In de blessuretijd
De ene verzwikt een enkel tijdens een potje zaalvoetbal, de ander breekt een pols na een val van een paard. Soms vraag je je af of sporten wel gezond is. Toch is dat het geval. De voordelen wegen nog altijd op tegen de nadelen. Bovendien zijn blessures te voorkomen. En ook te genezen. U kunt daar als EHBO’er een rol in spelen.
Maandagmorgen na de krokusvakantie. Het gezin is weer in het gareel en strak om half negen sta je op het schoolplein om de kinderen te brengen. Een klasgenootjes van de jongste komt enthousiast aanrennen: ‘We hebben vrij, want de juf heeft haar been gebroken met skiën.’ Een lichte paniek maakt zich van je meester, je hebt nog 20 minuten om naar je werk te fietsen en kan in de tussentijd geen oppas regelen. Na enig overleg blijkt de school gelukkig flexibel en mogen de kinderen aanschuiven bij andere klassen. Nog nahijgend kom je op je werk, wetend dat er na je vakantie veel te doen zal zijn. Je wordt begroet door je teamleider: ‘Hoi fijn dat je er bent, het zal wel even aanpoten worden. Je collega heeft zijn pols verzwikt bij een volleybaltoernooi en we hebben geen vervanger.’ Sporten is gezond. Blessures komen helaas veel voor en soms vraag je je wel eens af of sporten wel zo goed voor je is. Onderzoek heeft onomstotelijk aangetoond dat de voordelen van sport ruimschoots opwegen tegen de nadelen. Op lange termijn helpt sporten bij het voorkomen van ziekten als diabetes, hart- en vaatziekten en rug- en gewrichtsklachten. Op korte termijn verbetert sporten voor veel mensen een algemeen welbevinden. De conditie is beter, de spieren soepeler en overgewicht wordt tegengegaan. Sporten is ook gewoon leuk. Gezelligheid, actieve ontspanning, teamgeest en competitie; het zijn allemaal belangrijke redenen om te sporten.
Desalniettemin verdienen blessures onze aandacht. Jaarlijks zijn er in Nederland 3,7 miljoen sportblessures. In ruim een derde van de gevallen wordt medische behandeling gezocht. En van alle ongelukken die medisch worden behandeld, is 40% veroorzaakt door sporten. Hoewel sportblessures veel voorkomen, zijn ze vaak niet heel ernstig. Het aantal ziekenhuisopnamen, behandelingen op de spoedeisende hulp en doden is gelukkig relatief klein ten opzichte van andere ongelukken Drie kwart (75%) van de sportblessures ontstaat plotseling. De hulp van een EHBO’er kan dan nodig zijn.
Maar laten we eerst kijken hoe je sportblessures voorkomt. Het antwoord op die vraag is niet zo maar te geven. Het eerste dat bij veel mensen opkomt is de warming up. Door goed warm te lopen, te rekken en te stekken voorkom je blessures. De meeste onderzoeken tonen aan dat het de sportprestaties verbetert en blessures voorkomt. Bovendien zijn er geen aanwijzingen dat het een warming up nadelige gevolgen zou hebben voor het lichaam. Over het stretchen van de spieren voorafgaand aan sportactiviteiten lijken de wetenschappers het minder eens. Maar ook hier geldt dat het, wanneer het rustig en beheerst wordt gedaan, over het algemeen geen kwaad kan. Begin sportactiviteiten dus rustig en bouw de intensiteit van de oefeningen geleidelijk op. Je spieren krijgen dan de kans om warm te worden, je hartslag verhoogt zich geleidelijk en je ademhaling versnelt zich. Dit is belangrijk om daarna voluit en fanatiek aan de slag te kunnen gaan.
