Deel D: Kleine ongevallen en (kinder)ziekten

Een slachtoffer heeft een bloedneus en slikt bloedverdunners. Wat moet je als eerstehulpverlener doen?

Welke stelling is juist?
Stelling 1: Een bloedneus kan spontaan ontstaan.
Stelling 2: Als een bloedneus is ontstaan als gevolg van een klap of botsing tegen het hoofd moet het slachtoffer naar de huisarts.

Wanneer hoef je niet naar de huisarts te gaan als een slachtoffer is gestoken door een insect?

Welke stelling is juist?
Stelling 1: Alle teken zijn besmet met de ziekte van Lyme. 
Stelling 2: De eerste symptomen van de ziekte van Lyme zijn zichtbaar rond de plek van de beet. Het slachtoffer kan last hebben van griepachtige klachten.

Wat moet je doen als je door een kwal bent gestoken?

Wanneer moet je een slachtoffer altijd doorverwijzen naar professionele hulp?

Welke stelling is juist?
Stelling 1: Het heeft geen zin om een kind met een uitgeslagen melktand door te verwijzen naar de tandarts.
Stelling 2: Als een tand is uitgeslagen moet je de tand vastpakken bij de kroon en in een bekertje water meenemen naar de tandarts.

Wat moet je als eerstehulpverlener doen als een slachtoffer is gebeten door een slang?

Welke stelling is juist?
Stelling 1: Bij contact met de brandhaartjes van de eikenprocessierups kan een hevig jeukende rode uitslag op de huid ontstaan. Deze gaat binnen twee weken vanzelf over.
Stelling 2: Van contact met de brandhaartjes van de eikenprocessierups kan irritatie van de luchtwegen ontstaan. Bij ernstige klachten is het verstandig om deskundige hulp te raadplegen.

Delen op social media

Word nu lid van de Nationale Bond EHBO

Schrijf je hier in