Category Archive: Magazine

  1. Voor in de agenda

    Leave a Comment

    14 mei Algemene Ledenvergadering
    We zullen op 14 mei en als reservedatum 11 juni een ALV houden. We zullen dan statuten wijzigen en op 11 juni samengaan met Limburg en Brabant.

    17 augustus Rescue Vlissingen
    Rescue Vlissingen heeft het grootste hulpverleningsevenement van Nederland gepland op 17 augustus 2022. Het thema is “Hart voor Hulpverlening. Er is bijzonder veel focus en interesse in de hulpverleningsorganisaties in het algemeen ontstaan. Nieuwsgierigheid, bewondering en respect. Het thema “Hart voor Hulpverlening” zal dan ook gaandeweg naar het evenement meer vorm krijgen.
    Informatie: www.rescuevlissingen.nl

    10 september Wereld Eerste hulp dag
    Op 10 september is het wereld Eerste Hulp dag. ‘Wereld Eerste Hulp Dag’ heeft tot doel bewustzijn te vergroten over hoe eerste hulp letsel kan voorkomen en levens kan redden in het dagelijkse leven en in crisissituaties, alsmede om de toegankelijkheid van de eerste hulp te bevorderen. Evenementen en activiteiten die op deze dag worden gehouden, richten zich vooral op het geven van voorlichting hoe eerste hulp te verlenen.

    Ook in Nederland wordt er aandacht besteed aan deze dag. Zo zijn er diverse verenigingen die voorlichtingen geven of EHBO-cursussen organiseren. Het motto is dat ‘iedereen eerste hulp kan leren’ (en dat eigenlijk ook zou moeten doen). Want niet alleen kunnen we het leren, we kunnen het ook allemaal plotseling eens nodig hebben.
    11 mei Nationaal Reanimatie Congres Human Factors & Teamwork
    Van 9.00-17.30 uur

    Op de website van de Reanimatieraad staat het congres aangekondigd:
    “Dit jaar zal ons jaarlijkse Reanimatie Congres plaatsvinden op 11 mei 2022.

    Dit congres zal een hybride vorm krijgen. Wij zijn blij dat wij u weer op locatie mogen ontmoeten in het NBC in Nieuwegein. Maar ons programma zal ook online te volgen zijn.

    Thema: Human Factors & Teamwork
    Het thema van ons congres is Human Factors & Teamwork. In januari brachten wij al de leidraad ‘De Choreografie van de reanimatie: Human Factors & Teamwork’ uit. Efficiënt en veilig reanimeren door een team is een optelsom van zowel technische als niet-technische vaardigheden. Juist de niet-technische vaardigheden spelen een belangrijke rol in een optimale samenwerking in het team en in een veilig en effectief verloop van de reanimatie. Tijdens dit congres zullen wij dieper ingaan op dit onderwerp.
    Voor wie
    Het congres is bedoeld voor reanimatie-instructeurs, medisch managers, opleiders ambulancediensten, IC/CCU-verpleegkundigen, ambulancezorgverleners, SEH-artsen, kinderartsen, anesthesiologen, cardiologen, intensivisten, reanimatiecoördinatoren, hart- en vaatverpleegkundige, beleidsmakers, lesstof ontwikkelaars en overige belangstellenden in reanimatie en reanimatieonderwijs.”

    Informatie: www.reanimatieraad.nl/nationaal-reanimatie-congres-2022

  2. Het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum

    Leave a Comment

    Het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) van het UMC in Utrecht is het kenniscentrum voor de klinische toxicologie in Nederland. Het NVIC informeert artsen, apothekers en andere professionele hulpverleners over de mogelijke gezondheidseffecten en behandelingsmogelijkheden bij vergiftigingen wat ook interessant kan zijn voor EHBO’ers.

    Per jaar ontvangt het NVIC ruim 47.000 telefonische informatieverzoeken over acute vergiftigingen bij mensen en dieren. Daarnaast wordt de website www.vergiftigingen.info per jaar nog eens circa 100.000 keer bezocht om informatie over vergiftigingen te raadplegen en/of de ernst van een vergiftiging te berekenen.
    Naast informatie over vergiftigingen en jaaroverzichten worden er op de website regelmatig interessante artikelen geplaatst in de rubriek Nieuws, die zeker de moeite waard van het lezen zijn en waarvan er twee hierna worden uitgelicht.

    Antivriesproducten
    Zo is er een artikel over het gevaar van antivriesproducten, zoals slotontdooiers, autoruitontdooiers en koelvloeistof waarin vaak een hoge dosis ethyleenglycol zit. Ethyleenglycol is een zeer giftige stof. Een flinke slok hiervan kan al een ernstige vergiftiging veroorzaken. Antivriesproducten zijn geur- en kleurloos en hebben een zoete smaak. Kinderen, huisdieren en, heel opmerkelijk, alcoholisten (die ethyleenglycol tot zich nemen als vervanger van ethanol) nemen er vaak een slok van. Inname kan leiden tot ethyleenglycol vergiftiging met zeer ernstige gevolgen. Bij het vermoeden van een ethyleenglycol vergiftiging moet te allen tijde professionele hulp worden ingeroepen. Daarnaast is het algemene advies om dit soort producten op een veilige plek te bewaren, onbereikbaar voor kinderen en huisdieren.

    Lees meer over ethyleenglycol vergiftiging op: www.nvic.umcutrecht.nl/nl/nieuws/antivriesproducten-gevaarlijker-dan-men-denkt.

    Zelfgeplukte paddenstoelen
    In de vorige editie van dit magazine werd al aandacht besteed aan het gevaar van zelfgeplukte paddenstoelen. Ondanks alle waarschuwingen verwacht het NVIC in een artikel op haar site dat het aantal meldingen van paddenstoelvergiftiging blijft toenemen. Jaarlijks worden er 20 meldingen hiervan gedaan, zoals patiënten met leverfalen en soms overlijden. Opvallend is dat een groot deel van de patiënten een buitenlandse achtergrond heeft. Mogelijk zijn zij in hun land van herkomst meer gewend om zelf paddenstoelen te plukken.

