Category Archive: Magazine

  1. Kosten Magazine Eerste Hulp

    Leave a Comment

    Tijdens de ALV 20 mei is uitvoerig gesproken over de kosten van ons Magazine Eerste Hulp. Niet verwonderlijk, want het Magazine neemt een behoorlijke hap uit ons jaarbudget.

    Naast suggesties om het Magazine Eerste Hulp op langere termijn in pdf-vorm uit te brengen, werd tijdens de vergadering duidelijk dat veel magazines ongelezen blijven, omdat het aantal bij de verenigingen aangeleverde exemplaren simpelweg te groot blijkt te zijn.

    Dat is natuurlijk zonde en het vormt daarmee een gemakkelijk te vermijden kostenpost. Bij dezen de oproep aan de verenigingen om middels een mail aan secretariaat@nationalebond.nl te laten weten aan hoeveel magazines uw vereniging werkelijk behoefte heeft. U helpt ons zodoende op eenvoudige wijze de kosten te beperken.

    Uiteraard zal het bestuur komende tijd voorstellen uitwerken om de kosten van het magazine nog verder te beperken. We houden u door middel van deze nieuwsbrief op de hoogte.

  2. EHBO ‘Leren & Doen’:  EHBO bij zwangere vrouwen nader beschouwd!

    Leave a Comment

    Het artikel over ‘EHBO bij zwangere vrouwen’ in de april 2023 uitgave van het EHBO Magazine heeft kritische vragen opgeroepen bij lezers. Deze werden snel en direct gemeld bij het secretariaat@nationalebond.nl.

    Wie het artikel leest, kan bij de tekstinterpretatie abusievelijk en onbedoeld de indruk krijgen dat ook bij zwangere vrouwen toch ‘buikstoten’ gegeven mogen worden bij verslikking/obstructie van het luchtkanaal.
    Uiteraard is dit ongewenst: buikstoten kunnen moeder en kind bij zwangerschap schade toebrengen.
    In het artikel wordt bedoeld dat overgegaan moet worden op borststoten op het onderste/midden deel van de borstkast.

    Wat zeggen de handboeken?
    Als we het handboek Leren & Doen blz. 84 erop naslaan is het antwoord duidelijk:
    “Als buikstoten onmogelijk zijn, bijvoorbeeld door een te grote buikomvang bij overgewicht of door zwangerschap vanaf 20 weken, worden borststoten gegeven. Zorg dat het slachtoffer tegen een muur staat, in een stoel zit of op de grond ligt ter ondersteuning.”   

    Noot: bij een zwangere die op haar rug ligt op de grond, drukt het gewicht van de baarmoeder en baby de onderste holle ader dicht, waardoor benauwdheid kan optreden. Door simpelweg grondligging te vermijden óf een door een opgevouwen deken onder de rechterflank en heup te leggen, waardoor het slachtoffer iets naar links kantelt, wordt de terugvloed van het bloed naar het hart bevorderd.

    Het kersvers gepubliceerde handboek Evenementenzorg blz 159 is nog iets specifieker:
    “Buikstoten (Heimlich manoeuvre) zijn bij een zwangere vrouw in de laatste maanden van de zwangerschap niet goed toepasbaar, omdat de zwangere baarmoeder met het kind in de weg zit. Bij het uitvoeren van de buikstoten kunnen ernstige inwendige verwondingen ontstaan bij de zwangere vrouw en het ongeboren kind. Wanneer een zwangere vrouw als gevolg van verslikking een volledige luchtweg belemmering heeft, niet kan praten of hoesten en 5 rugslagen geen effect hebben, dan wordt een alternatieve methode uitgevoerd. Plaats een vuist op de onderste helft van het borstbeen waar de ribben samenkomen. Plaats de andere hand op de vuist en omsluit de borstkas. Geef vervolgens vijf borststoten en wissel deze af met 5 slagen tussen de schouderbladen. Indien de zorgvrager het bewustzijn verliest moet reanimatie worden gestart.”

    Belrondje ‘instructeurs’
    Uiteraard peilden we ook de mening van enkele instructeurs. Zij zijn van mening dat het voor een EHBO’er zonder medische ervaring moeilijk is om exact de onderste helft van het borstbeen waar de ribben bijeenkomen, te bepalen. Voor een meer ervaren relevant medisch onderlegd persoon zou dat wél moeten kunnen.

    Slotsom
    De slotsom is dat voor het overgrote deel van de EHBO’ers (met geen of minder medische ervaring) het advies luidt om het slachtoffer tegen een muur of op een stoel te plaatsen (en alleen als het niet anders kan op de grond. Vervolgens de ene hand net onder het midden van het borstbeen te plaatsen en samen met de andere hand de vijf stootbewegingen op de borstkas uit te voeren, gevolgd door 5 schouderbladslagen en dit herhalen. Alleen EHBO’ers met medisch relevante kennis en/of ervaring met zwangeren zoeken het onderste gedeelte van het borstbeen op waar de ribben samenkomen op en voeren daar de stootbewegingen uit inclusief schouderbladslagen. In alle gevallen geldt het devies: geen druk op enig buikdeel uitvoeren, blijf weg van de buik.

