Meer rust en minder pijn in speciale verbandwisselkamer voor kinderen
In Brandwondencentrum Groningen
Het verband wisselen is voor een brandwondenpatiënt een pijnlijk ritueel. Hoe maak je die dagelijkse verzorging acceptabel? Het Brandwondencentrum Groningen in het Martini Ziekenhuis in Groningen heeft een speciale verbandwisselkamer voor kinderen, de eerste van heel Europa. Daarmee kan het centrum innovatieve zorg op maat bieden.
Verpleegkundig specialist Gera Hartlief werkt al ruim twintig jaar in het Groninger brandwondencentrum. Zij kan zich de tijd nog herinneren dat zij een kind soms echt in de houdgreep moest nemen bij de verbandwisseling en het aanbrengen van de zalf. “We hadden toen nog niet zo veel te bieden, qua afleidingsmanoeuvres. En als verpleegkundige kun je nu eenmaal niet én je handelingen verrichten én tegelijkertijd het kind afleiden.”
“Als je dat met nu vergelijkt: er zijn altijd pedagogisch medewerkers beschikbaar om te spelen en − zo nodig − te troosten. Afhankelijk van de leeftijd van een kind zetten we technieken als een Virtual Reality (VR)-bril, tablets en televisie in. Dat doen we in de verbandwisselkamer. We zijn enorm blij dat we, als eerste brandwondencentrum in Europa, deze ruimte konden openen. Mede dankzij de opbrengsten van het sportevenement ‘De 4Mijl van Groningen’. Dat had ons als het goede doel van 2014 gekozen.”
Positieve effecten
“Toen we nog met de plannen bezig waren, verwachtte ik dat kinderen onze speciale verbandwisselkamer leuk zouden vinden. Maar dat het zo fantastisch zou werken, had ik niet gedacht. De effecten blijken namelijk zo positief dat kinderen rustiger zijn en minder pijn ervaren tijdens de wondverzorging. Extra medicatie op die momenten is vaak niet meer nodig. Daar zijn we natuurlijk heel blij mee. Als we onze mondlap, muts en paarse handschoenen pakken, weten de kinderen wat er gaat gebeuren. Ze gaan weer naar de ‘vissenkamer’ – zoals ze het zelf noemen.”
Het is een logisch gekozen naam want wie er binnenstapt, waant zich in een tropisch zeelandschap. De vloer zit vol met afbeeldingen van vissen waardoor het lijkt alsof je over de zee loopt. Op de blauwe muren kunnen allerhande vrolijke zeedieren en aapjes met magneten worden opgeplakt. Overal zijn speeltjes om de aandacht af te leiden en een televisiescherm toont kinderprogramma's, afgestemd op de leeftijd.
Filmpje en ijsje
In het midden van de kamer staat een groot bad. “Om zo schoon mogelijk te werken, gaat een kind hier helemaal in. Zo weekt het verband makkelijker los en komt de zeep overal. Deze anders zo vervelende behandeling ervaren de kinderen nu als minder pijnlijk en naar. Gewoon omdat er zoveel afleiding is.” Na het badderen en de wondzorg mag het kind vaak nog een half uurtje spelen in de kamer. Het ritueel kan extra worden verzacht met een filmpje kijken en het eten van een ijsje. De planning is zo ruim dat alles in een rustig tempo verloopt.
“We hadden hier onlangs een jongen met een verstandelijke handicap. Deze jongen was extreem angstig. Maar eenmaal in het bad keek hij naar de smurfen op tv en was hij onder de indruk van het wolkenplafond waarin wij met lampjes de wolken ‘aan’ en ‘uit’ kunnen zetten. We zagen dat hij zich volkomen op zijn gemak voelde. Bij sommige kinderen helpt ook de inzet van de VR-bril waarmee je je met 360 gradenbeelden in een virtuele wereld waant.”
De ‘vissenkamer’ is een onderdeel van de polikliniek van het Groningse Brandwondencentrum en wordt dus uitsluitend bezocht door patiëntjes die voor wondverzorging naar het ziekenhuis komen. Voor de kinderen die zó ernstig zijn verbrand dat ze moeten worden opgenomen, is er een tweede – heel recent geopende – verbandwisselkamer.
Opnames
“Een brandwond van meer dan 5% van het lichaamsoppervlak is indicatie voor opname”, vertelt Gera. “Juist kleine kinderen vormen bij ons de grootste groep. Het zijn de kleintjes die kruipen of nét kunnen lopen. Ze hebben zich bijvoorbeeld aan een gloeiend hete verwarmingsbuis opgetrokken of aan een tafelkleed met daarop een pot hete thee. Jaarlijks nemen we 35 tot 40 kleintjes van 0 tot vier jaar op.”
De rol van de pedagogisch medewerksters is hierbij van grote waarde. Zij nemen tijdelijk de plaats in van de ouders. “In de periode dat een kind opgenomen is, zijn de ouders niet aanwezig bij het verschonen van het verband”, vertelt Gera. “Dit heeft een reden. Ouders voelen zich vaak schuldig, omdat zij de verwondingen van hun kind niet hebben kunnen voorkomen. Als ze dan ook nog eens zien, wat er bij een verbandwisseling komt kijken, kunnen ze zich nóg ellendiger gaan voelen. De pedagogisch medewerkers zijn er uitsluitend voor het kind. Zij komen met de speeltjes en spelletjes en zij troosten waar nodig. Deze werkwijze en rolverdeling tijdens de klinische fase werken erg goed voor iedereen.”
De tweede verbandwisselkamer – met op de muren foto's van het zee- en het duinenlandschap van Schiermonnikoog – is onderdeel van de gesloten unit. Gera: “Hier gelden strenge hygiëne-eisen vanwege infectiegevaar. Deze nieuwe kamer is bedoeld voor zowel kinderen als volwassenen. Ook hier zijn hightech attributen beschikbaar. Omdat afleiding positieve effecten heeft, op jong én oud.”