Natuurijs: schaatsplezier én ongevallen
“Als EHBO’er moet je steeds je ogen en oren open hebben”
Zodra er natuurijs ligt, trekken liefhebbers er massaal op uit. Op vaarten, plassen en meren, overal is de EHBO paraat. Want schaatsen is niet alleen een populaire maar ook een blessuregevoelige sport.
Zodra de vorst aanhoudt, bindt Nederland massaal de ijzers onder. De rayonhoofden komen bijeen en de Elfstedenkoorts steekt de kop op. Naast alle plezier op het ijs zijn er in zo’n winter ook heel veel ongevallen. Want schaatsen is een sport met een grote kans op acute blessures. Per 100.000 uur dat er geschaatst wordt, worden er 76 schaatsblessures opgelopen waarvoor behandeling op de Spoedeisende Hulp (SEH) afdeling nodig is. Voor sport in het algemeen is die kans veel kleiner: 8 blessures per 100.000 sporturen.
Omdat niet elke winter natuurijs brengt, wisselt het jaarlijks aantal blessures sterk. De winter van vorig jaar sprong er echt uit. Eind januari 2012 werd Nederland overvallen door een officiële koudegolf met temperaturen die in vijftig jaar niet zo laag waren geweest. Zo was het begin februari -22,9 graden in Lelystad. De afdelingen SEH in ons land behandelden dan ook in de periode 31 januari 2012 tot en met 13 februari 2012 13.000 gewonde schaatsers. In totaal werden er 1170 patiënten opgenomen. Ter vergelijking: in eenzelfde periode zonder natuurijs melden zich gemiddeld 200 schaatsers met letsel op de SEH…
Ongetraind
Niet alleen op het Zuidlaardermeer maar ook op de vele grote vijvers die Veendam rijk is, wordt er in koude winters naar hartelust geschaatst. Leo Boswijk (66) is meestal paraat. Hij is EHBO’er sinds 1975. “Die sfeer is prachtig. Nederland op zijn mooist. Maar onder al die enthousiaste mensen die het ijs op stappen, zitten ook ongetrainde schaatsers. Plus diegenen die alleen ervaring hebben op kunstijs. Niet iedereen is verdacht op scheuren en hobbels en in staat om daar snel op te reageren.”
“Als EHBO’er moet je voortdurend je ogen en oren open hebben. Want door de grote drukte op het ijs liggen ook botsingen op de loer. Als toeschouwers of schaatsers op een onhandige plek uitrusten, worden ze makkelijk onderuit geschoffeld door voorbijkomende schaatsers. Mijn taak is om dan te waarschuwen en ongevallen te voorkomen. Want de snelheid op het ijs is groot, uitwijken is lastig en bij opstoppingen knalt iedereen tegen elkaar op.”
Gebroken polsen
Leo en zijn collega’s zien tijdens hun diensten vaak gebroken polsen. Wat er zoals meer voorbij komt? Een gemene snijwond doordat de punt van andermans schaats zich in een enkel heeft geboord. Een gebroken heup, een enkelfractuur of een bloedende hoofdwond omdat iemand tegen een laag bruggetje is gereden. Bij niet bloedende builen en zwellingen moet er worden gekoeld. “Water is er meestal niet in de buurt. Geen probleem, dan koel je met schone sneeuw.”
Een aparte categorie vormen de mensen die onderuit glijden en op hun achterhoofd vallen. Ze voelen zich soms gegeneerd, willen zich groot houden en lopen weg. “Het is je taak als EHBO’er om duidelijke voorlichting te geven. Heb je hoofdpijn? Ben je duizelig? Ga dan zeker even naar je huisarts, misschien is het een hersenschudding. En laat je ‘s nachts in elk geval om de twee uren wekken. Dit om er zeker van te zijn dat je niet suffig of bewusteloos raakt want na een harde klap of val op het hoofd bestaat er altijd kans op een bloeding in de hersenen.”
Helm
Zeker bij het recreatief schaatsen zijn in verhouding nog weinig mensen met een helm. Velen vinden dat wat overdreven maar als je de letsels ziet, is het helemaal geen overbodige luxe, vindt Leo. Zet een fiets- of skihelm op, adviseert hij, want die kan heel wat ellende voorkomen. Bij grote toertochten moeten de EHBO’ers ook attent zijn op vermoeidheid bij de deelnemers. Soms kan een geplande afstand te hoog gegrepen zijn. “Als je vermoeid raakt, reageer je minder alert. De kans op valpartijen is dan groter.”
Leo is ook actief als Lotus. Het geeft hem een voorsprong bij het herkennen van letsels, vindt hij. “Je leert te letten op de expressie in een gezicht, het is een kwestie van goed observeren. Zo vroeg een collega mij eens om assistentie. “Leo, ik heb hier iemand met een gebroken kaak”, zei hij. Inderdaad sprak het slachtoffer erg verkrampt. Maar ik zag al snel dat het praten hem niet door een kaakbreuk maar door gebroken ribben moeilijk af ging.”
Quad
Het patiëntenvervoer op het ijs is tegenwoordig prima geregeld, vindt hij. Vaak wordt namelijk een quad ingezet, een vierwielige motorfiets. Een prima hulpmiddel omdat hij heel wendbaar is ook een flinke snelheid kan bereiken. “Je koppelt er een slee achter met daarop de brancard. Ik ben wel eens het meer op geweest om met de quad een gewonde vrouw te halen. Nadat zij goed was ingepakt in aluminiumfolie en dekens, ging ik achter haar zitten, met haar hoofd tussen mijn knieën. Op zo’n manier kun je een patiënt veilig naar de EHBO post vervoeren en daar verder behandelen.”