    Uiteraard zijn we als redactieteam heel blij met de kritische geluiden en meldingen via secretariaat@ehbonationalebond.nl. Het laat zien dat het EHBO Magazine goed gelezen wordt en dat teksten, die niet helemaal duidelijk zijn of mogelijk tot verkeerde interpretatie leiden, bij de redactie gemeld worden. Vervolgens gaan we dan samen een verbeterslag maken. Er valt altijd iets te leren.

  3. Politie bewapend met stroomstootwapen Taser X2

    Leave a Comment

    Een politieagent draagt gemiddeld zo’n tien kilo bij zich. Naast bijvoorbeeld de wapenstok, de pepperspray en het dienstpistool is daar sinds januari na een geslaagde pilot het stroomstootwapen aan toegevoegd..

    De reden hiervoor is dat de pepperspray of wapenstok in bepaalde gevaarsituaties niet effectief is en het gebruik van het pistool niet geoorloofd of wenselijk is. Volgens de politie is het knalgele stroomstootwapen een waardevolle aanvulling op de beschikbare geweldsmiddelen. Het kan op afstand worden gebruikt en is veilig voor de agent en omstanders. Daarnaast voorkomt het escalatie, want dreigen blijkt vaak al voldoende voor medewerking, staat vermeld op de nieuwspagina van politie.nl.
    Het stroomstootwapen Taser X2/NL, geproduceerd door het Amerikaanse bedrijf AXON, is het enige merk met voldoende onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek.

    Hoe werkt een stroomstootwapen?
    Een taser of stroomstootwapen is bedoeld om verdachten die zich hevig verzetten tegen hun aanhouding tijdelijk uit te schakelen. Politie kan dit inzetten om de controle over de situatie te krijgen. Het pistool treft alleen doel als het van dichtbij op de opstandige persoon wordt afgevuurd. Voordat een agent de trekker overhaalt, bepaalt hij met twee rode laser-zoeklichtjes de twee plekken op het lichaam waar hij zijn doelwit wil raken. Door de trekker over te halen vuurt hij twee pijltjes, waaraan dunne stroomdraden zijn bevestigd, af op de verdachte. De pijltjes zijn zo ontworpen dat ze vast blijven zitten in de huid of de kleding. Als de taser-darts doel treffen, dient het wapen een stroomstoot toe van 50.000 volt met een stroomsterkte van 1,3 milli-Ampère. De getroffen persoon verliest door de schok vijf seconden of iets langer de controle over zijn spieren. Dit geeft de politieagent voldoende tijd om een verdachte te benaderen of onder controle te krijgen. Een verdachte die staat op het moment dat hij wordt getaserd, verstijft en valt op de grond. Is de eerste stroomstoot niet doeltreffend genoeg, dan kan de agent nog een tweede afvuren.

    Hoe voelt het?
    Voordat ze er mee de straat op mogen, volgen agenten een driedaagse opleiding in het gebruik van de taser. Bij de cursus krijgt het ‘slachtoffer’ een beschermend pak aan. Presentator Ruben Nicolai liet zich voor een tv-programma echter taseren door het stroomstootwapen. Hij gaf aan dat het eigenlijk geen pijn doet. Wel voelde hij de weerhaakjes waarmee de stroomdraden aan hem vast werden geschoten. Nicolai beschrijft een naar gevoel, totale verkramping van alle spieren en de onmogelijkheid om te bewegen. Hij heeft geen moment het bewustzijn verloren. De cabaretier vindt het absoluut niet voor herhaling vatbaar.
    Risico
    De risico’s voor hartpatiënten na een stroomstoot uit de taser X2 zijn klein, aldus de interim-voorzitter van de Nederlandse Hart Ritme Associatie, cardioloog Geert-Jan Kimman: “De stroomsterkte heeft nauwelijks invloed op het functioneren van een pacemaker of een geïmplanteerde defibrillator (ICD). De darts landden ook ver genoeg van elkaar op het lichaam: schade aan het hart kunnen ze zo niet veroorzaken. In theorie kan door de stress hooguit een tijdelijk verstoord hartritme optreden”, aldus Kimman. Volgens de landelijke korpsleiding zijn de risico’s op blijvend letsel weliswaar nihil, maar moet een getaserd persoon altijd direct medisch worden onderzocht. Ook mag er niet lichtzinnig naar het wapen worden gegrepen.

    Voor de EHBO’er
    Als aangegeven zijn de risico’s van het gebruik van de taser klein. De escalatie van geweld kan voor zowel de hulpverlener als de verdachte wel stressvol zijn met alle gevolgen van dien. Als EHBO’er moet je sowieso op gevaar letten, je eigen veiligheid gaat voor.

    Bij het op de grond vallen na de stroomstoot kan het slachtoffer zich verwonden bij de val. Bij een hartstilstand dient 112 gebeld te worden en de reanimatie onmiddellijk gestart te worden. De stroomsterkte heeft nauwelijks invloed op de pacemaker. Mocht het toch nodig zijn om de AED te gebruiken, plaats de elektrode niet over een pacemaker (zichtbaar als een bobbel onder de huid). Plak de elektrode dan wat lager en/of meer onder de oksel. Verplaats in ieder geval eenmaal geplakte elektrode niet.