Maar het voorkomen van blessures behelst veel meer dan de warming-up. Het verschilt per sport wat je kan doen om blessures te voorkomen. Bij veel sporten is het bijvoorbeeld belangrijk dat je goede bescherming gebruikt. Helmen, scheenbeschermers, gebitsbeschermers; ze zijn niet voor niets uitgevonden. Maar denk bijvoorbeeld ook aan het dragen van een reflecterende hes bij het hardlopen in het donker. Het dragen van het juiste beschermende materiaal kan veel ellende voorkomen. Uiteraard moeten beschermende materialen goedgekeurd en goed onderhouden zijn. Bij twijfel moeten ze worden vervangen. Een helm is niet meer veilig nadat hij hard is gevallen (bijvoorbeeld bij een ongeluk). Ook het overige sportmateriaal moet veilig zijn. Haperende remmen op een racefiets, ondeugdelijke fitnessapparaten, schuivende matten bij turnen… Iedereen kan bedenken wat de gevolgen kunnen zijn. Een ander aandachtspunt is dat de spullen die je gebruikt, passen bij je lichaam en de manier waarop je ze gaat gebruiken. Beschermingsmateriaal moet worden aangepast aan je lichaamsomvang. De eerder genoemde scheenbeschermers en helm doen meer kwaad dan goed, wanneer ze ‘op de groei’ worden gekocht. Een goede afstelling van skibindingen kan vervelende knieblessures voorkomen. Voor hardlopers kan de juiste schoen blessures voorkomen. Wees ook bedacht op de veiligheid van de sportinstelling: is het veld egaal, zijn de toestellen veilig? Als dat niet het geval is kan je de sportvereniging of eigenaar hierop aanspreken en eventueel besluiten elders te gaan sporten. Tot slot is je eigen gedrag van groot belang: denk na bij wat je doet en overvraag je lichaam niet. Ga niet trainen als je oververmoeid bent of alcohol hebt gedronken. Leef gezond om je lichaam in optimale conditie te houden. Hou je aan de voorschriften van de sport en wees sportief.
Ondanks al het bovenstaande zijn sportblessures niet helemaal te voorkomen. Je bent zelf de klos of je moet eerste hulp verlenen. Je rol als EHBO’er is in principe niet anders dan bij andere ongevallen. Er kunnen veel verschillende soorten ongevallen ontstaan tijdens het sporten: een motorcrosser die uit de bocht is gevlogen heeft ander letsel dan iemand die bij het volleyballen zijn enkel verstuikt. En als iemand plotseling pijn op de borst krijgt tijdens het sporten, moet je als EHBO’er 1-1-2 bellen, net als wanneer dat op straat gebeurt. Daarom pas je in principe altijd je algemene EHBO-kennis toe. Wat natuurlijk relatief veel voorkomt zijn letsels aan het bewegingsapparaat: verstuikingen, kneuzingen, breuken en spiescheuringen. Hiervoor geldt de ICE-regel. Je begint met minimaal 10 minuten te koelen (ICE). Tevens Immobiliseer je het betreffende lichaamsdeel, zorg je voor Compressie, door een drukverband aan te leggen, en leg je het lichaamsdeel hoog (Elevatie). Dit alles voorkomt onnodige zwelling. Vervolgens kan, als dat nodig is of bij twijfel, medische hulp gezocht worden.
De periode na een sportblessure staat in het teken van herstel. Herstel dat tijd en misschien ook inspanning (revalidatie) kost. Te snel of te fanatiek weer gaan sporten kan het herstel belemmeren of het risico op nieuwe blessures vergroten. Overleg hier dus goed over met je behandelaar. Voor specifieke sportmedische vragen kun je je laten verwijzen naar een sportarts. Deze heeft specifieke kennis over de belastbaarheid van het lichaam bij sporten. Dit betreft zowel het bewegingsapparaat als bijvoorbeeld de hart- en longfunctie. Een sportarts kan zich over het algemeen goed verplaatsen in de wensen van de sporter; zowel recreanten als topsporters. Ook zijn er fysiotherapeuten die zich hebben gespecialiseerd in sporters.
De ruimte hier is te beperkt om per sport specifieke adviezen te geven over het voorkomen en behandelen van blessures. Deze informatie is echter wel te vinden op de site www.voorkomblessures.nl. Voor 15 sporten wordt hier uitgebreid en op een toegankelijke manier besproken waar je op moet letten. Via het sportmedische deel kan je doorlinken naar ‘Sport blessure vrij’, een heel handig overzicht over het voorkomen én behandelen van sportblessures. Een andere site met veel informatie is www.sportzorg.nl. Mocht je na het lezen van dit artikel nog vragen hebben over je eigen sport of het sportevenement waar je als EHBO’er moet aantreden, dan is er op deze websites veel informatie te vinden.
Tot slot nog een citaat uit de Volkskrant van 24 januari 2012 ‘Een bedrijfsongevalletje’, zegt Hans Nieuwenbrug laconiek … Blessures zoals die van Cavaljé, die vijf boventanden kwijtraakte, komen niet vaak voor aldus Nieuwenburg. ‘Zelf heb ik wel twee keer mijn neus gebroken, door opzettelijke elleboogstoten. Maar ja, dat zijn gewoon bedrijfsongevalletjes. Daar word je hard van.’ Deze waterpoloër heeft een geheel eigen kijk op blessures. Hoe erg je blessures vindt, hangt dus ook af van je eigen sportbeleving. Toch blijft voorkomen beter dan genezen, al was het maar omdat je dan lekker door kan sporten.