Werken met een tourniquet
De tourniquet maakt weer deel uitmaken van de basiseisen van het diploma Eerste Hulp zoals elders in dit blad is te lezen. Als EHBO’er is het belangrijk om op eigen gevaar te letten. Een catastrofale bloeding kan natuurlijk komen door een ‘stom’ ongeluk, maar ook het gevolg van schiet- en steekpartijen of zelfs bomaanslagen.
Alarmeer 112, doe dit zelf (smartphone op luidspreker) of laat iemand bellen. Het aanleggen van een tourniquet zal nodig zijn wanneer het bloed uit een ledemaat spuit, kleding is doordrenkt van het bloed, wanneer er een (deel van een) ledemaat mist en dergelijke.
Bij (hevig) bloedverlies is het aantrekken van een setje plastic handschoenen aan te bevelen, wanneer je daar als hulpverlener de beschikking over hebt. Heb je geen tourniquet, probeer dan in ieder geval constante druk uit te oefenen op de wond door er een schone doek op te aan te brengen en hierop je gewicht te leunen.
Heb je wel een tourniquet, dan mag deze eventueel over de kleren aangebracht worden. Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de kleding eronder zitten zoals sleutels. Doe de tourniquet om de arm of het been, ongeveer 5-8 cm boven de bloedende wond. Plaats de tourniquet niet over een gewricht.
Trek de band zo strak mogelijk aan, zo strak dat er je er niet meer met drie vingers onderdoor kan. Plak het klittenband op zichzelf, niet voorbij de spilslipsluiting. Draai de spil om totdat de bloeding stopt. Maximaal drie slagen van 180 graden. Haak vervolgens de spil achter de spilclip. Voer de rest van het klittenband door de spilclip over de spil, zet de spil dicht met de spilclipsluiting en noteer de tijd op de sluiting. Dit laatste is belangrijk voor de professionele hulpverlening.
Voor het slachtoffer zal de tourniquet pijnlijk aanvoellen. Geef dat ook aan bij het aanleggen. Dit mag echter geen reden zijn om de tourniquet los te maken en te verwijderen. Wacht vervolgens op de professionele hulpverlening.