Category Archive: Magazine

  1. Kosten Magazine Eerste Hulp

    Leave a Comment

    Tijdens de ALV 20 mei is uitvoerig gesproken over de kosten van ons Magazine Eerste Hulp. Niet verwonderlijk, want het Magazine neemt een behoorlijke hap uit ons jaarbudget.

    Naast suggesties om het Magazine Eerste Hulp op langere termijn in pdf-vorm uit te brengen, werd tijdens de vergadering duidelijk dat veel magazines ongelezen blijven, omdat het aantal bij de verenigingen aangeleverde exemplaren simpelweg te groot blijkt te zijn.

    Dat is natuurlijk zonde en het vormt daarmee een gemakkelijk te vermijden kostenpost. Bij dezen de oproep aan de verenigingen om middels een mail aan secretariaat@nationalebond.nl te laten weten aan hoeveel magazines uw vereniging werkelijk behoefte heeft. U helpt ons zodoende op eenvoudige wijze de kosten te beperken.

    Uiteraard zal het bestuur komende tijd voorstellen uitwerken om de kosten van het magazine nog verder te beperken. We houden u door middel van deze nieuwsbrief op de hoogte.

  2. EHBO ‘Leren & Doen’:  EHBO bij zwangere vrouwen nader beschouwd!

    Leave a Comment

    Het artikel over ‘EHBO bij zwangere vrouwen’ in de april 2023 uitgave van het EHBO Magazine heeft kritische vragen opgeroepen bij lezers. Deze werden snel en direct gemeld bij het secretariaat@nationalebond.nl.

    Wie het artikel leest, kan bij de tekstinterpretatie abusievelijk en onbedoeld de indruk krijgen dat ook bij zwangere vrouwen toch ‘buikstoten’ gegeven mogen worden bij verslikking/obstructie van het luchtkanaal.
    Uiteraard is dit ongewenst: buikstoten kunnen moeder en kind bij zwangerschap schade toebrengen.
    In het artikel wordt bedoeld dat overgegaan moet worden op borststoten op het onderste/midden deel van de borstkast.

    Wat zeggen de handboeken?
    Als we het handboek Leren & Doen blz. 84 erop naslaan is het antwoord duidelijk:
    “Als buikstoten onmogelijk zijn, bijvoorbeeld door een te grote buikomvang bij overgewicht of door zwangerschap vanaf 20 weken, worden borststoten gegeven. Zorg dat het slachtoffer tegen een muur staat, in een stoel zit of op de grond ligt ter ondersteuning.”   

    Noot: bij een zwangere die op haar rug ligt op de grond, drukt het gewicht van de baarmoeder en baby de onderste holle ader dicht, waardoor benauwdheid kan optreden. Door simpelweg grondligging te vermijden óf een door een opgevouwen deken onder de rechterflank en heup te leggen, waardoor het slachtoffer iets naar links kantelt, wordt de terugvloed van het bloed naar het hart bevorderd.

    Het kersvers gepubliceerde handboek Evenementenzorg blz 159 is nog iets specifieker:
    “Buikstoten (Heimlich manoeuvre) zijn bij een zwangere vrouw in de laatste maanden van de zwangerschap niet goed toepasbaar, omdat de zwangere baarmoeder met het kind in de weg zit. Bij het uitvoeren van de buikstoten kunnen ernstige inwendige verwondingen ontstaan bij de zwangere vrouw en het ongeboren kind. Wanneer een zwangere vrouw als gevolg van verslikking een volledige luchtweg belemmering heeft, niet kan praten of hoesten en 5 rugslagen geen effect hebben, dan wordt een alternatieve methode uitgevoerd. Plaats een vuist op de onderste helft van het borstbeen waar de ribben samenkomen. Plaats de andere hand op de vuist en omsluit de borstkas. Geef vervolgens vijf borststoten en wissel deze af met 5 slagen tussen de schouderbladen. Indien de zorgvrager het bewustzijn verliest moet reanimatie worden gestart.”

    Belrondje ‘instructeurs’
    Uiteraard peilden we ook de mening van enkele instructeurs. Zij zijn van mening dat het voor een EHBO’er zonder medische ervaring moeilijk is om exact de onderste helft van het borstbeen waar de ribben bijeenkomen, te bepalen. Voor een meer ervaren relevant medisch onderlegd persoon zou dat wél moeten kunnen.

    Slotsom
    De slotsom is dat voor het overgrote deel van de EHBO’ers (met geen of minder medische ervaring) het advies luidt om het slachtoffer tegen een muur of op een stoel te plaatsen (en alleen als het niet anders kan op de grond. Vervolgens de ene hand net onder het midden van het borstbeen te plaatsen en samen met de andere hand de vijf stootbewegingen op de borstkas uit te voeren, gevolgd door 5 schouderbladslagen en dit herhalen. Alleen EHBO’ers met medisch relevante kennis en/of ervaring met zwangeren zoeken het onderste gedeelte van het borstbeen op waar de ribben samenkomen op en voeren daar de stootbewegingen uit inclusief schouderbladslagen. In alle gevallen geldt het devies: geen druk op enig buikdeel uitvoeren, blijf weg van de buik.