    Gebruik
    Voor elk wapen dat de politie kan gebruiken, gelden strenge richtlijnen. Die zijn opgenomen in de zogeheten ambtsinstructie. De politie mag geweld gebruiken ‘om haar taak, de handhaving van de rechtsorde, uit te voeren’.

    Er is altijd een volgorde van middelen die ingezet kunnen worden, afhankelijk van de impact van deze middelen. Dus agenten moeten altijd eerst proberen er met een gesprek uit te komen, volgens kan een wapenstok ingezet worden, daarna eventueel fysiek geweld, dan pepperspray, daarna nu optioneel de taser, vervolgens de diensthond en als allerlaatste middel is er het vuurwapen.

    Agenten mogen de taser inzetten als er ‘een direct dreigende gevaarsituatie’ is waarbij de inzet van pepperspray of een wapenstok niet genoeg is, maar de inzet van een zwaarder middel zoals een vuurwapen niet wenselijk. In totaal zullen zo’n 17.000 agenten door heel Nederland gebruik gaan maken van de taser. Dat zijn ongeveer alle agenten die op straat lopen. De verwachting is dat het een jaar gaat duren voordat alle agenten de training hebben gehad.

  4. Veldnorm Evenementenzorg

    Leave a Comment

    Eind 2021 is een update Veldnorm Evenementenzorg gestuurd. Diverse verenigingen werken al met deze normering bij het verlenen van Eerste Hulp bij evenementen. Per 1 januari 2022 is deze Veldnorm definitief geworden.

    De afgelopen twee jaren hebben in het teken gestaan van het coronavirus en waren er nagenoeg geen evenementen. Daarom wordt er nog niet gehandhaafd op toepassing van de veldnorm.

    Daarnaast hebben de evenementenzorgorganisaties Eerste Hulp (EZO-EH) de invoering van VNEZ nog niet volledig afgerond. Daarbij zullen ook nog niet alle evenementenzorgverleners volledig zijn opgeleid. De projectgroep is in het eerste kwartaal van 2022 voornemens om een aantal sessies te gaan organiseren om vragen die er leven te beantwoorden en om organisaties te ondersteunen bij het toepassen van de VNEZ. Deze vragen zullen op de website van Evenementenzorg worden gepubliceerd.

    De Inspectie Gezondheidzorg en Jeugd (IGJ) gaat een pilot-toezichtproject starten naar de kwaliteit van evenementenzorg. Hiervoor heeft de inspectie een toetsingskader opgesteld, na overleg met verschillende partijen, waaronder de werkgroep van de Veldnorm.

    De inspectie vindt het belangrijk dat burgers kunnen rekenen op goede zorg wanneer zij die nodig hebben tijdens een evenement.

    Zijn er vragen, wend je tot de bestuurders van je koepel. Informatie over de Veldnorm Evenementenzorg is te vinden op: https://www.evenementenz.org/wp/.

  5. Blog: Doe vooral geen stokje tussen de tanden

    Leave a Comment

    Tot mijn schrik hoor ik bij behandeling van het onderwerp ‘epilepsie’ nog heel regelmatig het advies van medecursisten om vooral een stokje tussen de tanden te stoppen. Graag ga ik even in op wanneer je dit ‘niet’ en wanneer ‘wel’ de beste optie is.

    Niet doen
    Al zou dit een voorgeschreven wet zijn, je krijgt de kans niet. Kaak klapt dicht vanwege de spierspanning. Zou het toch lukken, mogelijk komt je vinger tussen de tanden. Dan is deze er waarschijnlijk wel af. Zou het toch lukken, dan breken waarschijnlijk alle tanden en kiezen van het slachtoffer af. Zoals een neuroloog ooit tegen mij zei: “ Een tong kunnen we goed hechten, reparatie van tanden en kiezen gaat veel langer duren en is kostbaar.”

    Aangezien ik zelf epilepsie heb, ligt het onderwerp mij na aan het hart. Langere tijd heb ik het onderwerp vermeden, omdat het je overdondert en het lastig is om je eigen lichaam weer te vertrouwen. Hoe naar het voor anderen er ook uitziet, als slachtoffer zijnde merk je van de aanval zelf niets. Iemand omschreef het ooit treffend “je mist een deel van de film” en dat klopt. Ik heb epilepsie niet van jongs af aan, het startte toen ik 35 jaar was. Bij de eerste aanvallen heb ik flink op mijn tong gebeten en dat voelt niet echt prettig. Het heeft even geduurd voordat het ‘gevoel’ wegtrok, maar het is goed gekomen. Het hoefde ook niet gehecht te worden. De mond zelf herstelt snel. Veel spierpijn aan overgehouden, erg moe maar ook de emotionele gevolgen zijn niet te onderschatten. Ik heb een paar aanvallen gehad en inmiddels goede medicijnen. De laatste aanval is al weer wat jaartjes geleden (afkloppen). Eind goed, al goed. Voor de zekerheid heb ik wel een alarmpenning om van het Witte Kruis. Op de voorzijde staat de bekende esculaap, aan de achterzijde ‘epileptic’ en een registratienummer. Aan de hand daarvan kunnen professionele hulpdiensten nagaan welke arts men kan raadplegen en welke medicijnen ik slik.