    Een van de gevaarlijkste paddenstoelen die sterk lijkt op de gewone champignon, en daar schuilt het grootste gevaar in, is de groene knolamaniet. Deze groeit vaak in loofbossen en dan meestal onder kastanjebomen, eiken, beuken en hazelaars. Deze paddenstoel groeit van juli tot oktober. Uiterlijke kenmerken: een geelgroene hoed, met soms een beetje bruin of wit, met donkere streepjes die vanuit het midden lopen. Deze hoed heeft witte plaatjes aan de onderzijde. De steel is wit met groenachtige strepen en heeft een witte, gestreepte ring. De knol zit soms onder de grond.

    Een kleine hoeveelheid (30 tot 50 gram) van de groene knolamaniet kan dodelijk zijn. Dit komt door vergiftiging van de lever. De eerste symptomen beginnen 6 tot 24 uur na het eten ervan en deze zijn vaak heftige buikpijn (darmkrampen), braken en waterdunne diarree. Dan is het al te laat om nog de maag uit te pompen. Het is echter niet ongewoon dat pas 24 uur na het eten van de paddenstoel de gevolgen zichtbaar zijn. De diarree en maagkrampen verdwijnen na een tijdje weer. Dit is een heel verraderlijk moment, omdat veel slachtoffers hierdoor nog langer wachten met het zoeken van medische hulp, want ze denken dat het over is.
    Ziek zijn en zich beter voelen wisselen elkaar af. De toestand gaat langzaam achteruit en na enkele dagen zijn er symptomen van een leveraandoening. Na vier tot vijf dagen heeft de gifstof de lever en de nieren zo ernstig beschadigd dat zelfs een mogelijke levertransplantatie het slachtoffer niet meer kan redden.

    Bij verdenking van paddenstoelvergiftiging moet altijd direct professionele hulp worden ingeschakeld.

    Lees meer over paddenstoelvergiftiging in het volgende artikel:
    www.nvic.umcutrecht.nl/nl/nieuws/zelf-geplukte-paddenstoelen-kunnen-zeer-ernstige-vergiftiging-veroorzaken

    Een lijst met giftige paddenstoelen met afbeeldingen en omschrijving staat op: www.nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_giftige_paddenstoelen.

  3. Politie bewapend met stroomstootwapen Taser X2

    Leave a Comment

    Een politieagent draagt gemiddeld zo’n tien kilo bij zich. Naast bijvoorbeeld de wapenstok, de pepperspray en het dienstpistool is daar sinds januari na een geslaagde pilot het stroomstootwapen aan toegevoegd..

    De reden hiervoor is dat de pepperspray of wapenstok in bepaalde gevaarsituaties niet effectief is en het gebruik van het pistool niet geoorloofd of wenselijk is. Volgens de politie is het knalgele stroomstootwapen een waardevolle aanvulling op de beschikbare geweldsmiddelen. Het kan op afstand worden gebruikt en is veilig voor de agent en omstanders. Daarnaast voorkomt het escalatie, want dreigen blijkt vaak al voldoende voor medewerking, staat vermeld op de nieuwspagina van politie.nl.
    Het stroomstootwapen Taser X2/NL, geproduceerd door het Amerikaanse bedrijf AXON, is het enige merk met voldoende onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek.

    Hoe werkt een stroomstootwapen?
    Een taser of stroomstootwapen is bedoeld om verdachten die zich hevig verzetten tegen hun aanhouding tijdelijk uit te schakelen. Politie kan dit inzetten om de controle over de situatie te krijgen. Het pistool treft alleen doel als het van dichtbij op de opstandige persoon wordt afgevuurd. Voordat een agent de trekker overhaalt, bepaalt hij met twee rode laser-zoeklichtjes de twee plekken op het lichaam waar hij zijn doelwit wil raken. Door de trekker over te halen vuurt hij twee pijltjes, waaraan dunne stroomdraden zijn bevestigd, af op de verdachte. De pijltjes zijn zo ontworpen dat ze vast blijven zitten in de huid of de kleding. Als de taser-darts doel treffen, dient het wapen een stroomstoot toe van 50.000 volt met een stroomsterkte van 1,3 milli-Ampère. De getroffen persoon verliest door de schok vijf seconden of iets langer de controle over zijn spieren. Dit geeft de politieagent voldoende tijd om een verdachte te benaderen of onder controle te krijgen. Een verdachte die staat op het moment dat hij wordt getaserd, verstijft en valt op de grond. Is de eerste stroomstoot niet doeltreffend genoeg, dan kan de agent nog een tweede afvuren.

    Hoe voelt het?
    Voordat ze er mee de straat op mogen, volgen agenten een driedaagse opleiding in het gebruik van de taser. Bij de cursus krijgt het ‘slachtoffer’ een beschermend pak aan. Presentator Ruben Nicolai liet zich voor een tv-programma echter taseren door het stroomstootwapen. Hij gaf aan dat het eigenlijk geen pijn doet. Wel voelde hij de weerhaakjes waarmee de stroomdraden aan hem vast werden geschoten. Nicolai beschrijft een naar gevoel, totale verkramping van alle spieren en de onmogelijkheid om te bewegen. Hij heeft geen moment het bewustzijn verloren. De cabaretier vindt het absoluut niet voor herhaling vatbaar.
    Risico
    De risico’s voor hartpatiënten na een stroomstoot uit de taser X2 zijn klein, aldus de interim-voorzitter van de Nederlandse Hart Ritme Associatie, cardioloog Geert-Jan Kimman: “De stroomsterkte heeft nauwelijks invloed op het functioneren van een pacemaker of een geïmplanteerde defibrillator (ICD). De darts landden ook ver genoeg van elkaar op het lichaam: schade aan het hart kunnen ze zo niet veroorzaken. In theorie kan door de stress hooguit een tijdelijk verstoord hartritme optreden”, aldus Kimman. Volgens de landelijke korpsleiding zijn de risico’s op blijvend letsel weliswaar nihil, maar moet een getaserd persoon altijd direct medisch worden onderzocht. Ook mag er niet lichtzinnig naar het wapen worden gegrepen.

    Voor de EHBO’er
    Als aangegeven zijn de risico’s van het gebruik van de taser klein. De escalatie van geweld kan voor zowel de hulpverlener als de verdachte wel stressvol zijn met alle gevolgen van dien. Als EHBO’er moet je sowieso op gevaar letten, je eigen veiligheid gaat voor.

