Eerste opvang van brandwondenslachtoffers wordt steeds beter

Door nieuwe technieken en bijscholing

Ons land telt drie gespecialiseerde brandwondencentra maar inmiddels beschikken grote ziekenhuizen elders in het land ook over deskundigheid op het gebied van verbrandingen. De laatste jaren is er veel vooruitgang geboekt door bijscholingscursussen, nieuwe technieken en de mogelijkheid onderling gegevens uit te wisselen.

Jaarlijks worden er ongeveer 10.000 personen op een Spoedeisende Eerste Hulpafdeling van een ziekenhuis behandeld na een brandwondenongeval en 1.700 patiënten met brandwonden worden opgenomen in een ziekenhuis. Hiervan hebben er zo’n 750 specifieke zorg nodig, waarvoor zij worden behandeld in één van de Nederlandse brandwondencentra: het Rode Kruis Ziekenhuis (Beverwijk), het Martiniziekenhuis (Groningen) en het Maasstadziekenhuis (Rotterdam). De primaire opvang en behandeling van een brandwondenpatiënt is bepalend voor het uiteindelijke resultaat.

“Bij de eerste opvang van brandwondenslachtoffers is veel vooruitgang geboekt”, zegt Roelf Breederveld. Hij is als brandwonden- en traumachirurg verbonden aan het Rode Kruisziekenhuis in Beverwijk en daarnaast professor brandwondenchirurgie in Leiden. “Belangrijk is, om de ernst en omvang van de verwondingen goed in te schatten. Grootte, diepte en de plaats van de brandwond bepalen hoe je de eerste opvang regelt.”

Verwijzingspatroon
“In Nederland hebben we een ‘tweetraps-raket’-systeem voor de opvang van slachtoffers. In principe wordt een slachtoffer naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis met voldoende expertise op het gebied van brandwonden gebracht. Blijkt daar specialistischer hulp nodig te zijn, dan wordt de patiënt overgebracht naar een brandwondencentrum. Dankzij goede richtlijnen is er inmiddels een duidelijk verwijzingspatroon ontstaan.”

“Toch is het zelfs voor een ervaren medicus lastig om iets over de diepte van een wond te zeggen. In een paar dagen tijds kan een – op het oog oppervlakkige – brandwond zich ontwikkelen tot een diepe wond. Voorheen ging een arts op zijn gevoel en ogen af. Dan kregen we hier soms patiënten die al drie weken met zalf behandeld waren maar bij wie de wonden veel dieper bleken dan was verwacht. In de drie brandwonden centra maakt men tegenwoordig gebruik van de laserdoppler techniek. Met laserlicht wordt de doorbloeding van de brandwond gemeten waarmee de diepte van de wond kan worden bepaald.”

Foto’s en filmpjes
Via digitale hulpmiddelen staan zo’n twintig ziekenhuizen in het land in rechtstreeks contact met de brandwondencentra. Internet en iPhone maken het mogelijk om foto’s en filmpjes te versturen. Aan de hand van deze beelden kunnen de medici met elkaar overleggen en zijn gerichte adviezen te geven.

“Soms blijkt er snel geopereerd te moeten worden. Verbrand weefsel bevat namelijk veel giftige stoffen die niet alleen een wondinfectie kunnen veroorzaken maar ook in het lichaam schade kunnen toebrengen, zoals aan nieren, darmen en lever. Bij een operatie in de acute fase moet je denken aan het weghalen van verbrand weefsel en het aanbrengen van huidtransplantaten. Wel of niet opereren hangt ook samen met de plek van de brandwond. Op de plek van een gewricht zijn wondgenezing en littekenvorming anders dan op de handen of het gezicht.”

Huidlap
Soms moet een huidlap uit een gezond deel van het lichaam worden weggesneden om een wond te dichten. De kans bestaat dat daarbij bloedvaten worden doorgesneden waardoor het stuk huid afsterft. Dankzij de inzet van echo-apparatuur kunnen tegenwoordig de bloedvaten onder de huid in beeld worden gebracht. De huidlap kan gerichter worden weggenomen waardoor deze huid zich beter hecht en er minder complicaties zijn. Met deze techniek, ontwikkeld door plastisch chirurg Paul van Zuijlen van het Rode Kruis Ziekenhuis, is ook weer een stap gezet in een verbeterde behandeling van brandslachtoffers.

Dokter Breederveld is ook enthousiast over de cursus EMSB (Emergency Management of Severe Burns) die sinds dertien jaar gefaciliteerd wordt door de Nederlandse Brandwonden Stichting. Centraal staat daarin de trauma-opvang van een brandwondenpatiënt gedurende de eerste 24 uur. De cursus, die meerdere keren per jaar wordt gegeven, is bestemd voor professionals in de zorg. “Een deel theorie, een deel groepsbespreking en daarna praktijkles. Naar mijn idee het belangrijkste onderdeel. Hierbij zijn onze Lotus-slachtoffers onmisbaar. In het buitenland, waar deze cursus ook wordt gegeven, doet men een beroep op studenten maar hun uitbeelding van wonden is natuurlijk nooit zo professioneel als die van onze Lotus-mensen. Daarmee neemt Nederland een unieke positie in de wereld in.”

Vuurwerk
Ieder jaar rond deze tijd zijn er brandwondenslachtoffers te betreuren door vuurwerk(explosies) en door ongevallen met kaarsen. Ook krijgen de ziekenhuizen ‘s winters gewonden door oververhitte kacheltjes op woonboten en door vuurtjes die daklozen aansteken in leegstaande panden. Ongelukken tijdens het koken, kortsluiting in elektrische apparatuur… brand is niet altijd te voorkomen. “Bij kinderen gaat het nog steeds meestal om vloeistof-verbrandingen en bij volwassenen bij vlam-verbrandingen.”
“Toch werpen voorlichtingscampagnes duidelijk hun vruchten af. Het aantal patiënten met ernstige brandwonden loopt terug.
We zien bijvoorbeeld minder barbecue-slachtoffers omdat spiritus heeft plaats gemaakt voor aanmaakblokjes. Nu richten de campagnes zich vooral op het grote gevaar van bio-gel voor open haarden en warmhoudtoestellen. Er zijn zelfs voorstellen om bio-gel te verbieden.” Voorlichting blijft dus broodnodig. Want al zijn de genezingspercentages steeds hoger en de resultaten fraaier, voorkomen is en blijft nog altijd beter.

Delen op social media

Word nu lid van de Nationale Bond EHBO

Schrijf je hier in