    Uiteraard zijn we als redactieteam heel blij met de kritische geluiden en meldingen via secretariaat@ehbonationalebond.nl. Het laat zien dat het EHBO Magazine goed gelezen wordt en dat teksten, die niet helemaal duidelijk zijn of mogelijk tot verkeerde interpretatie leiden, bij de redactie gemeld worden. Vervolgens gaan we dan samen een verbeterslag maken. Er valt altijd iets te leren.

  3. Top-10 ‘gevaarlijkste’ beroepen

    Leave a Comment

    Top 10-lijstjes: het internet staat er werkelijk vol mee. Dagelijks delen online nieuwsplatforms en amusementswebsites massaal nuttige, meestal minder nuttige, maar vaak hilarische en soms ook ontroerende rangschikkingen over uiteenlopende onderwerpen. Geef toe; u heeft ongetwijfeld zelf ook wel eens vermakelijk gescrold door lijstjes over zaken als de fijnste zonbestemmingen in de winter, beste tips om af te vallen of meest ‘bingewaardige’ Netflix-series. Passend bij dit magazine geven wij de Top 10 gevaarlijkste beroepsgroepen. Ofwel; de professies waarbij het vaakst naar de EHBO-koffer wordt gegrepen.

    Een politieagent die niet zonder kleerscheuren thuiskomt na een worsteling met een gevaarlijke overvaller of een brandweerman die een gezin ternauwernood uit een brandend appartement weet te redden. Het ligt voor de hand om te denken dat deze twee collega-hulpverleners tijdens hun werk het meeste risico lopen om gewond te raken. Toch is niets minder waar; beide beroepen staan op de gedeelde vijfde plek in een overzicht dat het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) onlangs publiceerde. En op nummer één? Daar staat het beroep van kok, zo blijkt uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden van het CBS en onderzoeksorganisatie TNO.

    Ongeluk in een klein hoekje
    Het is ook eigenlijk niet verwonderlijk als je je bedenkt dat een ongeluk in de keuken in een klein hoekje schuilt. Uitschieten tijdens het fileren van een visje met een scherp mes of jezelf verbranden aan een kokendhete saus of soep. Het zijn slechts twee simpele voorbeelden waaruit blijkt dat een goed uitgeruste EHBO-koffer en recent opgefriste cursus hulpverlening in het gemiddelde hotel of restaurant beslist geen overbodige luxe zijn.

    Wij vroegen twee doorgewinterde keukentijgers naar hun kijk op bovenstaand onderzoek. Antoine (49) draait al sinds zijn zestiende mee in de betere Bredase en Rotterdamse horeca. Hij werkte zich op van keukenhulp – “de ervaring die ik destijds opdeed beperkt zich overigens tot het garneren van een dame blanche” – tot chef-kok. Hoewel hij zijn werk zelf niet als gevaarlijk zou willen bestempelen, beaamt hij dat het ‘gevaar’ om jezelf te bezeren in een keuken constant op de loer ligt: “Misschien wel de belangrijkste reden daarvoor is dat je als kok te maken hebt met een behoorlijke werkdruk”, vertelt hij. “Vanaf het moment dat de deuren van ons restaurant openen, duurt het maar even voordat onze bonnenprinter (bedoeld om bestellingen aan de keuken door te geven, red.) op volle toeren draait. Op dat moment draait alles om het serveren van een perfect gerecht, waarbij ontzettend veel factoren samenkomen. Ik kan niet ontkennen dat er dan ‘in de haast’ dingen misgaan. Je pakt een bakplaat aan zonder handschoen of vergeet gemorste ingrediënten direct op te ruimen, waardoor een collega uitglijdt en zich bezeert.” Gelukkig voor hem bleef het in zijn eigen carrière bij wat kleine lichamelijke ongemakken, die vaak gemakkelijk ter plekke verholpen konden worden.