    Bij het op de grond vallen na de stroomstoot kan het slachtoffer zich verwonden bij de val. Bij een hartstilstand dient 112 gebeld te worden en de reanimatie onmiddellijk gestart te worden. De stroomsterkte heeft nauwelijks invloed op de pacemaker. Mocht het toch nodig zijn om de AED te gebruiken, plaats de elektrode niet over een pacemaker (zichtbaar als een bobbel onder de huid). Plak de elektrode dan wat lager en/of meer onder de oksel. Verplaats in ieder geval eenmaal geplakte elektrode niet.

    Gebruik
    Voor elk wapen dat de politie kan gebruiken, gelden strenge richtlijnen. Die zijn opgenomen in de zogeheten ambtsinstructie. De politie mag geweld gebruiken ‘om haar taak, de handhaving van de rechtsorde, uit te voeren’.

    Er is altijd een volgorde van middelen die ingezet kunnen worden, afhankelijk van de impact van deze middelen. Dus agenten moeten altijd eerst proberen er met een gesprek uit te komen, volgens kan een wapenstok ingezet worden, daarna eventueel fysiek geweld, dan pepperspray, daarna nu optioneel de taser, vervolgens de diensthond en als allerlaatste middel is er het vuurwapen.

    Agenten mogen de taser inzetten als er ‘een direct dreigende gevaarsituatie’ is waarbij de inzet van pepperspray of een wapenstok niet genoeg is, maar de inzet van een zwaarder middel zoals een vuurwapen niet wenselijk. In totaal zullen zo’n 17.000 agenten door heel Nederland gebruik gaan maken van de taser. Dat zijn ongeveer alle agenten die op straat lopen. De verwachting is dat het een jaar gaat duren voordat alle agenten de training hebben gehad.

  4. Veldnorm Evenementenzorg

    Leave a Comment

    Eind 2021 is een update Veldnorm Evenementenzorg gestuurd. Diverse verenigingen werken al met deze normering bij het verlenen van Eerste Hulp bij evenementen. Per 1 januari 2022 is deze Veldnorm definitief geworden.

    De afgelopen twee jaren hebben in het teken gestaan van het coronavirus en waren er nagenoeg geen evenementen. Daarom wordt er nog niet gehandhaafd op toepassing van de veldnorm.

    Daarnaast hebben de evenementenzorgorganisaties Eerste Hulp (EZO-EH) de invoering van VNEZ nog niet volledig afgerond. Daarbij zullen ook nog niet alle evenementenzorgverleners volledig zijn opgeleid. De projectgroep is in het eerste kwartaal van 2022 voornemens om een aantal sessies te gaan organiseren om vragen die er leven te beantwoorden en om organisaties te ondersteunen bij het toepassen van de VNEZ. Deze vragen zullen op de website van Evenementenzorg worden gepubliceerd.

    De Inspectie Gezondheidzorg en Jeugd (IGJ) gaat een pilot-toezichtproject starten naar de kwaliteit van evenementenzorg. Hiervoor heeft de inspectie een toetsingskader opgesteld, na overleg met verschillende partijen, waaronder de werkgroep van de Veldnorm.

    De inspectie vindt het belangrijk dat burgers kunnen rekenen op goede zorg wanneer zij die nodig hebben tijdens een evenement.

    Zijn er vragen, wend je tot de bestuurders van je koepel. Informatie over de Veldnorm Evenementenzorg is te vinden op: https://www.evenementenz.org/wp/.

  5. Blog: Doe vooral geen stokje tussen de tanden

    Leave a Comment

    Tot mijn schrik hoor ik bij behandeling van het onderwerp ‘epilepsie’ nog heel regelmatig het advies van medecursisten om vooral een stokje tussen de tanden te stoppen. Graag ga ik even in op wanneer je dit ‘niet’ en wanneer ‘wel’ de beste optie is.

    Niet doen
    Al zou dit een voorgeschreven wet zijn, je krijgt de kans niet. Kaak klapt dicht vanwege de spierspanning. Zou het toch lukken, mogelijk komt je vinger tussen de tanden. Dan is deze er waarschijnlijk wel af. Zou het toch lukken, dan breken waarschijnlijk alle tanden en kiezen van het slachtoffer af. Zoals een neuroloog ooit tegen mij zei: “ Een tong kunnen we goed hechten, reparatie van tanden en kiezen gaat veel langer duren en is kostbaar.”

    Aangezien ik zelf epilepsie heb, ligt het onderwerp mij na aan het hart. Langere tijd heb ik het onderwerp vermeden, omdat het je overdondert en het lastig is om je eigen lichaam weer te vertrouwen. Hoe naar het voor anderen er ook uitziet, als slachtoffer zijnde merk je van de aanval zelf niets. Iemand omschreef het ooit treffend “je mist een deel van de film” en dat klopt. Ik heb epilepsie niet van jongs af aan, het startte toen ik 35 jaar was. Bij de eerste aanvallen heb ik flink op mijn tong gebeten en dat voelt niet echt prettig. Het heeft even geduurd voordat het ‘gevoel’ wegtrok, maar het is goed gekomen. Het hoefde ook niet gehecht te worden. De mond zelf herstelt snel. Veel spierpijn aan overgehouden, erg moe maar ook de emotionele gevolgen zijn niet te onderschatten. Ik heb een paar aanvallen gehad en inmiddels goede medicijnen. De laatste aanval is al weer wat jaartjes geleden (afkloppen). Eind goed, al goed. Voor de zekerheid heb ik wel een alarmpenning om van het Witte Kruis. Op de voorzijde staat de bekende esculaap, aan de achterzijde ‘epileptic’ en een registratienummer. Aan de hand daarvan kunnen professionele hulpdiensten nagaan welke arts men kan raadplegen en welke medicijnen ik slik.