    En dan zie je de epileptische aanval bij een ander, bij een dierbare. Hoewel ik vorig jaar mijn 20-jarig jubileumspeldje heb mogen ontvangen, kan ik het diploma beter inleveren. Van een zekere koelbloedigheid was niets meer over, het kwam te dichtbij. Gelukkig kon ik het alarmnummer nog produceren (centralist verdient een bloemetje) en droegen de ambulancemedewerkers wel bij aan het terugkeren van de rust. Hoewel de aanval na een paar minuten over was, leek deze wel uren te duren. Het duurde nog een tijd voordat mijn dierbare broer weer bij zijn positieven was, maar toen hij de verpleegkundige begon te complimenteren met haar mooie ogen wist ik dat hij weer zijn oude vertrouwde zelf was. Voordat er #metoo verhalen de ronde gaan doen, hij heeft het syndroom van Down en strooit graag met complimenten. Onderzoek bij de neuroloog van een EEG en CT-scan brachten geen bijzonderheden aan het licht. Hopelijk is het eenmalig.

    Wel stokje
    Wanneer doe je dan wel een stokje tussen de tanden? Aangezien ik geen grote survivalfan ben, zie ik dit vooral in films. Denk aan het onverdoofd amputeren van ledenmaten, verwijderen van kogels en als je geluk hebt schroeien ze de wond dan ook nog even dicht met vuur. Of je daarna sowieso nog veel aan je tanden en kiezen hebt, is maar de vraag.

  6. Een hartveiliger Nederland

    Leave a Comment

    Mocht je in Nederland een hartstilstand krijgen, dan is het goed mogelijk dat er binnen 500 meter een AED, Automatisch Externe Defibrillator, is.

    Toch zijn er nog plekken, om precies te zijn 1775 [website hartstichting.nl geraadpleegd op 25 februari red.], waar nog een AED-loze zone is. De Hartstichting en HartslagNu hebben deze zones in kaart gebracht. Als die ook voorzien worden van een AED, heeft Nederland een compleet dekkend netwerk.

    Op deze kaart, zie www.hartstichting.nl/aed is te zien waar nog AED’s nodig zijn voor een hartveiliger Nederland. De Hartstichting laat op haar site weten: “Hoe dichter een AED in het midden van een rode zone wordt opgehangen, hoe beter dit is voor de AED-dekking. In het ideale geval zijn er nog 1775 AED’s nodig. In praktijk worden de AED’s niet altijd in het midden van de cirkel opgehangen. Bijvoorbeeld door de beschikbaarheid van geschikte locaties en initiatieven van particulieren en bedrijven, zoals inzamelingsacties voor een AED in de buurt. De Hartstichting en HartslagNu schatten dat daarom nog ongeveer het dubbele aantal AED’s nodig is.”

    Bij HartslagNu zijn ongeveer 25.000 AED’s aangemeld, een stijging van 15.000 exemplaren ten opzichte van drie jaar geleden. Door deze stijging is de kans om een hartstilstand te overleven buiten het ziekenhuis met ongeveer 25 procent toegenomen.

    Dat komt ook door de stijging van het aantal burgerhulpverleners. In heel Nederland kan sinds december binnen zes minuten worden gestart met reanimatie bij een hartstilstand, meldt HartslagNu op haar site. Een enorme mijlpaal waar duizenden levens per jaar mee worden gered. In vier jaar is het aantal burgerhulpverleners in ons land met bijna 50 procent gegroeid. Zij zijn gemiddeld binnen 2,5 minuut bij het slachtoffer.

    Bekijk de kaart met AED-loze zones via www.hartstichting.nl/aed.
    Nieuw bevolkingsonderzoek
    De Hartstichting meldt op haar site dat er een nieuw bevolkingsonderzoek in Breda, Utrecht, Arnhem en Eindhoven komt. Dit om hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en chronische nierschade onder 50 tot 75-jarigen vroegtijdig op te sporen. Voor dit onderzoek zullen 160.000 mensen worden uitgenodigd.

    Het uiteindelijke doel is dat iedereen in deze leeftijdsgroep zelf thuis kan testen of zij misschien deze aandoeningen hebben, waardoor de ziektelast bij mensen met hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en chronische nierschade met 25 procent wordt verlaagd de komende 10 jaar. Deze thuistest bestaat onder andere uit een urinetest op risicofactoren van nierschade, een hartritmetest en een vragenlijst.

    Dit Check@Home-onderzoek is een initiatief van de Dutch CardioVasculair Alliance (DCVA), samen met Hartstichting, de Nierstichting, het Diabetes Fonds, aldus de Hartstichting.

  7. Hulpverlening bij slachtoffers zelfdodingspoeder: wees uiterst voorzichtig

    Leave a Comment

    Elke dag overlijden er in Nederland 5 mensen door zelfdoding. Hoewel er afgelopen jaar geen toename was van het totaal aantal suïcides, zag de Commissie Actuele Nederlandse Suïcideregistratie (CANS) het percentage jongeren tot 30 jaar dat door zelfdoding stierf in 2021 spijtig genoeg wel stijgen. Een toename die in verband wordt gebracht met de psychische gevolgen van de coronapandemie. Hoewel exacte aantallen niet bekend zijn, blijkt dat het zelfdodingspoeder ‘Middel X’ daarbij steeds vaker gebruikt wordt. Naar nu blijkt, levert dit middel ook direct gevaar op voor omstanders, zoals hulpverleners die een slachtoffer ter plaatse reanimeren. Daarvoor waarschuwt de ambulanceorganisatie RAV IJsselland.

