Mondkapjes bij burgerhulpverlening

Sinds 1 december 2020 is in Nederland het dragen van een mondkapje verplicht in alle openbare en overdekte ruimten, in het onderwijs, het openbaar vervoer en bij contactberoepen. Hoewel de effectiviteit – ook binnen de wetenschap – wordt betwist, is het vooral onderdeel van een pakket aan maatregelen.

Hoewel het voor EHBO’ers tegennatuurlijk aan zal voelen, zal de eerste beoordeling van de mate van hulp aan een slachtoffer op anderhalvemeter afstand zijn. Kun je wachten op een ambulance (met personeel in beschermende kleding) of is het verantwoord iemand anders instructie te geven? Zo nee, dan dien je zelf deze hulp te verlenen, tenzij je jezelf daarbij in gevaar brengt. Als je over verbandmaterialen beschikt, is het zeer aannemelijk dat er ook handschoenen aanwezig zijn. Grote kans dat je een (niet-medisch) mondkapje – door de wetgeving – bij je hebt, zet die dan ook vooral op. Bij reanimatie tijdens de coronapandemie wordt geen mond-op-mond-masker toegepast (volgens richtlijn van NRR 9 oktober 2020). Het mondkapje werkt alleen als je het echt zorgvuldig gebruikt. Daarna natuurlijk goed de handen wassen.

Besmetting
Het coronavirus (SARS-CoV-2) verspreidt zich via druppels uit longen, keel of neusholte. Als andere mensen die druppels inademen, of bijvoorbeeld via de handen in de mond, neus of ogen krijgen, kunnen zij besmet raken met het virus. Bekend is dat mensen vooral via de wat grotere druppels besmet worden. De grote druppels komen niet zo ver (zelden verder dan 1,5 meter). Het is op dit moment niet duidelijk of de kleine druppels (aerosolen), die in de lucht blijven hangen, een rol spelen bij de verspreiding van het virus. Mochten ze een rol spelen in de verspreiding, dan is dit een minder belangrijke verspreidingsroute dan van de grotere druppels. Het beeld van de verspreiding van SARS-CoV-2 is hetzelfde als dat van andere virussen die door grote druppels worden overgedragen. Het mondkapje werkt alleen als je het echt zorgvuldig gebruikt.

Verschil
Wegwerpmondkapjes die in drogisterijen en supermarkten worden verkocht, zijn mondmaskers die onder de noemer niet-medisch vallen. Het verschil tussen medische en niet-medische mondkapjes zit hem in de functie. Medische mondkapjes beschermen de drager. Niet-medische
mondkapjes bieden vooral bescherming aan mensen in de nabije omgeving van de drager. Een niet-medisch mondkapje zorgt er namelijk voor dat het risico, dat druppels uit de mond en neus worden verspreid naar de omgeving, wordt verkleind. Een ander belangrijk verschil is dat medische mondkapjes moeten voldoen aan Europese richtlijnen en Nederlandse normen. Deze maskers worden dus gecontroleerd.

Mondkapjes zijn grofweg in drie soorten onder te brengen: niet-medische, FFP-mondneusmaskers en chirurgische maskers.

Niet-medische mondmaskers
De effectiviteit van een niet-medisch mondkapje hangt sterk af van de kwaliteit van de materialen, pasvorm en de wijze waarop de gebruiker met het mondkapje omgaat. De term mondkapje dekt de lading niet helemaal, het moet ook over de neus worden gedragen om effect te hebben. Er zijn geen officiële richtlijnen of wettelijke eisen waar de maskers aan moeten voldoen.

Chirurgische maskers
Chirurgische maskers zijn blauw met wit, bestaan uit drie typen (I, II en IIR) en worden in Nederland vooral door zorgverleners gebruikt. De maskers sluiten minder strak aan op het gezicht dan FFP-mondmaskers en zijn daardoor minder effectief in het beschermen tegen virussen. Het IIR masker is niet-vochtdoorlatend. Het is bedoeld ter bescherming van de neus- en mondslijmvliezen tegen spatten van lichaamsvloeistoffen. Het RIVM adviseert type IIR mondmaskers te gebruiken bij algemene zorghandelingen, ook bij patiënten die besmet zijn met het coronavirus. Je kunt aan het mondneusmasker zelf niet zien welk type het is. Om vergissingen te voorkomen, wordt in instellingen vaak maar één type (IIR) gebruikt. Binnen de zorg zijn richtlijnen opgesteld voor het gebruik van FFP-maskers en wanneer een chirurgisch mondmasker voldoende bescherming biedt.

Glimlach
Afgelopen maanden zagen we dat intensivisten en verpleegkundigen, wanneer zij volledig uitgedost waren in beschermingsmiddelen, toch een foto van henzelf op de kleding droegen. Het geeft aan hoe belangrijk zij het contact met de patiënten vinden. Een van de belangrijkste vormen van eerstehulpverlening is wel het geruststellen van het slachtoffer. Hieronder vallen alle varianten van ‘ik ben bij je, ik blijf bij je en ik ga alles doen wat in mijn macht ligt om je te helpen’. Bij het dragen van een mondkapje zijn non-verbale communicatiemiddelen deels uitgeschakeld. Bedenk dan dat een oprechte glimlach altijd de ogen bereikt.

Delen op social media

Word nu lid van de Nationale Bond EHBO

Schrijf je hier in