeft, onderkoeling op de loer licht. Wij drukken de mensen op het hart om altijd een arts te raadplegen. Ook al lijkt iemand weinig te mankeren.’’
Afschuwelijk
Van der Veen gaat in op de zaken die men doorgaans aantreft: “Het voelen van tekenen van circulatie is moeilijk bij een verdrinkingsslachtoffer, pulsatie aan de polsslagader is vrijwel altijd afwezig, het kloppen van de halsslagader kan heel zwak zijn of er is een sterk verlaagde hartslag. De aanblik van een drenkeling is vaak afschuwelijk, ze zien eruit als iemand die al is overleden. Laat dit het toepassen van de elementaire eerste hulp nooit beïnvloeden, dus check bewustzijn, ademhaling en circulatie en ga zo nodig beginnen met reanimatie. Bij drenkelingen start men met de beademing.” Een stelling die men ook binnen de geneeskundige kolom hanteert is dat ‘een drenkeling pas is overleden als deze warm is en is overleden’. Dit schetst het belang van intensieve zorg aan een drenkeling.
Taken
De taken van een brandweer-duikteam zijn divers. “Slachtoffers die van de weg raken en in een sloot terechtkomen met hun voertuig, mensen die bij carnaval onder invloed te water raken maar ook dieren die door het ijs zakken; we zien het tot onze taak om direct na melding daar waar nodig in actie te komen”, aldus Van der Veen.