De adrenaline gierde door mijn lijf
Zelf beweert ze, dat ze gewoon op de juiste tijd op de juiste plaats was. Maar volgens Jan heeft Ria Nijmeijer (54) er voor gezorgd dat hij zijn achterkleinzoon kon leren kennen. Ria redde namelijk zijn leven, toen hij zomaar een hartstilstand kreeg.
Het leek een normale sportavond te worden. Even de spieren losmaken van een aantal voetballers die voor een belangrijke wedstrijd stonden. Ria Nijmeijer deed dat al jaren. En met plezier. Ook die ene avond in mei, toen ze in de kleedkamer een speler masseerde. ‘Plotseling hoorde ik een enorme brul uit de kleedkamer. “Ria!” riepen ze. Iedereen weet wel dat ik docent EHBO ben. Toen ik de massageruimte uitrende, zag ik direct wat er aan de hand was. Een oudere heer, een oud-leider van de club, stond tegen de muur geleund: ogen naar achteren gedraaid, mond wijd open. Ik greep hem vast en bracht hem langzaam naar de grond. Dat het een hartstilstand was, was voor mij meteen duidelijk.’
Ria roept naar omstanders dat ze 1-1-2 moeten bellen en de AED moeten halen. Ondertussen begint zij vast met reanimatie. ‘De AED was er gelukkig snel en ik kon de eerste schok toedienen. Omstanders heb ik gevraagd om weg te gaan. Het kon immers nog wel eens een nare aangelegenheid worden. Een jongen, van net 18 jaar nota bene, wilde blijven. Hij zei dat hij Bedrijfs Hulp Verlening had gehad, dus misschien kon hij helpen. Dat vond ik zo knap, van zo’n jonge knul! Verder bleef de aanvoerder van het team aanwezig, hij plakte de elektroden op. Na twee minuten reanimeren, diende ik de tweede schok toe, omdat de eerste geen resultaat opleverde. Weer begon ik met reanimeren. Gelukkig kwam er een verpleegkundige aan – een vader van een van de spelers –die het over kon nemen. Al liet hij wel al blijken dat hij eigenlijk dacht dat er niks meer te redden viel. Volgens hem was de man al overleden…
Toch gingen we samen door met de reanimatie, maar deze leek niks uit te halen. De derde schok… weer niks. Toen kwamen de ambulancebroeders binnen en die lieten ons eerst nog de reanimatie afmaken. Zij dienden de vierde schok toe. Op het scherm van de AED in de ambulance zagen we dat Jan nog steeds lag te ‘fladderen’. Dus weer verder met reanimeren. En bij de vijfde schok: ja, we hadden weer een hartslag. We zagen weer kleur op de lippen komen en hij deed zijn ogen open.’ Toen pas zag Ria dat de kleedkamer weer behoorlijk vol was gelopen met toeschouwers, waaronder ook de kleinzoon van Jan.’
Ria stond een tijdje stokstijf van de spanning. ‘De eerste 24 uur na de reanimatie heb ik alleen maar rondjes gelopen. De adrenaline gierde door mijn lijf. Ik zag ook steeds die weggedraaide ogen voor me. Daarna heb ik een flink potje zitten grienen. Dat was de spanning die eruit moest. Ik werd opnieuw emotioneel toen ik Jan opzocht in het ziekenhuis, een paar dagen na het incident. Daar zat hij, rechtop in zijn bed en met kleur op de wangen. Een heel emotioneel moment, voor ons allebei trouwens. Tegen anderen zei hij steeds: “zij heeft mij gered!”. En tegen mij: “zeg eens, ik ben zo’n ouwe kerel van 85, waar heb ik dat aan verdiend?” Waarop ik zei: dat doe ik voor iedereen, Jan.’
Hoewel Ria een zeer ervaren EHBO-docent is, is praktijk toch anders dan theorie. ‘Als je mond-op-mondbeademing oefent op een pop merk je natuurlijk niks van de spiersamentrekkingen die een mens heeft. Ik vond het, hoe gek dat misschien ook klink, daarom wel een bijzondere ervaring. Maar ik heb er ook nog iets anders van geleerd: het belang van twee personen die om en om kunnen reanimeren. Als je even rustpauze hebt, kun je letterlijk op adem komen. Maar het heeft ook een psychologisch voordeel: op deze manier draag je beiden verantwoordelijkheid.’
Ria vertelt dat ze enkele maanden na de reanimatie een bijzonder telefoontje van Jan kreeg: hij was overgrootvader geworden. ‘Dankzij jou kan ik mijn achterkleinzoon leren kennen, zei hij erbij. Dat vond ik wel mooi om te horen.’