    En dan zie je de epileptische aanval bij een ander, bij een dierbare. Hoewel ik vorig jaar mijn 20-jarig jubileumspeldje heb mogen ontvangen, kan ik het diploma beter inleveren. Van een zekere koelbloedigheid was niets meer over, het kwam te dichtbij. Gelukkig kon ik het alarmnummer nog produceren (centralist verdient een bloemetje) en droegen de ambulancemedewerkers wel bij aan het terugkeren van de rust. Hoewel de aanval na een paar minuten over was, leek deze wel uren te duren. Het duurde nog een tijd voordat mijn dierbare broer weer bij zijn positieven was, maar toen hij de verpleegkundige begon te complimenteren met haar mooie ogen wist ik dat hij weer zijn oude vertrouwde zelf was. Voordat er #metoo verhalen de ronde gaan doen, hij heeft het syndroom van Down en strooit graag met complimenten. Onderzoek bij de neuroloog van een EEG en CT-scan brachten geen bijzonderheden aan het licht. Hopelijk is het eenmalig.

    Wel stokje
    Wanneer doe je dan wel een stokje tussen de tanden? Aangezien ik geen grote survivalfan ben, zie ik dit vooral in films. Denk aan het onverdoofd amputeren van ledenmaten, verwijderen van kogels en als je geluk hebt schroeien ze de wond dan ook nog even dicht met vuur. Of je daarna sowieso nog veel aan je tanden en kiezen hebt, is maar de vraag.

  6. Nieuwe Nederlandse Richtlijnen Eerste Hulp gepubliceerd

    Leave a Comment

    Niet veel EHBO-verenigingen zijn al gestart met de herhalingslessen. Voor veel hulpverleners is dat het moment om de kennis op te frissen. Medio juni 2021 zijn de nieuwe Nederlandse Richtlijnen Eerste Hulp 2021 gepubliceerd, mede reden voor het Oranje Kruis om de 28ste editie van het boekje uit te brengen als officiële handleiding voor de EHBO.

    De nieuwe richtlijnen zijn gebaseerd op nieuwe wetenschappelijke inzichten en praktijkexpertise. Het gebruik van medische termen voor eerstehulpverleners is zo veel mogelijk vermeden om de richtlijnen zo simpel en eenduidig mogelijk te houden. Belangrijke wijzigingen zijn een aangepaste reanimatietechniek voor baby’s, de toevoeging van mentale eerste hulp en aangescherpte aanwijzingen voor alarmering van medische hulp.

    Reanimatie baby
    De reanimatietechniek bij baby’s is aangepast, er wordt onderscheid gemaakt in twee situaties.
    1. De eerstehulpverlener is alleen, er is niemand die 112 kan bellen, maar de eerstehulpverlener heeft wel een telefoon bij zich; dan hij moet eerst 5 maal beademen.
    2. De eerstehulpverlener is alleen, er is niemand die 112 kan bellen en de eerstehulpverlener heeft geen telefoon bij zich: dan moet hij eerst 1 minuut reanimeren.

    Mentale eerste hulp
    Vanwege de toename van de psychische problematiek in onze samenleving en daarmee de kans dat eerstehulpverleners hiermee in aanraking kunnen komen. Voor eerstehulpverlening is belangrijk om bij mentale zorg:

    – te letten op eigen veiligheid.
    – iemand gerust te stellen en probeer een veilige en kalme omgeving te creëren.
    – bied een luisterend oor.
    – probeer iemand uit een onveilige situatie te halen en bied emotionele steun.
    – help bij basisbehoeften als voedsel, water, deken en informeer naar het vinden van een plaats om te verblijven.
    – verwijs naar juiste informatie, zorg en hulp.
    Het is niet de bedoeling voor een eerstehulpverlener om in de schoenen van een professioneel hulpverlener te gaan staan, gedetailleerd in te gaan op de situatie, het slachtoffer onder druk te zetten om alles te vertellen en emoties daarover te delen. Die taken horen bij een zorgprofessional.
    Inschakelen professionele hulp
    De noodzaak van het bellen van 112 is voor EHBO’ers overduidelijk, al is ook het belang van de huisarts of spoedpost van de huisartsen onderschreven. In de nieuwe richtlijnen staat nu “Het is niet erg als 112 gebeld wordt in plaats van de huisarts of de spoedpost van de huisartsen of andersom. De zorgprofessionals zorgen voor de juiste hulpverlening.” is toegevoegd, omdat het regelen van hulp in mogelijk ernstige situaties prioriteit heeft en eerstehulpverlening niet moet worden vertraagd door het zoeken naar het juiste nummer.

    De volledige opsomming is te vinden op oranjekruis.nl.

    Initiatief
    Het opstellen van de nieuwe richtlijnen is een initiatief van Het Nederlandse Rode Kruis, Het Oranje Kruis, het Nederlands Instituut Bedrijfshulpverlening en de Nederlandse Reanimatie Raad. Binnen de eerstehulpverlening is het belangrijk dat iedereen in Nederland dezelfde handelingsperspectieven volgt. Niet alleen omdat daarmee slachtoffers na een ongeluk de beste zorg krijgen, maar ook omdat de eerste hulp hiermee goed aansluit op professionele zorgverlening.
    De NREH 2021 vormen het kader voor de eerste hulp eindtermen en daaruit voortvloeiende lesstof. Hierbij is het uitgangspunt dat de te verlenen eerste hulp (EHBO) altijd gericht moet zijn op het bevorderen van het herstel van het slachtoffer en/of voorkomen van verslechtering van de situatie. Regelmatig worden deze richtlijnen geëvalueerd en indien nodig iedere 5 jaar bijgesteld. Hierbij wordt aangesloten bij de cyclus van de Nederlandse Richtlijnen Reanimatie van de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR).

    Breed draagvlak
    De NREH is tot stand gekomen dankzij een werkgroep onder leiding van Dr. L. Geeraedts, traumachirurg van het VUmc. De werkgroep bestond uit vertegenwoordigers van voor de eerste hulp relevante (medische) beroepsgroepen en organisaties, waaronder de Nederlandse Vereniging van Medisch Managers Ambulancezorg, Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen en Stichting Spoedeisende Hulp bij Kinderen. Daarnaast zijn alle belanghebbende organisaties in de gelegenheid gesteld input te leveren tijdens de ontwikkeling van deze richtlijnen.