    Eerst even de achtergrond van het omstreden Middel X, waarvan de echte naam uit veiligheidsoverwegingen niet bekend wordt gemaakt. Het zogenoemde suïcidepoeder is een witgekleurd conserveermiddel dat zelfs bij inname van een heel kleine hoeveelheid kan leiden tot de dood. Twee gram zou voldoende zijn om een mensenleven te beëindigen. Het zelfdodingsmiddel kwam in de aandacht nadat Coöperatie Laatste Wil in 2017 in het nieuws kwam met hun ‘ontdekking’ van de stof. Deze Nederlandse ledenorganisatie heeft als voornaamste doel het beschikbaar stellen van middelen waarmee volwassenen hun leven kunnen beëindigen op een door hen gekozen moment, zonder tussenkomst van anderen en op een waardige manier. Sindsdien is het aantal zelfdodingen, waarbij gebruik werd gemaakt van het poeder, aanzienlijk toegenomen.

    Illegaal verstrekt
    Hoewel het strafbaar is om het poeder als suïcidemiddel aan te bieden, werd het in de afgelopen jaren vermoedelijk honderden keren illegaal verstrekt. Voorstanders van het middel pretenderen dat het Middel X zou zorgen voor een humane en zachte dood. Iets dat door het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC), onderdeel van het Universitair Medisch Centrum in Utrecht, wordt bestreden. Volgens het centrum zou een urenlange doodsstrijd, na inname van het middel, kunnen ontstaan. Symptomen als braken, benauwdheid en hartklachten zijn volgens het centrum eerder geconstateerd bij patiënten die het poeder gebruikten.

    Omdat de dood niet onmiddellijk intreedt, kan het dan ook voorkomen dat suïcide personen, die zichzelf met het middel van het leven willen beroven, na toediening worden gevonden door omstanders, familie of andere naasten. Een schrijnend voorbeeld is dat van de 28-jarige Marjolein, die – volgens haar nabestaanden – in een opwelling het middel innam. De twintiger kreeg vervolgens spijt van haar actie en belde zelf het alarmnummer 112. Helaas voor haar overleed ze, nadat haar lichaam enorm tegen het gif had gevochten, alsnog in het ziekenhuis. (NOS, 2021)

    Niet zonder gevaar
    Vanzelfsprekend is het niet gek dat na een (poging tot) suïcide hulpverlening wordt ingeschakeld. Toch is hulpverlening in een dergelijk geval niet altijd zonder gevaar, zo blijkt uit een waarschuwing die ambulanceorganisatie RAV IJsselland afgelopen zomer afgaf (Selles, J & Ten Cate, A, 2021). Na inname van het middel ontstaat in het lichaam namelijk een giftig gas, dat naar buiten kan komen via de luchtweg en het braaksel. Via dit braaksel kunnen omstanders – bijvoorbeeld door reanimatie – onbedoeld in contact komen met het gif. In hetzelfde artikel, dat verscheen in De Stentor, meent Daan Touw, apotheker klinisch farmacoloog en toxicoloog aan het UMC Groningen, dat deze waarschuwing terecht is. Volgens Touw dienen de gevaren van Middel X serieus genomen te worden.

    Hulpverleners worden daarom geadviseerd voorzichtig te werk te gaan bij slachtoffers van suïcide en hulpmiddelen te gebruiken om een reanimatie veilig uit te kunnen voeren.

    Praten over gedachten aan zelfdoding helpt en is bijvoorbeeld mogelijk via de landelijke hulplijn 113: www.113.nl of 0900-0113, zeven dagen per week en 24 uur per dag. Twijfelt u over iemand in uw omgeving? Leer als omstander het gesprek te voeren met de gratis online training suïcidepreventie op www.vraagmaar.nl.

    Meldpunt zelfdodingspoeder
    Randy en Caroline Kol verloren hun dochter Ximena aan zelfdoding met het Middel X. Ximena leed aan PTSS en had veel last van herbelevingen en angsten. De toenemende bekendheid van het zelfdodingspoeder – versterkt door een televisie-uitzending waarin het onderwerp werd belicht – deed haar besluiten dit middel in te nemen.

    Haar ouders richtten na haar overlijden de stichting Ximena’s vlinder op. Bedoeld om suïcide bij jongeren en jong volwassenen bespreek te maken. Maar ook om te proberen het handelen van politie en OM na een suïcide te veranderen.

    Regelmatig worden Randy en Caroline benaderd door nabestaanden die een geliefde hebben verloren door gebruik van het Middel X. Steeds weer kregen zij, naar eigen zeggen, verhalen te horen over de lijdensweg die de slachtoffers na zelftoediening ondergingen.

    Om die reden hebben Ximena’s ouders besloten om een meldpunt op te zetten om te kunnen inventariseren hoeveel middelen door het middel zijn gestorven.