    Dat geldt helaas niet voor Cynthia (34), die tijdens haar werk in een eetcafé ernstige brandwonden opliep. Een per ongeluk omgestoten glas water zorgde voor een heftige steekvlam in een frituurpan, waardoor hete olie op haar hand en een groot deel van haar onderarm terecht kwam. “Dat gebeurde in een fractie van een seconde”, vertelt ze over het voorval. “Gelukkig is het in de horeca (in ieder bedrijf, red.) verplicht dat minstens één BHV-er op de werkvloer aanwezig is. Een collega handelde in mijn geval snel en accuraat en wist erger leed door haar optreden te voorkomen. Terwijl ik zelf van de schrik verstijfde, besloot zij namelijk om direct mijn wond te koelen met lauw water. Een andere collega schakelde tegelijkertijd professionele hulp in. Met dank aan de specialisten in het ziekenhuis kan ik mijn arm en hand nu weer redelijk normaal gebruiken.” Toch zit werken in een keuken er voor Cynthia niet meer in; daarvoor heeft ze simpelweg te weinig kracht in haar onderarm. Momenteel werkt ze daarom als klantenservicemedewerker. Maar, hoe kan het ook anders, wél bij een bekende landelijke horecaketen. Toch hoopt ze dat haar verhaal jongeren niet ontmoedigd om te kiezen voor het werken in een keuken. “Wat ik heb meegemaakt is immers een incident; ik zie het als pure pech. Waar ik wel voor pleit, is dat situaties als deze worden gebruikt in voorlichtingen, ter preventie. Bijvoorbeeld tijdens de opleiding of middels interne trainingen. Een keuken is namelijk beslist geen risicovrije werkplek.”

  4. Gaspen: ‘Als een vis op het droge’

    Leave a Comment

    Als burgerhulpverlener sta je klaar om in geval van nood een slachtoffer te reanimeren. Alle oefeningen tijdens de EHBO-les ten spijt, zijn er toch praktijksituaties waarop je je nooit helemaal kunt voorbereiden, een daarvan is ‘gaspen’.

    In gemiddeld 70 procent van de gevallen vindt een reanimatie thuis plaats. De rest is op straat, in een openbaar gebouw of tijdens sport of ontspanning ergens anders. In Nederland zijn er 8000 reanimaties per jaar buiten het ziekenhuis. In ruim 75 procent van de gevallen zijn er omstanders die het slachtoffer reanimeren. Dit gebeurt dan al voor de komst van de ambulance. De gemiddelde leeftijd van iemand met een hartstilstand is 67 jaar. De overlevingskans bij een hartstilstand is gemiddeld 23 procent.

    Ademhaling
    In het instructieboek staat ‘gaspen’ omschreven als agonale ademhaling. De termen worden door elkaar gebruikt, maar het gaat om een niet-normale ademhaling. Gaspen kan optreden in de eerste minuten na een circulatiestilstand. Het komt bij ongeveer 40 procent van die slachtoffers voor. In de eerste minuten na een circulatiestilstand kan het bewusteloze slachtoffer nog happende adembewegingen maken. De ademhaling is luidruchtig, onregelmatig en zwaar, soms lijkt het wel zelfs wel op een burlend geluid van een hert. De hulpverlener ziet echter de borst niet omhoogkomen bij deze ‘ademhaling’. De longen zuigen zich dus niet vol met lucht en er komt geen zuurstof in het bloed. Het onmiddellijk starten van de reanimatie is nodig om de overlevingskansen van het slachtoffer te verbeteren.

    Stuiptrekking
    Daarnaast kan het slachtoffer ook nog bewegingen maken en de ogen open hebben. De stuiptrekkingen kunnen ten onrechte de indruk wekken dat het om een epileptische aanval gaat. Door het gebrek aan zuurstof ontstaan er namelijk stuiptrekkingen in de spieren. De ogen kunnen open zijn, maar het slachtoffer lijkt niet echt te kijken. Andere kenmerken zijn (een blauwe) verkleuring in het gezicht, uitblijven van een reactie op aanspreken en/of aanschudden en geen luchtstroming voelen bij mond en/of neus.

    Doen
    Bij een bewusteloos slachtoffer, maar ook een grote epileptische aanval moet je sowieso 112 bellen. Zet de telefoon op ‘luidspreker’ zodat de centralist van 112 mee kan luisteren en zo nodig een goede inschatting kan maken van de situatie. Start bij gaspen, dus bij een circulatiestilstand direct met de reanimatie en als er een AED in de buurt is, laat deze halen.

    Emotionele schade
    Geen enkele reanimatie is hetzelfde. Het kan verstrekkende gevolgen hebben, ook voor de hulpverlener. Praat met anderen wanneer je dagen of weken na het ongeval er steeds maar aan blijft denken. Praat bij voorkeur met hulpverleners die er ook bij waren. Als dit niet mogelijk is of onvoldoende helpt, kun je via je huisarts professionele hulp zoeken.

    Voorbeeld
    De Nederlandse Reanimatie Raad heeft een instructiefilmpje om een gaspende slachtoffer te herkennen: https://youtu.be/tLt4dHtjyMs

  5. Hulp aan Oekraïense vluchtelingen

    Leave a Comment

    Sinds Rusland Oekraïne is binnengevallen, zijn er miljoenen mensen op de vlucht. De meesten van hen zijn naar de buurlanden gegaan, zoals Polen, Moldavië en Hongarije en inmiddels heeft ook Nederland vluchtelingen opgevangen, in bijvoorbeeld sporthallen, leegstaande kantoren en afdelingen in ziekenhuizen.

