“Je weet nooit wat je voor je neus krijgt”
Gabry Amling (41 jaar, EHBO Vereniging Woerden)
Toen er ineens allerlei ongevalletjes op haar pad kwamen, was het voor Gabry Amling duidelijk dat ze haar EHBO-diploma moest gaan halen. Dat was zeven jaar geleden. Sindsdien is ze actief bij evenementen en als penningmeester van de EHBO-vereniging. “Ik zou het voor geen goud willen missen, het is echt veel te leuk om te doen.”
“Voor ik mijn diploma had, gebeurde er van alles om me heen. Zo kreeg iemand in het winkelcentrum een epileptische aanval. Ik heb die persoon netjes neergelegd maar verder wist ik niet wat te doen. Of toen ik eens in de bioscoop zat en twee rijen voor mij iemand een hartaanval kreeg. En ineens waren er veel kleine verwondingen. Ik had wel pleisters, maar verder kwam ik niet. Al die dingen samen waren hét signaal voor mij om mijn EHBO-diploma te gaan halen. Dan weet ik voortaan hoe ik kan helpen.” “Ik heb nog nooit overwogen om te stoppen. Want je zal zien dat het net zo is als met regen. Als je geen paraplu bij je hebt, word je zeiknat. En neem je er een mee, dan kom je droog over. Dat is met het EHBO-diploma ook zo. Het heeft een toegevoegde waarde, ik weet wat ik moet doen. Ik weet zeker dat als ik stop er weer van alles op mijn pad komt en ik me geen raad weet. Bovendien vind ik het veel te leuk om te doen. Ik ga graag naar allerlei evenementen, waaronder sportwedstrijden. Al die mensen die tot het uiterste gaan om iets te bereiken! Een enkele keer gaat dat fout. Dat is niet leuk, maar dat betekent wel dat ik me nuttig kan maken door primaire zorg te verlenen. Zodat de sporter zijn sport weer kan oppakken zodra de blessure goed is genezen.” “Het examen vond ik erg indrukwekkend. De examinatoren, in mijn ogen hoge dames en heren, die van alles aan mij vroegen. Ik was zó nerveus. Op evenementen heb ik hier geen last van. Je weet natuurlijk nooit wat je voor je neus krijgt, maar je bent altijd met z’n tweeën. Komt de ene er niet uit dan is de andere er nog. Over het algemeen zijn het verstuikingen, sneeën en blauwe plekken. Je kunt uiteraard wel eens iets heftigs tegenkomen. Ik zie soms foto’s van letsels op voetbalvelden en hoop dan dat ik die nooit tegen kom. Maar meestal valt het mee, het is gewoon goed dat we er zijn.”