    Meer informatie over het meldpunt en stichting Ximena’s Vlinder via:
    www.ximenavlinder.nl.

  8. Ik ga op vakantie en neem mee terug: bedwantsen en luizen

    Leave a Comment

    Heerlijk zo’n overnachting in een hotelletje en in een Bed & Breakfast. Fijn in een andere omgeving, alles net even anders en dan ‘s avonds hup onder de wol in een schoon bed. Soms bent u dan niet de enige die graag in dat bed verblijft, en dan hebben we het over de bedwantsen (in het Engels bed bugs) die vooral ‘s avonds en ‘s nachts actief zijn als u probeert te genieten van een onbezorgde nachtrust.

    Bedwantsen zijn ongeveer 6 millimeter groot, hebben zes pootjes en een plat ovaal lijf. Hun kleuren variëren van wit tot roodbruin. Ze houden niet van licht, wel van warmte en uitgeademde lucht. Verstoppertje spelen kunnen ze als de besten, vooral in de naden en kieren van bedden en matrassen, in kasten, achter schilderijen en achter het behang. Ze kruipen in bagage, kleren en spullen en reizen graag mee.

    Bedwantsen kunnen maanden zonder voedsel. ‘s Nachts komen ze te voorschijn, want ze worden aangetrokken door de uitgeademde lucht, de lichaamswarmte en bepaalde geurstoffen van mensen en dieren. Ze prikken met hun steeksnuit in de huid om bloed te zuigen waarvan ze leven. Door hun bijtwondjes ontstaan irriterende, jeukende bultjes op de huid. Ze brengen echter geen ziektes over zoals teken kunnen doen. De bultjes verdwijnen vanzelf.

    Sommige mensen merken niets van de beten, andere mensen hebben last van erge jeuk. De bultjes zien eruit van kleine beetjes tot grote, opgezwollen plekken. Als mensen last krijgen, zijn de beten vaak:
    • verhoogd met een donker puntje in het midden;
    • rood;
    • gegroepeerd in lijnen of clusters;
    • blaartjes;
    • zeer jeukend.

    Bedwantsen kunnen elk deel van je lichaam bijten, maar bijten meestal delen van de huid die tijdens het slapen onbedekt blijven, zoals gezicht, nek, armen, handen, voeten, de onderbenen en bovenaan de borst of rug.

    Eenvoudige middeltjes tegen de jeuk zijn ijsklontjes, tandpasta met menthol, bepaalde etherische of essentiële oliën zoals kamilleolie en lavendelolie, aloë vera en een zelfgemaakte pasta van bakingsoda en water. Het is raadzaam om niet te krabben, want dat kan een infectie veroorzaken.

    Controleer op reis altijd de bedden en kijk of er kleine donkerbruine of rode vlekjes op het matras en beddengoed te zien zijn. Indien u ze ziet, meld dit dan aan de eigenaar en vraag om een schoon matras en beddengoed. Zet koffers en tassen het liefst in de badkamer op een tegelvloer en niet op of onder het bed.

    Als u bedwantsen mee heeft genomen van vakantie, pak dan de koffers en tassen buiten uit. Was de spullen in de wasmachine op 60 graden of hoger. Droog de was daarna het liefst in een droger. Als u de spullen niet kunt uitwassen, stop ze dan een week lang in een vriezer op minimaal -14 graden. Invriezen doodt de bedwantsen en de eitjes ervan.

    Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu heeft een beperkte rol in de voorlichting over bedwantsen. De GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst kan u helpen met vragen over waar u terecht kunt voor de bestrijding van bedwantsen.

    Bedwantsen komen overigens ook voor in het openbaar vervoer en bioscopen, net zoals de hoofdluizen. Die hebben door de coronalockdowns zich volledig kunnen uitleven en hebben in grote getalen gewacht totdat de zalen weer dichtbevolkt zouden worden (om waarschijnlijk naar de film De Luizenmoeder te kijken, maar dat terzijde).

    Luizen kunnen niet springen, maar lopen van het ene hoofd over naar het andere, of in dit geval de bioscoop, van de ene stoel naar de andere.

    Hoofdluis is te herkennen aan kleine grijzige/bruine beestjes die op uw hoofdhuid lopen of aan de kleine witte neten die vastgeplakt zitten aan uw haar, die op roos lijken.

    Hoofdluizen zijn volgens het RIVM niet schadelijk, maar vooral vervelend. Ze kunnen voor veel jeuk zorgen. Om te voorkomen dat hoofdluis een hardnekkig probleem wordt, is het belangrijk om regelmatig het haar te controleren, ook als u niet naar de bioscoop bent geweest, maar bijvoorbeeld naar school of werk. Hoofdluis is te bestrijden door antiluizenshampoo en door te kammen met een luizenkam wat voorkomt dat er nieuwe eitjes uitkomen.

  9. Handen af van onze hulpverleners

    Leave a Comment

    Met Oud en Nieuw was het bar en boos. Ambulancemedewerkers worden belaagd, politie bekogeld met vuurwerk en de brandweer de weg versperd. Ook tijdens een coronapandemie in het gezicht van een hulpverlener hoesten verdient geen schoonheidsprijs. Een op de vijf Nederlandse werknemers in een hulpverlenende functie zegt te maken te hebben met verschillende vormen van agressie en geweld. Reden voor de overheid om vorig jaar de Taskforce ‘Onze hulpverleners veilig’ in te stellen.