    Familieleden vangen hun familie uit Oekraïne op. Er zijn gelddonatie-acties gestart, van individuele kleinschalige tot grootse via de radio. Ook zijn er diverse inzamelingsacties voor goederen op touw gezet. Warme kleding, houdbaar voedsel, sanitaire goederen, medicijnen en verbandmiddelen. Het is ontelbaar hoeveel goederen er nodig zijn.

    Het is hartverwarmend hoeveel mensen in de bres springen en actie ondernemen. Van kinderen die koekjes of armbandjes verkopen, kunstenaars die hun werk verkopen waarvan de opbrengst naar giro555 van de Samenwerkende Hulporganisaties gaat en verenigingen die spontaan geld daaraan doneren. Ook voor dieren worden er goederen ingezameld.

    Helpthemtosafety
    Een van de initiatieven is Helpthemtosafety waarvoor zowel via ambulancedienst Gelderland zuid als via EHBO vereniging Bergharen Hernen en Leur EHBO-materialen worden ingezameld.

    Een team onder andere bestaande uit ambulanceverpleegkundige Jan Hoefnagel en oud-militair Hay Geurts zijn in maart namens dit initiatief afgereisd naar Oost-Polen. Ze hebben goederen gebracht en verleenden waar nodig zorg. Bekijk het filmpje op YouTube via: https://www.youtube.com/watch?v=ghLDxMDh_O0.
    Wil je doneren of helpen? Kijk dan op facebook/helpthemtosafety of neem contact op via haygeurts@gmail.com.

    Stichting Mensenkinderen
    Een ander voorbeeld van een hulporganisatie is Stichting Mensenkinderen die specifiek nu hulp verleent in Moldavië middels inzamelingsacties in Nederland. Vanwege armoede is deze organisatie al jaren actief en werkt via kerken en organisaties in Albanië, Armenië en Moldavië. Informatie over deze stichting is te vinden via: www.mensenkinderen.nl.

    Stichting Vluchtelingwerk Nederland
    Wereldwijd is Stichting Vluchteling actief en biedt hulp op het gebied van gezondheid, economisch welzijn, bescherming en onderwijs. Er zijn momenteel veel vrijwilligers nodig. Op de site staat een actieplatform met een overzicht van alle actuele acties: www.actievoorvluchtelingen.nl.

  6. 13 vragen aan Anton Arnold

    Leave a Comment

    1. Hoe kwam u voor het eerst in aanraking met EHBO?
    “Dat was op mijn werk. Ik werkte als onderhoudsmonteur in een glaswolfabriek, waar me op enig moment een EHBO-cursus werd aangeboden. Nadat ik mijn diploma op zak had, kreeg ik een pieper waarmee ik in geval van nood werd opgeroepen. ”

    2. Merkte u destijds al snel dat u gepassioneerd raakte voor hulpverlening?
    “Ik vond het direct interessant, dat klopt zeker. Hulpverlening fascineert me. Ik hielp altijd al graag mensen, maar vanaf het moment dat ik als EHBO’er aan de slag ging, kon ik ook daadwerkelijk iets voor iemand betekenen. Daarvoor stond je erbij en keek je ernaar.”

    3. U bent inmiddels ook alweer 46 jaar lid van EHBO-vereniging St. Damianus, waarvan 28 jaar als bestuurslid. Wat is uw geheim om het zo lang vol te houden?
    “Binnen onze vereniging werken we in goede harmonie samen. Dat maakt dat ik er na al die jaren nog steeds plezier in heb. Niet geheel onbelangrijk, want het werk voor St. Damianus is grotendeels met mijn persoonlijke leven verweven. Verder heb ik van nature een groot verantwoordelijkheidsgevoel.”

    4. Kwam uw EHBO-vrijwilligerswerk ook van pas tijdens uw werkzame leven?
    “Absoluut. De ervaring die ik opdeed tijdens mijn werk bracht ik in de praktijk als vrijwilliger en vice versa.”
    5. Hoe staat uw vereniging ervoor qua ledenaantallen?
    “We mogen niet klagen. Steeds als zich acht belangstellenden aanmelden, dan starten we met een nieuwe EHBO-cursus. Gemiddeld houden we van die acht deelnemers zo’n drie mensen over op wie we ook later een beroep kunnen doen.”

    6. Lukt het ook om voldoende jonge mensen aan te trekken?
    “Jongeren melden zich wel aan voor onze cursussen, maar het is met name moeilijk om hen aan onze vereniging te binden en hen te motiveren om een herhalingscursus te volgen. Begrijpen doe ik het wel hoor; de jeugd van nu gaat immers langer naar school, waarna men vaak met z’n tweeën de kost moet verdienen. Dan blijft er simpelweg minder tijd over voor vrijwilligerswerk.”

