De impact van een reanimatie

Adrenaline-niveau staat op ‘maximaal’

Je oefent er jaren voor maar hoe is het in de praktijk om een reanimatie uit te voeren? Wordt het bevriezen of handelen? En hoe is het met de emoties na afloop? Drie vrijwillig hulpverleners vertellen over hun ervaringen. “Ik voelde alleen maar adrenaline”.

“Mijn eerste reanimatie staat nog op mijn netvlies gebrand”, vertelt Elma Arntz (57) uit Druten. “Een buurvrouw deed haar vier maanden oude baby in bad en liep even weg toen de telefoon ging. Ze vond haar baby even later met het gezichtje in het water. Ik ben op haar geschreeuw afgerend en heb beademd en gereanimeerd. Het kindje heeft het gelukkig overleefd.” Hierna volgden in de loop van 23 jaar negen reanimaties: bij zes vrouwen en drie mannen. “Onder vrouwen neemt het aantal hartstilstanden toe omdat symptomen onvoldoende worden onderkend.”

Hardhandig
Aan de laatste twee reanimaties houdt zij een vervelend gevoel over. ‘’Ik ben sinds 2000 ook reanimatie-instructeur en ik weet echt wat ik doe. Daarom was ik met stomheid geslagen toen ik politiemensen bezig zag met een slachtoffer dat nog ademde. “Geen AED aansluiten”, riep ik, maar de politiemensen duwden me weg. “We doen het op onze eigen manier”, zeiden ze. Tijdens mijn laatste inzet was de politie zó hardhandig met een hartmassage bezig, dat ik het zwaardvormig aanhangsel hoorde afbreken. “Denk aan inwendig letsel” zei ik nog, maar ze zetten me aan de kant. Mijn ervaringen met het ambulancepersoneel zijn gelukkig wèl goed. Ze zien ons echt als gelijkwaardig en bij een reanimatie vul je elkaar aan. Een pluim voor die mensen!”

Oproep
“Mijn laatste reanimatie is nog heel vers. Die was gisteravond” begint Joost Cremers (36) uit Doetinchem. “Ik kreeg een oproep via de App Hartveilig Wonen. Het ging om een buurtgenoot die ik van gezicht kende. Zijn vrouw had hem buiten kennis in bed gevonden. We hebben hem weer kunnen bijbrengen.” Het was de tiende reanimatie in de vijftien jaar dat hij zijn diploma op zak heeft.

Emoties
“De impact is groot. Vooral de emoties van een partner of familie blijven me bij. Zo zal ik de reanimatie van dit voorjaar nooit vergeten. Een vrouw had alarm geslagen nadat ze haar man levenloos in bed had gevonden. Hij was toen al anderhalf uur alleen boven. Toen ik arriveerde, was ze vreselijk aan het gillen. Voor mij was de gelaatskleur van de man veelzeggend. Maar ik had er moeite mee om aan haar te vertellen dat reanimeren zinloos was. Tegen beter weten in ben ik toch begonnen en ik was blij dat de ambulancemensen en politie snel daarop arriveerden en de zorg overnamen.”
“Na een reanimatie staat je adrenaline-niveau op ‘maximaal’. Ik vind het fijn om even met de andere hulpverleners na te praten. Ook met de organisatie Hartveilig Wonen is er direct contact. Om mijn hoofd leeg te maken ga ik altijd een uur wandelen. Ik loop het eruit zodat ik er niet mee bezig blijf. Ik doe dit om iemand te helpen maar ik wil er zelf niet nog drie dagen last van hebben.”

Unieke plek
Hilly Witte (40) uit Staphorst heeft sinds acht jaar een reanimatiediploma. Tijdens het Bevrijdingsfestival afgelopen mei had zij haar eerste inzet. “Het slachtoffer viel op een unieke plek, namelijk vóór onze voeten. We stonden met onze EHBO-post voor het Provinciehuis in Zwolle. Toen het onverwachts begon te regenen, besloot een 76-jarige Nederlandse veteraan een sprintje te trekken om te schuilen. Voor onze neus zakte hij in elkaar.”

“Een collega deed de ademhalingscontrole. Direct daarna begon ik met reanimeren, zoals ik het had geleerd. In de afgelopen jaren had ik mezelf wel eens afgevraagd of ik zou bevriezen of handelen, als het zover zou komen. Ik merkte dat ik alleen maar adrenaline voelde. Van wat er om me heen gebeurde, kreeg ik niks meer mee. Ik was alleen maar bezig met het slachtoffer.” Wel geeft zij toe dat het eerste contact bij de mond-op-mond beademing even een drempel vormde. “Je komt dan wel héél dichtbij. Maar langer dan een paar seconden duurde dat gevoel niet.”

Tranen
Na het aansluiten van de AED was de man vrij snel weer bij. “Toen hij met de ambulance naar het ziekenhuis werd afgevoerd, begon ik te shaken en kwamen er een paar tranen. Ik merkte toen hoe moe ik was want je gebruikt heel veel energie. Met mijn collega’s, de festival-organisatie en politiemensen heb ik nagepraat. Ik ben heel goed begeleid. Een eerste reanimatie en meteen succesvol. Wat wil je nog meer. Ik weet nu al dat er ook bij een volgende reanimatie geen aarzeling zal zijn.”

‘Niet reanimeren-wens’? De wens om niet gereanimeerd te worden, is op veel manieren aan hulpverleners kenbaar te maken. Een briefje, een kaartje, een penning en zelfs een tatoeage. Hoewel e.e.a. (nog) niet bij de rechter is getoetst, dient volgens de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) de wens tot niet-reanimeren te worden gerespecteerd. Minister Edith Schippers van VWS is het daarmee eens. Zij heeft aangegeven dat naast een penning alles wat geschreven is als rechtsgeldig gezien moet worden. En dus óók de tatoeage.
Delen op social media

Word nu lid van de Nationale Bond EHBO

Schrijf je hier in