    In samenspraak met de politie, boa’s en brandweer heeft de Taskforce een actieprogramma opgesteld met als doel geweld en mishandeling van hulpverleners terug te dringen én Nederlanders ervan te doordringen dat nooit en te nimmer agressief gedrag richting hulpverleners geaccepteerd mag worden.

    Het actieprogramma bestaat uit drie onderdelen ‘versterk de norm: communicatie met burgers’, ‘veilig werkgeverschap’ en ‘agressie voorkomen en vervolgen’. Naast de geformuleerde doelstellingen zijn praktische stappen ondernomen op het gebied van voorlichting.

    Versterk de norm, begin bij de jeugd
    De gedragsinterventie ‘Alleen jij bepaalt wie je bent’ (AJB) biedt jongeren van 12 tot 18 jaar uit het praktijkonderwijs of de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg van het vmbo een gestructureerde vrijetijdsbesteding via sport. Dit helpt op dit moment ruim 1200 jongeren bij het maken van de juiste keuzes en geeft ze steun bij de weg naar volwassenheid. Er worden workshops geïntegreerd in het reguliere AJB-programma die zien op geweld en agressie tegen hulpverleners. Deze workshops worden gecombineerd met een bezoek door en een bezoek aan politie, brandweer of boa’s.
    De Stichting Tegenzinloosgeweld (van het lieveheersbeestje) start met het lespakket Respect, een onderdeel van de campagne Heldenmoed. Er komt een hulpverlener op school om zijn of haar verhaal te doen. Kinderen uit groep 7 en 8 ervaren hulpverleners als mensen die goed werk voor de maatschappij doen, zodat zij positief (blijven) staan tegenover hulpverleners en er respect voor hebben. De aanpak bestaat onder andere uit een lesbrief, een pakket voor op school en speldjes en kaartspel voor de kinderen. De campagne Heldenmoed start op 30 scholen. Na evaluatie kijkt de Taskforce naar vervolgstappen.

    Rondetafelgesprekken
    Of we het nou hebben over het benaderen van de jeugd, veilig werkgeverschap of de sociale norm versterken. De mensen uit het veld weten vaak het beste hoe dat aan te pakken. Daarom organiseerde de Taskforce afgelopen jaar rondetafelgesprekken waarin tips en tricks met elkaar gedeeld werden.

    Werkgroep Veilig werkgeverschap
    Veilig werkgeverschap is een verantwoordelijkheid van de werkgever. De Taskforce faciliteert en stimuleert dat beroepsgroepen zelf actie ondernemen. Signalen worden neergelegd bij de werkgever die het aangaat. Overkoepelende problematiek wordt geagendeerd en door de Taskforce opgepakt. Dit kan bijvoorbeeld door campagnes, onderzoek of connecties met anderen. De Taskforce wordt ook een verbindende factor tussen werkgevers en vormt een kennisnetwerk van werkgevers over veilig werkgeverschap. De Taskforce gaat opgavegericht met de werkgevers en de werknemersorganisaties aan de slag om agressie en geweld tegen te gaan en te voorkomen, en de medewerker voor te bereiden en hem of haar zorg en ondersteuning te bieden als er sprake is van agressie en geweld tijdens de beroepsuitoefening. De beroepsgroepen kunnen zo prima van elkaar leren.

    Michel Mebius, bevelvoerder Veiligheidsregio Haaglanden:

    Respect moet altijd wederkerig zijn
    ‘Een stevige discussie hoort bij deze tijd.’ ‘Je moet een goede vriend weerhouden van agressie tegen een hulpverlener, omdat hij anders in de problemen komt.’ Het zijn enkele uitkomsten van onderzoeksbureau Ferro, dat in opdracht van de Taskforce, respondenten over het versterken van de sociale norm ondervroeg. Hoe kijken Nederlanders tegen de sociale norm aan? Waar ligt het grijze gebied wanneer agressie wel is geoorloofd? En wat zou jouw rol kunnen zijn als omstander bij daders die je wel of niet kent? Het rapport levert mooie inzichten op. Nieuwsgierig? Het rapport staat inmiddels op de site www.rijksoverheid.nl/onzehulpverlenersveilig.

    Opzet Kenniskring
    Uit onderzoek blijkt dat op veel terreinen kennis ontbreekt of geen recente inzichten aanwezig zijn over het onderwerp agressie en geweld tegen hulpverleners. Het actieprogramma gaat daarom meer onderzoek laten verrichten en heeft daarvoor een Kenniskring opgericht. Doel van de Kenniskring is informatie-uitwisseling en wetenschappelijk debat door wetenschappers van verschillende disciplines die (actief) betrokken zijn op dit onderwerp bij elkaar te brengen.

    Deel je ervaring
    Heb jij tijdens je werk als EHBO’er te maken gehad met geweld? En wil je vertellen welke impact dat op jou, jouw ploeg en/of jouw naasten heeft gehad? Door het te delen met het ondersteuningsteam kan de Taskforce van jouw ervaring leren. Wil je iets delen? Neem dan contact met het ondersteuningsteam, mail naar: onzehulpverlenersveilig@minjenv.nl.