    Wetenschappelijke basis
    Doordat de NREH zowel zijn gebaseerd op (internationaal) wetenschappelijk onderzoek als op de meningen van zorgprofessionals, zijn het wetenschappelijke richtlijnen die aansluiten bij de praktijk. Zo hebben ambulance- en huisartsenzorg vastgesteld bij welke letsels en ziekten de huisarts of 112 gebeld dient te worden. Bovendien zijn de richtlijnen aangepast aan de Nederlandse gezondheidszorg, waarmee ze aansluiting geven op de behandelingen van de nationale zorgprofessionals.

    De International First Aid Resuscitation and Education Guidelines 2020 van de Internationale Federatie van Rode Kruis en Rode Halve Maan-verenigingen (IFRC) vormen de basis van de NREH. Daarnaast is ervoor gekozen de reanimatie richtlijnen 2021 van de Nederlandse Reanimatie Raad integraal over te nemen. Tegelijkertijd met de nieuwe Richtlijnen is ook een uitgebreide toelichting gepubliceerd. Hierin wordt uitgelegd welke veranderingen zijn doorgevoerd in de NREH 2021 ten opzichte van die van 2016, en waarom. Omdat eerste hulp soms verder gaat dan passantenhulp, hangt het van de rol van de hulpverlener af welke handelingen uit de NREH moeten worden uitgevoerd.

    Kenniscentrum
    Om op meer regelmatige basis overleg rondom eerstehulphandelingen te creëren, wordt een nationaal kenniscentrum Eerste Hulp opgericht. De belangrijkste doelstelling van dit centrum is de Nederlandse Richtlijnen Eerste Hulp (NREH) actueel te houden op basis van de laatste wetenschappelijke inzichten. Het kenniscentrum zal gaan dienen als overlegorgaan voor alle organisaties eerste hulp.

  7. Insecten en slangen zetten even hun tanden erin

    Leave a Comment

    Met bijna een miljoen beschreven soorten insecten is de kans groot dat je deze geleedpotigen overal tegenkomt, niet alleen op land maar ook in het (zoete) water. Iemand die door een insect is gestoken, heeft vaak een zwelling op de plaats van de steek. Deze plaats doet pijn en kan rood worden. Soms zie je de angel zitten. De gestoken plek kan ook jeuken.

    Allereerst is het voor de EHBO’er belangrijk om attent te zijn op overgevoeligheidsreacties met stoornissen in het bewustzijn en ademhaling en bel dan 112. Ook wanneer iemand in de mond of keel is gestoken en niet benauwd is, dan toch het alarmnummer bellen.

    De huisarts of de spoedpost van de huisartsen moet gebeld worden wanneer het gaat om kinderen die jonger zijn dan 3 jaar die meerdere keren gestoken zijn. Wanneer het slachtoffer een zwelling vlakbij het oog heeft, de plaats erg opzwelt en/of wanneer het slachtoffer eerder een allergische reactie op een insectenbeet heeft gehad, moet ook 112 gebeld worden. Wanneer een pijnlijke rode streep verschijnt op de plaats waar het slachtoffer gestoken, moet ook de huisarts worden gebeld, dit kan wijzen op een ontsteking van een lymfevat.

    Bijen
    Een bijensteek is niet alleen pijnlijk, het kan ook zorgen voor vervelende klachten zoals jeuk en een plaatselijke zwelling. De bij kan na de steek zijn angel niet meer terugtrekken. Hierdoor verliest het insect een deel van zijn achterlijf, waardoor het uiteindelijk zal sterven. Daarom steken bijen alleen als zij zich echt bedreigd voelen.

    Verwijder de angel met een pincet. Je kunt ook met je nagel of met een stomp mes de angel eruit strijken. Verwijder eventueel de ringen als het slachtoffer in de vinger is gestoken. Een nat, koud kompres of washandje bij pijn of jeuk. Menthol, aloë vera en calendula kunnen ook op het wondje en zwelling worden gesmeerd om de pijn of jeuk te verzachten.

    Tekenbeet
    Hoewel teken dikwijls onschuldig zijn, raken er steeds meer besmet met de Borrelia-bacterie en kunnen dus de ziekte van Lyme overdragen. Deze infectieziekte wordt jaarlijks gemiddeld vastgesteld bij 25.000 mensen en kan leiden tot ernstige neurologische aandoeningen. Een teek kan zich overal op het lichaam vastbijten, maar teken hebben een voorkeur voor warme vochtige plaatsen zoals liezen, knieholtes, oksels en de bilspleet. Bij kinderen zitten ze ook vaak op het hoofd, achter de haargrens en achter de oren. Dit komt omdat kinderen zich lager bij de grond bewegen en vaak door hun speelgedrag in het gras of in struiken zitten. Wanneer de teek zich heeft volgezogen met het bloed, laat het de huid weer los.

    Gebruik geen middelen, zoals alcohol of benzine, om de teek te verwijderen, hierdoor kan de teek juist zijn speeksel in de bijtwond spuiten. Gebruik daarom ook geen sigaret of andere brandende voorwerpen. Wees er zeker van dat er een teek in de huid zit. Pak met een puntig pincet de teek zo dicht mogelijk bij de huid vast, gebruik eventueel een tekentang om de teek te verwijderen. Trek de teek uit de huid. Vermijd daarbij het leeg knijpen van de teek. Ontsmet het wondje met een ontsmettingsmiddel. Adviseer het slachtoffer contact op te nemen met de huisarts, wanneer de teek langer dan 24 uur in de huid heeft gezeten. Noteer de datum waarop het slachtoffer is gebeten. Het slachtoffer moet 3 maanden lang in de gaten houden of er een rode of blauwe vlek of ring ontstaat, dan de huisarts bellen. Consulteer de huisarts wanneer het niet lukt om de teek te verwijderen, of als er symptomen optreden zoals de rode vlek of kring of griepachtige symptomen. Deze kunnen tot 3 maanden na een tekenbeet optreden.

    Soms kunnen gewrichts-, huid-, zenuw- of hartklachten ontstaan. Dat kan gebeuren als de vroege klachten van de ziekte van Lyme niet behandeld zijn met antibiotica. Maar deze klachten zijn soms ook een eerste uiting van de ziekte.

