Shock: een moeilijk ziektebeeld
Shock kent verschillende oorzaken en uitingen. Het is echter van belang om het tijdig te herkennen en er naar te handelen, anders kan het fatale gevolgen hebben. In dit artikel een paar voorbeelden van shock, achtergrond informatie en wat je kunt doen.
In de media lezen we vaak: ‘…er werden meerdere mensen in shock afgevoerd naar het ziekenhuis, zij konden diezelfde avond nog naar huis.’
De meeste eerstehulpverleners weten wel dat daarmee niet de shock bedoeld wordt die tijdens de cursus Eerste Hulp behandeld wordt. Hier is sprake van een zogenaamde ‘shocktoestand’ na het meemaken van een ernstige of indrukwekkende gebeurtenis, waarbij het slachtoffer of omstanders de overdaad aan heftige prikkels even niet meer kunnen verwerken en geestelijke zorg nodig hebben. In de Eerste Hulp spreken we van shock als het slachtoffer door een tekort aan circulerend bloed in de bloedvaten ernstig ziek is. Dan ook is er sprake van een levensbedreigende toestand. Shock is een lastig ziektebeeld, dat veel verschillende oorzaken kent. Het kan leiden tot verdere achteruitgang van de toestand van het slachtoffer en in het ergste geval zelfs tot de dood, als het niet tijdig wordt herkend.
Opa Jan (73) heeft al jaren last van brandend maagzuur. Er over klagen doet hij zelden. Als Carola op een middag bij hem komt, zit hij wat bleekjes in zijn stoel en hij ziet er ziek uit. Als Carola vraagt hoe het met hem gaat antwoordt hij: ‘Ik voel me niet goed, ik ben misselijk en licht in het hoofd. Ik heb pijn in mijn maag.’ De huid van opa voelt klam en koud aan. ‘Is er iets gebeurd? Bent u gevallen?’ vraagt Carola. ‘Nee,’ antwoordt opa, ‘maar ik heb al wel een paar dagen gitzwarte diarree. Vandaag leek er ook wat bloed bij te zitten.’ Carola besluit opa op bed te leggen, maar bij het opstaan wordt hij zo duizelig dat hij bijna flauwvalt. Carola legt opa voorzichtig op de grond en belt de huisarts, die snel komt en opa Jan onderzoekt. Hij stelt vast, dat opa een maagbloeding heeft en snel naar het ziekenhuis moet. De bloeddruk is laag en de hartslag snel. De huisarts waarschuwt een ambulance en opa Jan wordt naar het ziekenhuis gebracht.
Pieter, Jos en Mark zitten op een warme zomeravond op het terras gezellig een biertje te drinken en besluiten iets te eten. Ze bestellen een frisse salade. Jos voelt zich ineens niet lekker, hij klaagt over tintelingen in de mond en een benauwd gevoel in zijn keel. Al snel krijgt hij flinke jeukende galbulten in het gelaat, in de hals en op de borstkas. Mark, die een Eerste Hulp cursus heeft gevolgd, vraagt aan Jos of hij misschien ergens allergisch voor is. ‘Ja,’ antwoordt Jos die het inmiddels behoorlijk benauwd heeft: ‘Ik ben flink allergisch voor walnoten, maar ik heb nu toch geen walnoten gegeten!’ Zijn huid is erg rood en zijn gezicht en tong zijn opgezwollen. Mark geeft Pieter de opdracht om 1-1-2 te bellen en te melden dat Jos een ernstige allergische reactie heeft en snelle hulp gewenst is. Jos maakt duidelijk dat in zijn schoudertas een EpiPen zit. Hij is op de grond gaan liggen en raakt steeds moeilijker aanspreekbaar, zijn ademhaling klinkt gierend. Jos heeft ooit aan Mark uitgelegd hoe de EpiPen werkt en Mark geeft Jos snel de eerste injectie. In de verte horen ze de ambulance aankomen. De ambulanceverpleegkundige geeft Jos een infuus en dient extra medicijnen toe. Het gaat snel beter, maar voor alle zekerheid wordt Jos meegenomen naar het ziekenhuis voor controle.
Deze cassusen tonen verschillende oorzaken van het ziektebeeld shock. Shock kan behalve hevig actief bloedverlies ook andere oorzaken hebben, zoals verlies van vocht, een bloedprop in de grote bloedvaten of een ernstige allergische reactie.