    7. Hoeveel uur bent u zelf per week met uw vrijwilligerswerk bezig?
    “Dat varieert van circa twee tot tien uur per week. Nog niet zo lang geleden verhuisden we naar een nieuwe locatie, waarbij ik de taak had om het magazijn in te richten. Een dergelijke project kost vanzelfsprekend meer tijd, maar gelukkig kan ik mijn werkzaamheden zelf indelen.”

    8. Die extra taak heeft vast te maken met uw rol als verbandmeester en AED-verantwoordelijke. Hoe kwamen die op uw pad?
    “Ik was als bestuurslid al actief als verbandmeester, toen de AED in opkomst kwam. Met mijn technische achtergrond was ik de aangewezen persoon. Zo gebeurde het dat ik ook verantwoordelijk werd voor het periodiek controleren van de apparaten. Dankzij een actie die we hielden om lokale bedrijven een AED te laten sponsoren, zijn dat er overigens best een heel aantal.”

    9. Voor uw ruime inzet voor de vereniging kreeg u afgelopen jaar een koninklijke onderscheiding. Voelt dat als een kroon op uw (EHBO)werk?
    “In mijn woonplaats Dinteloord werden die dag drie inwoners gedecoreerd, waarvan ik één van de gelukkigen was. In de raadszaal van het gemeentehuis mocht mijn vrouw – in verband met de toen geldende coronamaatregelen – mijn onderscheiding opspelden. Onder toeziend oog van de burgemeester natuurlijk. Die erkenning voelt nog steeds als een absolute kroon op mijn werk.”

    10. Welke gebeurtenis is u in al die jaren het meest bijgebleven?
    “Een keer reed ik met mijn vrouw in de auto, toen een jongen met zijn bromfiets op de kruising gelanceerd werd. Zo’n tien meter verderop belandde hij in de middenberm. Ik stopte direct de auto en wilde beginnen met het verlenen van eerste hulp, toen de jongen ineens erg agressief werd. Ik besloot daarop versterking in te schakelen, terwijl ik het slachtoffer rustig hield door met hem in gesprek te blijven.”

    11. En hoe kijkt u naar de toekomst?
    “Je kunt simpelweg niet zonder EHBO. Vooral in kleine kernen is het werk van groot belang voor de leefbaarheid. Hoe de toekomst eruitziet, is echter toch wat onzeker. Nieuwe cursussen en actieve werving van de jeugd zullen moeten zorgen voor nieuwe aanwas.”

    12. Wat moet er gebeuren om EHBO-werk meer onder de aandacht te brengen bij (jonge) mensen?
    “Zonder meer; ik denk dat er winst valt te behalen door meer en betere voorlichting op middelbare scholen. Daarbij is het belangrijk om aan te sluiten bij de belevingswereld van deze doelgroep. Beseft de jeugd zich bijvoorbeeld voldoende dat er zonder EHBO geen festivals kunnen bestaan?”

    13. Tot slot; hoe lang hoopt u zich nog in te kunnen zetten voor EHBO-vereniging St. Damianus?
    “Zolang mijn gezondheid het toelaat, blijf ik mij inzetten voor EHBO en onze vereniging. Ik heb er nog altijd veel plezier in en als je iets doet wat je leuk vindt, dan vliegt de tijd voorbij.”

  7. Voor in de agenda

    Leave a Comment

    14 mei Algemene Ledenvergadering
    We zullen op 14 mei en als reservedatum 11 juni een ALV houden. We zullen dan statuten wijzigen en op 11 juni samengaan met Limburg en Brabant.

    17 augustus Rescue Vlissingen
    Rescue Vlissingen heeft het grootste hulpverleningsevenement van Nederland gepland op 17 augustus 2022. Het thema is “Hart voor Hulpverlening. Er is bijzonder veel focus en interesse in de hulpverleningsorganisaties in het algemeen ontstaan. Nieuwsgierigheid, bewondering en respect. Het thema “Hart voor Hulpverlening” zal dan ook gaandeweg naar het evenement meer vorm krijgen.
    Informatie: www.rescuevlissingen.nl

    10 september Wereld Eerste hulp dag
    Op 10 september is het wereld Eerste Hulp dag. ‘Wereld Eerste Hulp Dag’ heeft tot doel bewustzijn te vergroten over hoe eerste hulp letsel kan voorkomen en levens kan redden in het dagelijkse leven en in crisissituaties, alsmede om de toegankelijkheid van de eerste hulp te bevorderen. Evenementen en activiteiten die op deze dag worden gehouden, richten zich vooral op het geven van voorlichting hoe eerste hulp te verlenen.