    Zeedieren
    De kubuskwal (Australische zeewesp) is het giftigste dier op aarde. Deze kwal beschikt over genoeg gif om 60 mensen te doden. In Nederland komt deze gelukkig niet voor. De kleine pieterman (echiichthys vipera) is een vis uit de familie van de pietermannen. Het visje behoort tot de meest giftige dieren van Europa en is wel te vinden in de Nederlandse wateren. Iemand kan tijdens het zwemmen een kwal of een ander zeedier zien en er door gestoken worden met meestal hevige, brandende jeuk, rode huid, zwellingen en soms blaren tot gevolg. Als het zeedier in contact is gekomen met de ogen, kan dat een brandend, pijnlijk gevoel geven. Het slachtoffer kan misselijk zijn en braken. Soms is hij duizelig. Het slachtoffer kan stoornissen in het bewustzijn en de ademhaling hebben.

    Kwallensteken veroorzaken huidirritatie die meestal na 15 minuten verdwijnt. Hevige overgevoeligheidsreacties komen zelden voor. Bel 112 wanneer het slachtoffer door de steek een heftige overgevoeligheidsreactie krijgt, die leidt tot stoornissen in het bewustzijn en/of de ademhaling. Trek vastzittende netelcellen van kwallen met een pincet uit de huid of schraap ze van de huid af met een hard plastic voorwerp of de botte kant van een mes. Heeft het slachtoffer veel pijn na de steek van een zeedier? Zet het slachtoffer onder de hete douche of dompel het lichaamsdeel 20 tot 30 minuten in zo heet mogelijk water. Hij moet de tempratuur net kunnen verdragen (max. 45 graden).
    Geen heet water aanwezig? Koelen met bijvoorbeeld coldpack, of spoelen met zeewater. Maar niet met zoetwater. Het gebruik van azijn verergert de klachten bij het steken van de meeste kwallen die voorkomen aan de Nederlandse kust. Azijn kan bij steken van sommige tropische kwallen echter levensreddend zijn.

    Ga na de huisarts of de spoedpost van de huisartsen wanneer de pijn niet zakt en wanneer het slachtoffer gestoken is bij de ogen. Voorkom dan, dat het slachtoffer in de ogen wrijft. Ga ook naar de zorgprofessional bij een heftige reactie op de steek van het zeedier. Wrijf niet met zand of handdoeken op de steekplaats. Dit kan de pijn verergeren.

    Slangenbeet
    In Nederland komen drie soorten slangen voor: de adder, ringslang en de gladde slang. Ze leven nogal een beschut bestaan, dus laten ze zich niet gemakkelijk zien. Zoveel zijn er ook weer niet, de gladde slang is zelfs zeer zeldzaam. De adder is de enige giftige slang die voorkomt in ons land. Met een lengte van slechts 75 centimeter is de adder een erg kleine slang. Hij heeft een koperbruine kleur en rode ogen met verticale pupillen. Uiteraard zijn er ook liefhebbers van slangen in een terrarium, dan kan de mate van gif en gevaar variëren.

    Bij een slangenbeet zijn er een of twee kleine wondjes te zien die snel zwellen. De huid wordt rood en de beetplaats is pijnlijk. Het gif kan stoornissen in de vitale functies veroorzaken evenals misselijkheid, braken en spierkramp. Bel 112 wanneer het slachtoffer is gebeten door een giftige slang of ga met spoed naar het ziekenhuis. Voorkom zoveel mogelijk dat het slachtoffer het getroffen lichaamsdeel beweegt. Uitzuigen of insnijden van de wond en het afbinden van het getroffen lichaamsdeel is niet nuttig.

    Eikenprocessierups
    In de zomermaanden kunnen in eikenbomen nesten zitten van de eikenprocessierups. Eikenprocessierupsen hebben brandharen. Die brandharen kunnen vervelende klachten veroorzaken voor mens en dier. Tussen half mei en half juli zijn de rupsen actief. Daarna verpoppen ze tot vlinders. Ze laten dan echter nog een hoop brandharen achter in de nesten. Die kunnen dus ook na juli nog overlast geven. De brandharen kunnen hevige jeuk veroorzaken.

    Trek de kleren uit waarin de brandharen zitten. Strip de huid van het slachtoffer met plakband of kleefpleister. Spoel de huid of ogen van het slachtoffer met lauw water. Je kunt de jeuk verlichten door te koelen. Je kunt ook gel, zalf of crème gebruiken met menthol, aloë vera of calendula wanneer het slachtoffer in contact is gekomen met de brandharen van de eikenprocessierups. Zorgt dat het slachtoffer niet krabt of wrijft op de plaats waar de brandharen hebben gezeten.

  8. Niet geschikt voor consumptie: de meeste bloemen, planten en paddenstoelen

    Leave a Comment

    Voor de smaak hoeft het niet echt, maar een groene salade kan wel opgefleurd worden met paarse viooltjes. Deze bloemen zijn een veilige keuze, mits ze onbespoten zijn. Staat op veel planten dat ze niet geschikt zijn voor consumptie, voor kinderen en huisdieren kunnen deze een grote aantrekkingskracht uitoefenen met huidirritatie, buikkrampen of erger tot gevolg.

    Lopend langs kabouterpaden, worden kinderen al van jongs af aan gewaarschuwd voor de felrode vliegenzwam, mooi om te bekijken maar niet om te eten. De Romeinse keizerin Agrippina vergiftigde in de eerste eeuw haar man keizer Claudius met een dodelijke paddenstoel. De meeste gifmoorden schijnen door vrouwen te worden uitgevoerd, maar dit even terzijde.

    Mooi maar giftig
    Om een aantal voorbeelden te noemen, narcissen, vingerhoedskruid en ridderspoor zijn allemaal prachtig, maar ook giftig. Mooi om te bekijken is de oleander, maar deze is niet voor consumptie geschikt. Het gif kan een groot effect hebben op het hart. Symptomen zijn braken, buikpijn, hoofdpijn en vertraging van de hartslag; daarvan kun je in shock raken. Rode besjes aan een struik kunnen voor kinderen aantrekkelijk zijn om in de mond te stoppen. Gaat het dan om de besjes van een taxus of hulst, dan is diarree of braken vaak een gevolg. Het eten van meer dan vijf hulstbesjes kan leiden tot slaperigheid. Bij de kleur rood zal bij mensen sowieso een waarschuwingssignaal af moeten gaan, maar uitzonderingen bevestigen de regel. Tenslotte zet je frambozen en bosbessen niet voor de sier neer, toch?

