Niet-aangeboren hersenletsel gaat nooit meer over

Hersenaandoeningen kennen een grote verscheidenheid en komen op iedere leeftijd voor. Jaarlijks lopen zo’n 140.000 mensen hersenletsel op, van wie er 40.000 forse blijvende beperkingen aan overhouden. In totaal zijn er zo’n 650.000 Nederlanders die beperkingen ervaren als gevolg van niet-aangeboren hersenletsel.

Niet-aangeboren hersenletsel (NAH) kan ontstaan door een oorzaak van buitenaf, bijvoorbeeld door een auto-ongeluk, een klap op iemands hoofd of door een val van een trap. Dat wordt traumatisch hersenletsel genoemd. Hersenletsel kan ook ontstaan doordat er in de hersenen iets misgaat, bijvoorbeeld een bloedvat dat knapt in de hersenen of een propje dat in de bloedbaan van de hersenen vast komt te zitten. Dit wordt niet-traumatisch hersenletsel genoemd.

Niet-traumatisch hersenletsel
Bij een beroerte (CVA) gaat er iets mis in de bloedvaten van je hersenen. Een deel van de hersenen krijgt op dat moment geen zuurstof en voeding meer. Plotseling vallen functies uit. Iemand kan dan verward overkomen, is moeilijk te verstaan of begrijpt niet meer wat je zegt. Verder kan de mondhoek gaan hangen, zakt de arm weg, krijgt hoofdpijn, duizelig, et cetera. De EHBO’er kan een beroerte herkennen door de test:

– mond: vraag het slachtoffer om de tanden te laten zien;
– spraak: vraag het slachtoffer of de omstanders of hij anders is gaan praten. Laat hem een zin uitspreken.
– arm: en arm (en/of been is verlamd). Vraag het slachtoffer om zijn ogen te sluiten. Vraag om de armen op te tillen en voor zich uit te strekken met de binnenkant van de handen naar boven.

Bel onmiddellijk 112 als je met deze test hebt vastgesteld dat het slachtoffer een beroerte heeft. Geef aan de centralist door hoe laat de klachten begonnen. Houd er rekening mee dat het slachtoffer kan omvallen door zwakheid van spieren. Bel ook de huisarts/spoedpost van de huisartsen als je twijfelt of iemand een beroerte heeft.

Overige voorbeelden van niet-traumatisch hersenletsel zijn bijvoorbeeld gezwel/tumor, epilepsie, vergiftiging en zuurstofgebrek.
Traumatisch hersenletsel
Bij traumatisch hersenletsel komen een hersenschudding, hersenkneuzing, schedelbasisfractuur, bloeding tussen schedel en hersenen, whiplash en shaken baby syndroom voor. Door een val of botsing met iets hards krijgt het hoofd een harde klap. Een hersenschudding is een ‘lichte’ vorm van hersenletsel waarbij de hersenen heen en weer worden geschud. De verschijnselen bij het slachtoffer kunnen zijn:

– suf en verward;
– mogelijk kort bewusteloos;
– heeft hoofdpijn en/of is duizelig;
– reageert traag, onthoudt dingen moeilijk;
– klaagt over vermoeidheid, dubbelzien en oorsuizen;
– is mogelijk misselijk en kan braken;
– lichtschuw.

Let op! Wees alert op mogelijk wervelletsel.

Een hersenkneuzing is een ernstige vorm van traumatisch hersenletsel waarbij het hersenweefsel beschadigd is geraakt, in tegenstelling tot een hersenschudding. Bij een hersenkneuzing is altijd sprake van bewustzijnsverlies van minsten 15 minuten en het bewustzijnsverlies is ook dieper dan bij een hersenschudding.

Dan is er ook nog hersenletsel als gevolg van een schedelbasisbreuk. Een botgedeelte kan de hersenen binnengedrongen zijn of een voorwerp veroorzaakt de breuk na een ongeval of misdrijf. Hier is de oorzaak van het letsel niet de toename van de druk op de hersenen, maar het voorwerp dat de hersenen beschadigt. Bij een schedelbasisbreuk heeft het slachtoffer blauwe plekken rond de ogen (brilhematoom) of achter het oor (battle-sign). Deze plekken kunnen uren na het ongeval pas zichtbaar worden. Let ook op bloed of (hersen)vocht uit neus of oor.

Cijfers
Jaarlijks krijgen zo’n 46.000 mensen een beroerte of CVA. Niet-aangeboren hersenletsel is de belangrijkste doodsoorzaak bij kinderen en jongeren. Elk jaar lopen circa 140.000 mensen hersenletsel op van wie er 10.000 dit niet overleven. Van de 130.000 hersenletselpatiënten per jaar die overleven zijn er 19.000 kinderen en jongeren van 0 tot 24 jaar. Elk jaar komen er ongeveer 40.000 mensen bij die forse blijvende beperkingen overhouden aan hersenletsel, ongeveer 650.000 in totaal.

Tips voor handelen
Bel de huisarts na een flinke klap op het hoofd, zeker bij een jong kind. De huisarts beoordeelt of de patiënt de eerste 24 uur gewekt moet worden (wekadvies) of naar het ziekenhuis moet. Bel direct de huisarts/huisartsenpost als de patiënt in de eerste dagen/weken suf of verward is of zich anders gedraagt, meer hoofdpijn krijgt, steeds misselijk is of overgeeft. Wanneer je als EHBO’er bij een slachtoffer komt, is hersen- en/of schedelletsel niet altijd direct duidelijk. Neem geen risico en ga van het ergste uit. Is het slachtoffer bij bewustzijn, probeer dan erachter te komen of hij bewusteloos is geweest. Vraag dit na aan de persoon zelf, maar betrek zo mogelijk omstanders hierbij. Probeer te achterhalen wat er is gebeurd en stel de persoon gerust. Schakel professionele hulpdiensten in. Bij een bewusteloos slachtoffer is het belangrijk om de vitale functies blijven te controleren. Naast hersenletsel kan het slachtoffer ook wervelletsel hebben. Door ervoor te zorgen dat het slachtoffer zich niet beweegt, voorkom je dat letsels erger worden.

Verwerking voor slachtoffer
Niet aangeboren hersenletsel gaat nooit meer over. Het belangrijkste kenmerk van hersenletsel is de zogenoemde ‘breuk in de levenslijn’. Mensen ervaren hun leven vaak als in tweeën gedeeld: een leven vóór en een leven na het hersenletsel. Hierin verschilt de doelgroep van mensen met een aangeboren beperkingen; mensen met hersenletsel krijgen te maken met verwerkingsproblematiek en moeten hun leven opnieuw en anders vormgeven.

Delen op social media

Word nu lid van de Nationale Bond EHBO

Schrijf je hier in