    Ook in Nederland wordt er aandacht besteed aan deze dag. Zo zijn er diverse verenigingen die voorlichtingen geven of EHBO-cursussen organiseren. Het motto is dat ‘iedereen eerste hulp kan leren’ (en dat eigenlijk ook zou moeten doen). Want niet alleen kunnen we het leren, we kunnen het ook allemaal plotseling eens nodig hebben.
    11 mei Nationaal Reanimatie Congres Human Factors & Teamwork
    Van 9.00-17.30 uur

    Op de website van de Reanimatieraad staat het congres aangekondigd:
    “Dit jaar zal ons jaarlijkse Reanimatie Congres plaatsvinden op 11 mei 2022.

    Dit congres zal een hybride vorm krijgen. Wij zijn blij dat wij u weer op locatie mogen ontmoeten in het NBC in Nieuwegein. Maar ons programma zal ook online te volgen zijn.

    Thema: Human Factors & Teamwork
    Het thema van ons congres is Human Factors & Teamwork. In januari brachten wij al de leidraad ‘De Choreografie van de reanimatie: Human Factors & Teamwork’ uit. Efficiënt en veilig reanimeren door een team is een optelsom van zowel technische als niet-technische vaardigheden. Juist de niet-technische vaardigheden spelen een belangrijke rol in een optimale samenwerking in het team en in een veilig en effectief verloop van de reanimatie. Tijdens dit congres zullen wij dieper ingaan op dit onderwerp.
    Voor wie
    Het congres is bedoeld voor reanimatie-instructeurs, medisch managers, opleiders ambulancediensten, IC/CCU-verpleegkundigen, ambulancezorgverleners, SEH-artsen, kinderartsen, anesthesiologen, cardiologen, intensivisten, reanimatiecoördinatoren, hart- en vaatverpleegkundige, beleidsmakers, lesstof ontwikkelaars en overige belangstellenden in reanimatie en reanimatieonderwijs.”

    Informatie: www.reanimatieraad.nl/nationaal-reanimatie-congres-2022

  8. Het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum

    Leave a Comment

    Het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) van het UMC in Utrecht is het kenniscentrum voor de klinische toxicologie in Nederland. Het NVIC informeert artsen, apothekers en andere professionele hulpverleners over de mogelijke gezondheidseffecten en behandelingsmogelijkheden bij vergiftigingen wat ook interessant kan zijn voor EHBO’ers.

    Per jaar ontvangt het NVIC ruim 47.000 telefonische informatieverzoeken over acute vergiftigingen bij mensen en dieren. Daarnaast wordt de website www.vergiftigingen.info per jaar nog eens circa 100.000 keer bezocht om informatie over vergiftigingen te raadplegen en/of de ernst van een vergiftiging te berekenen.
    Naast informatie over vergiftigingen en jaaroverzichten worden er op de website regelmatig interessante artikelen geplaatst in de rubriek Nieuws, die zeker de moeite waard van het lezen zijn en waarvan er twee hierna worden uitgelicht.

    Antivriesproducten
    Zo is er een artikel over het gevaar van antivriesproducten, zoals slotontdooiers, autoruitontdooiers en koelvloeistof waarin vaak een hoge dosis ethyleenglycol zit. Ethyleenglycol is een zeer giftige stof. Een flinke slok hiervan kan al een ernstige vergiftiging veroorzaken. Antivriesproducten zijn geur- en kleurloos en hebben een zoete smaak. Kinderen, huisdieren en, heel opmerkelijk, alcoholisten (die ethyleenglycol tot zich nemen als vervanger van ethanol) nemen er vaak een slok van. Inname kan leiden tot ethyleenglycol vergiftiging met zeer ernstige gevolgen. Bij het vermoeden van een ethyleenglycol vergiftiging moet te allen tijde professionele hulp worden ingeroepen. Daarnaast is het algemene advies om dit soort producten op een veilige plek te bewaren, onbereikbaar voor kinderen en huisdieren.

    Lees meer over ethyleenglycol vergiftiging op: www.nvic.umcutrecht.nl/nl/nieuws/antivriesproducten-gevaarlijker-dan-men-denkt.

    Zelfgeplukte paddenstoelen
    In de vorige editie van dit magazine werd al aandacht besteed aan het gevaar van zelfgeplukte paddenstoelen. Ondanks alle waarschuwingen verwacht het NVIC in een artikel op haar site dat het aantal meldingen van paddenstoelvergiftiging blijft toenemen. Jaarlijks worden er 20 meldingen hiervan gedaan, zoals patiënten met leverfalen en soms overlijden. Opvallend is dat een groot deel van de patiënten een buitenlandse achtergrond heeft. Mogelijk zijn zij in hun land van herkomst meer gewend om zelf paddenstoelen te plukken.