  10. Top-10 ‘gevaarlijkste’ beroepen

    Leave a Comment

    Top 10-lijstjes: het internet staat er werkelijk vol mee. Dagelijks delen online nieuwsplatforms en amusementswebsites massaal nuttige, meestal minder nuttige, maar vaak hilarische en soms ook ontroerende rangschikkingen over uiteenlopende onderwerpen. Geef toe; u heeft ongetwijfeld zelf ook wel eens vermakelijk gescrold door lijstjes over zaken als de fijnste zonbestemmingen in de winter, beste tips om af te vallen of meest ‘bingewaardige’ Netflix-series. Passend bij dit magazine geven wij de Top 10 gevaarlijkste beroepsgroepen. Ofwel; de professies waarbij het vaakst naar de EHBO-koffer wordt gegrepen.

    Een politieagent die niet zonder kleerscheuren thuiskomt na een worsteling met een gevaarlijke overvaller of een brandweerman die een gezin ternauwernood uit een brandend appartement weet te redden. Het ligt voor de hand om te denken dat deze twee collega-hulpverleners tijdens hun werk het meeste risico lopen om gewond te raken. Toch is niets minder waar; beide beroepen staan op de gedeelde vijfde plek in een overzicht dat het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) onlangs publiceerde. En op nummer één? Daar staat het beroep van kok, zo blijkt uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden van het CBS en onderzoeksorganisatie TNO.

    Ongeluk in een klein hoekje
    Het is ook eigenlijk niet verwonderlijk als je je bedenkt dat een ongeluk in de keuken in een klein hoekje schuilt. Uitschieten tijdens het fileren van een visje met een scherp mes of jezelf verbranden aan een kokendhete saus of soep. Het zijn slechts twee simpele voorbeelden waaruit blijkt dat een goed uitgeruste EHBO-koffer en recent opgefriste cursus hulpverlening in het gemiddelde hotel of restaurant beslist geen overbodige luxe zijn.

    Wij vroegen twee doorgewinterde keukentijgers naar hun kijk op bovenstaand onderzoek. Antoine (49) draait al sinds zijn zestiende mee in de betere Bredase en Rotterdamse horeca. Hij werkte zich op van keukenhulp – “de ervaring die ik destijds opdeed beperkt zich overigens tot het garneren van een dame blanche” – tot chef-kok. Hoewel hij zijn werk zelf niet als gevaarlijk zou willen bestempelen, beaamt hij dat het ‘gevaar’ om jezelf te bezeren in een keuken constant op de loer ligt: “Misschien wel de belangrijkste reden daarvoor is dat je als kok te maken hebt met een behoorlijke werkdruk”, vertelt hij. “Vanaf het moment dat de deuren van ons restaurant openen, duurt het maar even voordat onze bonnenprinter (bedoeld om bestellingen aan de keuken door te geven, red.) op volle toeren draait. Op dat moment draait alles om het serveren van een perfect gerecht, waarbij ontzettend veel factoren samenkomen. Ik kan niet ontkennen dat er dan ‘in de haast’ dingen misgaan. Je pakt een bakplaat aan zonder handschoen of vergeet gemorste ingrediënten direct op te ruimen, waardoor een collega uitglijdt en zich bezeert.” Gelukkig voor hem bleef het in zijn eigen carrière bij wat kleine lichamelijke ongemakken, die vaak gemakkelijk ter plekke verholpen konden worden.

    Dat geldt helaas niet voor Cynthia (34), die tijdens haar werk in een eetcafé ernstige brandwonden opliep. Een per ongeluk omgestoten glas water zorgde voor een heftige steekvlam in een frituurpan, waardoor hete olie op haar hand en een groot deel van haar onderarm terecht kwam. “Dat gebeurde in een fractie van een seconde”, vertelt ze over het voorval. “Gelukkig is het in de horeca (in ieder bedrijf, red.) verplicht dat minstens één BHV-er op de werkvloer aanwezig is. Een collega handelde in mijn geval snel en accuraat en wist erger leed door haar optreden te voorkomen. Terwijl ik zelf van de schrik verstijfde, besloot zij namelijk om direct mijn wond te koelen met lauw water. Een andere collega schakelde tegelijkertijd professionele hulp in. Met dank aan de specialisten in het ziekenhuis kan ik mijn arm en hand nu weer redelijk normaal gebruiken.” Toch zit werken in een keuken er voor Cynthia niet meer in; daarvoor heeft ze simpelweg te weinig kracht in haar onderarm. Momenteel werkt ze daarom als klantenservicemedewerker. Maar, hoe kan het ook anders, wél bij een bekende landelijke horecaketen. Toch hoopt ze dat haar verhaal jongeren niet ontmoedigd om te kiezen voor het werken in een keuken. “Wat ik heb meegemaakt is immers een incident; ik zie het als pure pech. Waar ik wel voor pleit, is dat situaties als deze worden gebruikt in voorlichtingen, ter preventie. Bijvoorbeeld tijdens de opleiding of middels interne trainingen. Een keuken is namelijk beslist geen risicovrije werkplek.”

Word nu lid van de Nationale Bond EHBO

Schrijf je hier in