Wat alle oorzaken gemeen hebben is dat zij leiden tot het centrale probleem bij shock: er is onvoldoende bloed in de bloedvaten om de weefsels en vitale organen van zuurstofrijk bloed te voorzien. Hierdoor raakt de functie van deze organen gestoord en kan, wanneer niet tijdig wordt ingegrepen, onherstelbare schade ontstaan. Het lichaam zal in eerste instantie proberen de gevolgen van het tekort aan circulerend bloed in de vaten te voorkomen door te compenseren om de bloeddruk op peil te houden. Dit leidt tot een deel van de kenmerkende symptomen van shock, zoals beschreven in EHBO Leren & Doen, uitgave van de Nationale Bond. In eerste instantie zijn de gevolgen van shock nog omkeerbaar door ingrijpen van professionele hulpverleners, wanneer de shock echter vordert zal onherstelbare schade aan de vitale organen uiteindelijk leiden tot overlijden van het slachtoffer.
In het eerste voorbeeld is sprake van inwendig bloedverlies. Door een bloeding aan een maagzweer heeft opa Jan in enkele dagen tijd veel bloed verloren. Het bloedverlies wordt in eerste instantie niet opgemerkt, de ontlasting is namelijk zwart en het bloed is niet te zien. Dat komt omdat bloed in de maag onder invloed van het maagzuur en verteringssappen verteerd wordt, waardoor het zwart uitslaat en de ontlasting zwart verkleurt. Slachtoffers met een maagbloeding hebben vaak (maar niet altijd) al langere tijd van maagklachten en gebruiken soms al maagzuurremmers op voorschrift van de huisarts. Een maagbloeding kan levensbedreigend zijn, zeker omdat het bloedverlies pas laat wordt opgemerkt.
Een ander type shock is het tweede voorbeeld. Jos heeft een ernstige allergie voor walnoten en kreeg na het (per ongeluk) eten van een salade waar sporen van walnoten inzaten een zogenaamde ‘anafylactische shock’. Ook bij de anafylactische shock is er sprake van te weinig bloed in de grote bloedvaten, er is echter geen sprake van bloedverlies.
Als gevolg van de ernstige allergische reactie zijn er stoffen in de bloedbaan vrijgekomen die zorgen dat alle bloedvaten in de huid en slijmvliezen gaan open staan (vaatverwijding). Hierdoor is minder bloed beschikbaar voor de weefsels en vitale organen en daalt de bloeddruk. In tegenstelling tot de ‘gewone’ shock is het slachtoffer bij een anafylactische shock niet bleek maar juist rood, immers alle bloedvaten in de huid staan open. Dit wordt ook wel ‘warme shock’ genoemd. Daarnaast is er door de hevige allergische reactie vaak hevige benauwdheid, een piepende ademhaling, huiduitslag en zwelling van de slijmvliezen in de lippen, tong en mond. De Eerste Hulp bij dit type shock is anders dan bij de ‘gewone’ shock. Men kan de vaatverwijding in de huid tegengaan door het toedienen van het hormoon adrenaline, dat zorgt voor het samenknijpen van de bloedvaten. Dan neemt de doorbloeding van de huid neemt af en wordt er meer bloed naar de grote vaten en organen gestuurd. Slachtoffers die bekend zijn met een ernstige allergie krijgen van de huisarts een soort pen, de zogenaamde EpiPen. Hiermee kunnen zij zichzelf, eventueel met hulp van familie of omstanders een injectie in het bovenbeen toedienen die (tijdelijk) de allergische reactie verminderd. Het is altijd noodzakelijk om 1-1-2 te waarschuwen, de allergische reactie kan terugkomen en dan moet het slachtoffer extra medicijnen toegediend krijgen.
Al met al is shock een ernstige aandoening die de eerstehulpverlener niet vaak tegenkomt. Het is echter van groot belang om shock te herkennen en de ernst er van in te zien. Snel alarmeren is van levensbelang. De eerstehulpverlener kan een belangrijke rol spelen in de opvang van het slachtoffer en hem geruststellen en ondersteunen. Bescherm het slachtoffer tegen verdere afkoeling en laat hem zo min mogelijk bewegen, verplaats hem bij voorkeur niet. Geef het slachtoffer géén eten of drinken.