EHBO bij verstandelijk gehandicapten
Mijn familie woonde vroeger ver weg en daarom zaten wij in het weekend regelmatig in de auto. Tijdens een van die lange ritten liep er een verwarde man op de vluchtstrook. Mijn vader stopte, sprak de man kort aan, keek vervolgens in zijn nek en ging bellen bij een praatpaal. Al snel kwam de politie hem ophalen en konden wij verder. ‘Pap, had die man pijn in zijn nek?’ vroeg mijn broertje. Mijn ouders, beide verpleegkundigen, moesten lachen. Mijn vader had gezocht naar het wasetiket in de kraag van zijn kleding. Daarop stond de naam van de man en de instelling waar
hij woonde. Hoe mijn vader zag dat deze man uit zo’n instelling kwam vond ik toen nog een wonder.
Inmiddels werk ik zelf met verstandelijk gehandicapten. De eerste hulp aan hen verschilt niet wezenlijk van die aan andere mensen. Houd dus altijd de basisregels in acht en werk volgens dezelfde systematiek zoals u altijd doet. Betrek de begeleiders nauw bij de hulpverlening. Zij weten hoe het slachtoffer het beste kan worden aangesproken, welke beperkingen er zijn in de communicatie en wat hij begrijpt. Ook weten zij vaak welke andere medische problematiek er speelt. Veel verstandelijke handicaps komen voort uit syndromen. Kenmerkend voor een syndroom is dat er meerdere ziekten of afwijkingen tegelijkertijd voorkomen. Zoals epilepsie en spasticiteit, maar ook de aanwezigheid van een hartkwaal kan voorkomen. Vraag daar dus naar, in paniek kunnen belangrijke zaken worden vergeten. Bepaalde situaties komen vaker voor bij mensen met een verstandelijke beperking: vallen door slechtziendheid of een slechte motoriek, epileptische insulten, verslikken door gulzig eten en ongelukken door het slecht inschatten van situaties en onhandigheid. Spreek het slachtoffer rustig en in korte zinnen aan. Veel verstandelijke gehandicapten zijn gewend dat ze altijd getutoyeerd worden. Het is heel netjes om ‘u’ te blijven zeggen, maar soms komt de boodschap daardoor minder goed aan. Zeg dat u gaat helpen en geef kort en duidelijk antwoord op vragen.
Als iemand niet praat, kan dit betekenen dat hij u niet verstaat. Ga er dus steeds van uit dat het slachtoffer meekrijgt wat u zegt. Het kan heel bedreigend overkomen als iemand over zijn hoofd heen hoort dat hij naar het ziekenhuis moet. Bij mensen met een ernstige handicap lukt het vaak niet om met woorden te communiceren. Dan is het belangrijk om hen op een andere manier gerust te stellen. Zorg dat u in de buurt blijft en het slachtoffer rustig maar duidelijk benadert, zodat hij kan voelen dat er voor hem wordt gezorgd. Praat tegen het slachtoffer op een geruststellende toon. Vergelijk dit met de zorg voor jonge kinderen. Het gaat niet om wát u zegt, maar om hóe u het zegt. Mensen met een lichte tot matige verstandelijke beperking kunt u ook zonder begeleiders aantreffen. Vraag dan hoe het slachtoffer heet, waar hij woont en of er ‘(groeps)leiding’ in de buurt is. Ook bij hen is het van belang om gerust te stellen en kort en duidelijk uit te leggen wat u gaat doen. En mocht u er niet uitkomen, kijk dan desnoods even in de kraag.
Auteur: Sandra S. Goren is arts en eigenaar van Patiënt en Zorg advies en begeleiding.