    Verder kijken
    Gelukkig komen deze plant-vergiftigingen niet vaak bij de hulpdiensten terecht, maar het blijft oppassen. Soms zullen volwassenen de bladeren in de mond steken om te proeven, maar zullen ze niet doorgeslikt worden. De blaadjes van hulst zullen niet gauw in een kindermond verdwijnen, bij de besjes is de kans iets groter. Het gaat vaker op dat delen van een plant wel zijn te consumeren. Een goed voorbeeld hiervan is rabarber. Van de stelen zijn lekkere toetjes te maken, de bladeren kunnen voor nierproblemen zorgen.

    Paddenstoelen
    De champignon is de meest gegeten paddenstoel ter wereld. Het gaat toch op regelmatige basis mis met het selecteren van eetbare paddenstoelen. Paddenstoelen in Nederland kunnen een giftige variant zijn van een eetbare uit een ander land. Voorjaarsamaniet, voorjaarskluifzwam en parasolzwammen, het klinkt allemaal vriendelijk, maar het zijn dodelijke giftige paddenstoelen. De gifstoffen tasten de lever aan en kunnen fataal zijn. Sommige paddenstoelen zijn temperatuurgevoelig, dus worden minder schadelijk nadat de paddenstoel is gekookt. De vergiftigingssymptomen van de valse morielje treden bij het nuttigen pas na 10 tot 12 uur op en bestaan uit misselijkheid, transpireren, buikloop en rillingen. Ondanks de giftigheid geldt de zwam in sommige landen als een delicatesse. Op website www.ivn.nl is een uitgebreide namenlist met afbeeldingen te vinden.

    Tip
    Om te weten welke planten en bloemen je in je tuin hebt staan, zijn er diverse app’s te downloaden. Veel van de giftige planten hebben voor de mens alleen effect bij inname of veelvuldig aanraken. Denk er ook aan dat bij tuincentra zowel planten als zaden zijn gecoat met gifstoffen om beestjes weg te houden. Leer een kind zo vroeg mogelijk om geen planten of bloemen in de tuin of natuur te eten. Bij twijfel of iemand iets binnengekregen heeft van een giftige plant en zie je vergiftigingsverschijnselen, bel dan de huisarts. Vergiftigingsverschijnselen zijn huidirritatie, jeuk, buikpijn, diarree, overgeven, ademhalingsproblemen en samentrekking van spieren.

    Laat u vooral niet weerhouden om de (wijde) natuur in te trekken, maar wees bewust van gevaren uit onverwachte hoek. Vogels en insecten genieten van klimop in alle jaargetijden, terwijl veel mensen er huidirritatie en zwellingen aan overhouden.

    Veel voorkomende giftige planten: anemoon, berenklauw, blauweregen, buxus, goudenregen, hortensia, hulst, hyacint, laurierkers, lelietje-van-dalen, lupine, narcis, rododendron. Kent u die spier nog voor het controleren van het bewustzijn bij slachtoffers (tot 25ste druk van boekje Oranje Kruis)? Juist, de monnikskapsspier. Zowel voor EHBO-doeleinden als de plantenvariant liever niet hanteren. De monnikskap is in zijn geheel giftig en kan bij een aanraking al voor een heftige reactie zorgen. Het meest giftige aan de monnikskap zijn de verdikte wortels. Deze kun je dus maar beter zo diep mogelijk in de grond laten zitten.
  9. Niet-aangeboren hersenletsel gaat nooit meer over

    Leave a Comment

    Hersenaandoeningen kennen een grote verscheidenheid en komen op iedere leeftijd voor. Jaarlijks lopen zo’n 140.000 mensen hersenletsel op, van wie er 40.000 forse blijvende beperkingen aan overhouden. In totaal zijn er zo’n 650.000 Nederlanders die beperkingen ervaren als gevolg van niet-aangeboren hersenletsel.

    Niet-aangeboren hersenletsel (NAH) kan ontstaan door een oorzaak van buitenaf, bijvoorbeeld door een auto-ongeluk, een klap op iemands hoofd of door een val van een trap. Dat wordt traumatisch hersenletsel genoemd. Hersenletsel kan ook ontstaan doordat er in de hersenen iets misgaat, bijvoorbeeld een bloedvat dat knapt in de hersenen of een propje dat in de bloedbaan van de hersenen vast komt te zitten. Dit wordt niet-traumatisch hersenletsel genoemd.

    Niet-traumatisch hersenletsel
    Bij een beroerte (CVA) gaat er iets mis in de bloedvaten van je hersenen. Een deel van de hersenen krijgt op dat moment geen zuurstof en voeding meer. Plotseling vallen functies uit. Iemand kan dan verward overkomen, is moeilijk te verstaan of begrijpt niet meer wat je zegt. Verder kan de mondhoek gaan hangen, zakt de arm weg, krijgt hoofdpijn, duizelig, et cetera. De EHBO’er kan een beroerte herkennen door de test:

    – mond: vraag het slachtoffer om de tanden te laten zien;
    – spraak: vraag het slachtoffer of de omstanders of hij anders is gaan praten. Laat hem een zin uitspreken.
    – arm: en arm (en/of been is verlamd). Vraag het slachtoffer om zijn ogen te sluiten. Vraag om de armen op te tillen en voor zich uit te strekken met de binnenkant van de handen naar boven.

    Bel onmiddellijk 112 als je met deze test hebt vastgesteld dat het slachtoffer een beroerte heeft. Geef aan de centralist door hoe laat de klachten begonnen. Houd er rekening mee dat het slachtoffer kan omvallen door zwakheid van spieren. Bel ook de huisarts/spoedpost van de huisartsen als je twijfelt of iemand een beroerte heeft.

