Plotselinge benauwdheid beangstigend voor slachtoffer én hulpverlener
Herken de signalen en schakel professionele hulp in
Plotselinge benauwdheid is vaak zeer beangstigend, zowel voor slachtoffers als hulpverleners. Oorzaken zijn divers, sommige onschuldig, andere levensbedreigend. Van groot belang is om ademhalingsproblemen en alarmsymptomen tijdig te herkennen en professionele hulp in te schakelen.
Benauwdheid en kortademigheid zijn termen die veelal door elkaar gebruikt worden, ze omschrijven beiden het gevoel van het slachtoffer: moeilijk ademen, snel ademen, luchthonger. Slachtoffers die ernstig kortademig of benauwd zijn, gaan vaak in een houding zitten waarin zij het gemakkelijkst kunnen ademen: halfzittend of rechtop iets naar voren leunend met de handen op de knieën waarbij de borstkas zo groot mogelijk gemaakt wordt.
Blauwe lippen
Soms zijn er tekenen van zuurstoftekort waarbij de lippen en slijmvliezen blauw verkleurd zijn als gevolg van lage zuurstofverzadiging van het hemoglobine in het bloed. Het donkerrode (zuurstofarme) bloed schemert blauwig door de slijmvliezen. Daarnaast leidt zuurstoftekort in de hersenen tot onrust, later overgaand in sufheid en bewustzijnsverlies. Het slachtoffer met ernstige ademhalingsproblemen ziet vaak bleek, klam en zweterig.
Het aantal ademhalingen per minuut is belangrijk voor het inschatten van de ernst van benauwdheid. Een volwassene ademt in rust tussen de 12 en 16 keer, bij kinderen geldt dat hoe jonger het kind is hoe vaker hij ademt. Een ademfrequentie van meer dan 25 keer per minuut is bij volwassenen in rust alarmerend. Daarnaast kan de diepte van de ademteugen afwijkend zijn. Een oppervlakkige ademhaling (hypoventilatie) kan betekenen dat het slachtoffer pijn heeft bij het ademen of niet goed kan doorzuchten. Diepe ademteugen (hyperventilatie) zijn soms een onschuldige uiting van angst of stress, maar kunnen ook door zuurstoftekort veroorzaakt worden. Als een slachtoffer tussen iedere ademteug door maar enkele woorden kan spreken, is er sprake van ernstige (en soms levensbedreigende) benauwdheid.
Uitputting
Bij benauwdheid kan de inspanning die geleverd wordt om te ademen fors toenemen en gebruikt het slachtoffer hulpademhalingsspieren zoals de halsspieren. Kleine kinderen neusvleugelen en hebben soms intrekkingen onder de ribbenboog. Langdurig hoge ademarbeid leidt tot uitputting, waarbij de ademhaling vaak rustiger wordt en de ademteugen oppervlakkiger. Dit is een slecht teken en reden om met spoed medische hulp in te schakelen! Kinderen en jongvolwassenen kunnen vaak heel lang veel ademarbeid leveren, maar als de compensatiemechanismen tekort schieten, gaan zijn plotseling onderuit.
Symptomen
De oorzaak van benauwdheid kan zowel in- als buiten de longen gelegen zijn. Voor de eerstehulpverlener is de de precieze oorzaak meestal niet te achterhalen en ligt de nadruk op het herkennen van alarmsignalen en vroegtijdig alarmeren. Bij longziekten zoals astma of COPD is er chronische ontsteking en vernauwing van de luchtwegen. Er is een piepende uitademing, een benauwd gevoel en soms hoesten. De aanval kan mild en onschuldig zijn, soms zijn er alarmsymptomen en een levensbedreigende situatie. Een longontsteking geeft ook benauwdheid, maar die ontstaat vaak geleidelijker en gaat gepaard met hoesten, ziekte en koorts.
Een longembolie (bloedstolsel in de longvaten) kan een levensbedreigende oorzaak van benauwdheid zijn. Meestal is er pijn, vastzittend aan de ademhaling en kan het slachtoffer niet goed doorzuchten. Bij een grote longembolie kan er sprake zijn van blauwe verkleuring van de lippen en verschijnselen van shock.
Een spontane klaplong geeft plotselinge benauwdheid met pijn vast aan de ademhaling, vaak tussen de schouderbladen. Dit treedt soms op bij jongeren en longpatiënten. Een klaplong kan ook veroorzaakt worden door gebroken ribben na een ongeval. Soms beweegt bij een klaplong één borstkashelft niet goed mee met de ademhaling.
Hartaandoeningen, zoals een hartinfarct of ernstig hartfalen, kunnen ook benauwdheid geven. Er is dan ook drukkende pijn op de borst met uitstraling naar de linker arm of schouderbladen. Bij hartfalen kan plotseling veel vocht in de longen komen, waarbij het slachtoffer ernstig benauwd is en een snelle vaak reutelende of pruttelende ademhaling heeft.
Hyperventilatie gaat vaak gepaard met (hevige) kortademigheid, snelle en diepe ademteugen en een paniekaanval. Klassiek bij hyperventilatie zijn tintelingen rondom de mond en in de vingers, soms met vingerspasme. Bij jongeren is hyperventilatie meestal onschuldig, maar bij volwassenen en ouderen kan het een uiting zijn van hartziekte of ontregeling van processen in het lichaam.
Rechtop zitten
De Eerste Hulp bij benauwdheid beperkt zich meestal tot het herkennen van alarmsymptomen, ondersteunende maatregelen en het inschakelen van professionele hulp. Laat een benauwd slachtoffer rechtop zitten of in een houding die hij het prettigst vindt.
Dat geldt zowel voor longaandoeningen als hartaandoeningen. Help een slachtoffer met astma of COPD met het innemen van zijn eigen medicatie. Bij hyperventilatie stelt men het slachtoffer gerust en men probeert ademhalingsoefeningen om de ademhaling tot rust te brengen. Ademen in een zakje wordt afgeraden, vaak neemt de paniekaanval toe en bij een lichamelijke oorzaak van hyperventilatie kan de toestand verslechteren.
Zuurstoftoediening is voorbehouden aan speciaal opgeleide eerstehulpverleners en professionele hulpverleners, omdat zuurstof een medicijn is dat ook bijwerkingen en risico’s kent.
Alarmsignalen
• Ademfrequentie >25/min of <10/min
• Blauwe verkleuring lippen en gelaat (Cyanose)
• Gebruik van hulpademhalingsspieren
• Neusvleugelen en intrekkingen
• Onrust, sufheid, bewustzijnsdaling
• Achterblijven borstkashelft
• Uitputting
Pim de Ruijter, arts
Instructeur Eerste Hulp