    Een van de gevaarlijkste paddenstoelen die sterk lijkt op de gewone champignon, en daar schuilt het grootste gevaar in, is de groene knolamaniet. Deze groeit vaak in loofbossen en dan meestal onder kastanjebomen, eiken, beuken en hazelaars. Deze paddenstoel groeit van juli tot oktober. Uiterlijke kenmerken: een geelgroene hoed, met soms een beetje bruin of wit, met donkere streepjes die vanuit het midden lopen. Deze hoed heeft witte plaatjes aan de onderzijde. De steel is wit met groenachtige strepen en heeft een witte, gestreepte ring. De knol zit soms onder de grond.

    Een kleine hoeveelheid (30 tot 50 gram) van de groene knolamaniet kan dodelijk zijn. Dit komt door vergiftiging van de lever. De eerste symptomen beginnen 6 tot 24 uur na het eten ervan en deze zijn vaak heftige buikpijn (darmkrampen), braken en waterdunne diarree. Dan is het al te laat om nog de maag uit te pompen. Het is echter niet ongewoon dat pas 24 uur na het eten van de paddenstoel de gevolgen zichtbaar zijn. De diarree en maagkrampen verdwijnen na een tijdje weer. Dit is een heel verraderlijk moment, omdat veel slachtoffers hierdoor nog langer wachten met het zoeken van medische hulp, want ze denken dat het over is.
    Ziek zijn en zich beter voelen wisselen elkaar af. De toestand gaat langzaam achteruit en na enkele dagen zijn er symptomen van een leveraandoening. Na vier tot vijf dagen heeft de gifstof de lever en de nieren zo ernstig beschadigd dat zelfs een mogelijke levertransplantatie het slachtoffer niet meer kan redden.

    Bij verdenking van paddenstoelvergiftiging moet altijd direct professionele hulp worden ingeschakeld.

    Lees meer over paddenstoelvergiftiging in het volgende artikel:
    www.nvic.umcutrecht.nl/nl/nieuws/zelf-geplukte-paddenstoelen-kunnen-zeer-ernstige-vergiftiging-veroorzaken

    Een lijst met giftige paddenstoelen met afbeeldingen en omschrijving staat op: www.nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_giftige_paddenstoelen.

  9. Politie bewapend met stroomstootwapen Taser X2

    Leave a Comment

    Een politieagent draagt gemiddeld zo’n tien kilo bij zich. Naast bijvoorbeeld de wapenstok, de pepperspray en het dienstpistool is daar sinds januari na een geslaagde pilot het stroomstootwapen aan toegevoegd..

    De reden hiervoor is dat de pepperspray of wapenstok in bepaalde gevaarsituaties niet effectief is en het gebruik van het pistool niet geoorloofd of wenselijk is. Volgens de politie is het knalgele stroomstootwapen een waardevolle aanvulling op de beschikbare geweldsmiddelen. Het kan op afstand worden gebruikt en is veilig voor de agent en omstanders. Daarnaast voorkomt het escalatie, want dreigen blijkt vaak al voldoende voor medewerking, staat vermeld op de nieuwspagina van politie.nl.
    Het stroomstootwapen Taser X2/NL, geproduceerd door het Amerikaanse bedrijf AXON, is het enige merk met voldoende onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek.

    Hoe werkt een stroomstootwapen?
    Een taser of stroomstootwapen is bedoeld om verdachten die zich hevig verzetten tegen hun aanhouding tijdelijk uit te schakelen. Politie kan dit inzetten om de controle over de situatie te krijgen. Het pistool treft alleen doel als het van dichtbij op de opstandige persoon wordt afgevuurd. Voordat een agent de trekker overhaalt, bepaalt hij met twee rode laser-zoeklichtjes de twee plekken op het lichaam waar hij zijn doelwit wil raken. Door de trekker over te halen vuurt hij twee pijltjes, waaraan dunne stroomdraden zijn bevestigd, af op de verdachte. De pijltjes zijn zo ontworpen dat ze vast blijven zitten in de huid of de kleding. Als de taser-darts doel treffen, dient het wapen een stroomstoot toe van 50.000 volt met een stroomsterkte van 1,3 milli-Ampère. De getroffen persoon verliest door de schok vijf seconden of iets langer de controle over zijn spieren. Dit geeft de politieagent voldoende tijd om een verdachte te benaderen of onder controle te krijgen. Een verdachte die staat op het moment dat hij wordt getaserd, verstijft en valt op de grond. Is de eerste stroomstoot niet doeltreffend genoeg, dan kan de agent nog een tweede afvuren.

    Hoe voelt het?
    Voordat ze er mee de straat op mogen, volgen agenten een driedaagse opleiding in het gebruik van de taser. Bij de cursus krijgt het ‘slachtoffer’ een beschermend pak aan. Presentator Ruben Nicolai liet zich voor een tv-programma echter taseren door het stroomstootwapen. Hij gaf aan dat het eigenlijk geen pijn doet. Wel voelde hij de weerhaakjes waarmee de stroomdraden aan hem vast werden geschoten. Nicolai beschrijft een naar gevoel, totale verkramping van alle spieren en de onmogelijkheid om te bewegen. Hij heeft geen moment het bewustzijn verloren. De cabaretier vindt het absoluut niet voor herhaling vatbaar.
    Risico
    De risico’s voor hartpatiënten na een stroomstoot uit de taser X2 zijn klein, aldus de interim-voorzitter van de Nederlandse Hart Ritme Associatie, cardioloog Geert-Jan Kimman: “De stroomsterkte heeft nauwelijks invloed op het functioneren van een pacemaker of een geïmplanteerde defibrillator (ICD). De darts landden ook ver genoeg van elkaar op het lichaam: schade aan het hart kunnen ze zo niet veroorzaken. In theorie kan door de stress hooguit een tijdelijk verstoord hartritme optreden”, aldus Kimman. Volgens de landelijke korpsleiding zijn de risico’s op blijvend letsel weliswaar nihil, maar moet een getaserd persoon altijd direct medisch worden onderzocht. Ook mag er niet lichtzinnig naar het wapen worden gegrepen.

    Voor de EHBO’er
    Als aangegeven zijn de risico’s van het gebruik van de taser klein. De escalatie van geweld kan voor zowel de hulpverlener als de verdachte wel stressvol zijn met alle gevolgen van dien. Als EHBO’er moet je sowieso op gevaar letten, je eigen veiligheid gaat voor.

    Bij het op de grond vallen na de stroomstoot kan het slachtoffer zich verwonden bij de val. Bij een hartstilstand dient 112 gebeld te worden en de reanimatie onmiddellijk gestart te worden. De stroomsterkte heeft nauwelijks invloed op de pacemaker. Mocht het toch nodig zijn om de AED te gebruiken, plaats de elektrode niet over een pacemaker (zichtbaar als een bobbel onder de huid). Plak de elektrode dan wat lager en/of meer onder de oksel. Verplaats in ieder geval eenmaal geplakte elektrode niet.

    Gebruik
    Voor elk wapen dat de politie kan gebruiken, gelden strenge richtlijnen. Die zijn opgenomen in de zogeheten ambtsinstructie. De politie mag geweld gebruiken ‘om haar taak, de handhaving van de rechtsorde, uit te voeren’.

    Er is altijd een volgorde van middelen die ingezet kunnen worden, afhankelijk van de impact van deze middelen. Dus agenten moeten altijd eerst proberen er met een gesprek uit te komen, volgens kan een wapenstok ingezet worden, daarna eventueel fysiek geweld, dan pepperspray, daarna nu optioneel de taser, vervolgens de diensthond en als allerlaatste middel is er het vuurwapen.

    Agenten mogen de taser inzetten als er ‘een direct dreigende gevaarsituatie’ is waarbij de inzet van pepperspray of een wapenstok niet genoeg is, maar de inzet van een zwaarder middel zoals een vuurwapen niet wenselijk. In totaal zullen zo’n 17.000 agenten door heel Nederland gebruik gaan maken van de taser. Dat zijn ongeveer alle agenten die op straat lopen. De verwachting is dat het een jaar gaat duren voordat alle agenten de training hebben gehad.

  10. Veldnorm Evenementenzorg

    Leave a Comment

    Eind 2021 is een update Veldnorm Evenementenzorg gestuurd. Diverse verenigingen werken al met deze normering bij het verlenen van Eerste Hulp bij evenementen. Per 1 januari 2022 is deze Veldnorm definitief geworden.

    De afgelopen twee jaren hebben in het teken gestaan van het coronavirus en waren er nagenoeg geen evenementen. Daarom wordt er nog niet gehandhaafd op toepassing van de veldnorm.

    Daarnaast hebben de evenementenzorgorganisaties Eerste Hulp (EZO-EH) de invoering van VNEZ nog niet volledig afgerond. Daarbij zullen ook nog niet alle evenementenzorgverleners volledig zijn opgeleid. De projectgroep is in het eerste kwartaal van 2022 voornemens om een aantal sessies te gaan organiseren om vragen die er leven te beantwoorden en om organisaties te ondersteunen bij het toepassen van de VNEZ. Deze vragen zullen op de website van Evenementenzorg worden gepubliceerd.

    De Inspectie Gezondheidzorg en Jeugd (IGJ) gaat een pilot-toezichtproject starten naar de kwaliteit van evenementenzorg. Hiervoor heeft de inspectie een toetsingskader opgesteld, na overleg met verschillende partijen, waaronder de werkgroep van de Veldnorm.

    De inspectie vindt het belangrijk dat burgers kunnen rekenen op goede zorg wanneer zij die nodig hebben tijdens een evenement.

    Zijn er vragen, wend je tot de bestuurders van je koepel. Informatie over de Veldnorm Evenementenzorg is te vinden op: https://www.evenementenz.org/wp/.

Word nu lid van de Nationale Bond EHBO

Schrijf je hier in