    Overige voorbeelden van niet-traumatisch hersenletsel zijn bijvoorbeeld gezwel/tumor, epilepsie, vergiftiging en zuurstofgebrek.
    Traumatisch hersenletsel
    Bij traumatisch hersenletsel komen een hersenschudding, hersenkneuzing, schedelbasisfractuur, bloeding tussen schedel en hersenen, whiplash en shaken baby syndroom voor. Door een val of botsing met iets hards krijgt het hoofd een harde klap. Een hersenschudding is een ‘lichte’ vorm van hersenletsel waarbij de hersenen heen en weer worden geschud. De verschijnselen bij het slachtoffer kunnen zijn:

    – suf en verward;
    – mogelijk kort bewusteloos;
    – heeft hoofdpijn en/of is duizelig;
    – reageert traag, onthoudt dingen moeilijk;
    – klaagt over vermoeidheid, dubbelzien en oorsuizen;
    – is mogelijk misselijk en kan braken;
    – lichtschuw.

    Let op! Wees alert op mogelijk wervelletsel.

    Een hersenkneuzing is een ernstige vorm van traumatisch hersenletsel waarbij het hersenweefsel beschadigd is geraakt, in tegenstelling tot een hersenschudding. Bij een hersenkneuzing is altijd sprake van bewustzijnsverlies van minsten 15 minuten en het bewustzijnsverlies is ook dieper dan bij een hersenschudding.

    Dan is er ook nog hersenletsel als gevolg van een schedelbasisbreuk. Een botgedeelte kan de hersenen binnengedrongen zijn of een voorwerp veroorzaakt de breuk na een ongeval of misdrijf. Hier is de oorzaak van het letsel niet de toename van de druk op de hersenen, maar het voorwerp dat de hersenen beschadigt. Bij een schedelbasisbreuk heeft het slachtoffer blauwe plekken rond de ogen (brilhematoom) of achter het oor (battle-sign). Deze plekken kunnen uren na het ongeval pas zichtbaar worden. Let ook op bloed of (hersen)vocht uit neus of oor.

    Cijfers
    Jaarlijks krijgen zo’n 46.000 mensen een beroerte of CVA. Niet-aangeboren hersenletsel is de belangrijkste doodsoorzaak bij kinderen en jongeren. Elk jaar lopen circa 140.000 mensen hersenletsel op van wie er 10.000 dit niet overleven. Van de 130.000 hersenletselpatiënten per jaar die overleven zijn er 19.000 kinderen en jongeren van 0 tot 24 jaar. Elk jaar komen er ongeveer 40.000 mensen bij die forse blijvende beperkingen overhouden aan hersenletsel, ongeveer 650.000 in totaal.

    Tips voor handelen
    Bel de huisarts na een flinke klap op het hoofd, zeker bij een jong kind. De huisarts beoordeelt of de patiënt de eerste 24 uur gewekt moet worden (wekadvies) of naar het ziekenhuis moet. Bel direct de huisarts/huisartsenpost als de patiënt in de eerste dagen/weken suf of verward is of zich anders gedraagt, meer hoofdpijn krijgt, steeds misselijk is of overgeeft. Wanneer je als EHBO’er bij een slachtoffer komt, is hersen- en/of schedelletsel niet altijd direct duidelijk. Neem geen risico en ga van het ergste uit. Is het slachtoffer bij bewustzijn, probeer dan erachter te komen of hij bewusteloos is geweest. Vraag dit na aan de persoon zelf, maar betrek zo mogelijk omstanders hierbij. Probeer te achterhalen wat er is gebeurd en stel de persoon gerust. Schakel professionele hulpdiensten in. Bij een bewusteloos slachtoffer is het belangrijk om de vitale functies blijven te controleren. Naast hersenletsel kan het slachtoffer ook wervelletsel hebben. Door ervoor te zorgen dat het slachtoffer zich niet beweegt, voorkom je dat letsels erger worden.

    Verwerking voor slachtoffer
    Niet aangeboren hersenletsel gaat nooit meer over. Het belangrijkste kenmerk van hersenletsel is de zogenoemde ‘breuk in de levenslijn’. Mensen ervaren hun leven vaak als in tweeën gedeeld: een leven vóór en een leven na het hersenletsel. Hierin verschilt de doelgroep van mensen met een aangeboren beperkingen; mensen met hersenletsel krijgen te maken met verwerkingsproblematiek en moeten hun leven opnieuw en anders vormgeven.

  10. Designerdrug 3-MMC op lijst II van Opiumwet; opluchting voor hulpverleners

    Leave a Comment

    3-MMC komt dit najaar op Lijst II van de Opiumwet. Dat maakte staatssecretaris Blokhuis bekend, kort nadat magazine Eerste Hulp (uitgave april 2021, red.) over de zogenoemde designerdrug schreef. In de media verschenen direct reacties van opgeluchte, vaak moedeloze, ouders én dito hulpverleners. Een van hen is Bianca (24) uit Aalten, die tijdens haar werk als evenementenhulpverlener met eigen ogen zag wat de gevolgen van het gebruik van de drug kunnen zijn. Samen met het slachtoffer, met wie zij nog steeds contact onderhoudt, deed zij aan ons haar verhaal.

    Voor wie de maatschappelijke discussie rond 3-MMC gemist heeft: de drug, die voluit methylmethcathinone heet, is een partydrug die niet alleen legaal, maar ook nog eens goedkoop en makkelijk verkrijgbaar was. De werking ervan lijkt op een combinatie van cocaïne en xtc en is daardoor zeer verslavend. 3-MMC wordt veelal verkocht als kristalvormig wit poeder, dat door gebruikers onder andere wordt opgesnoven. Met name in Oost-Nederland won het spul een aantal jaren geleden in no-time aan populariteit, vooral onder studenten.

    Melanie (23) kwam ook met 3-MMC in aanraking tijdens een huisfeest in studentenstad Zwolle. “Het was in het eerste jaar van mijn studie Finance & Control. Tijdens de Bruisweken (de Zwolse studentenintroductie, red.) werd ik uitgenodigd op een huisfeest van een aantal andere eerstejaars die ik had leren kennen. Als kersverse student was ik niet vies van een feestje en ook het drinken van alcohol was me bepaald niet vreemd. Drugs waren echter altijd een ‘no-go’ geweest. Urenlang hadden mijn ouders mij en mijn broertje aan de keukentafel verteld over de gevaren ervan. Vooral de film Christiane F. – Wir Kinder vom Bahnhof Zoo, die we van mijn vader en moeder min of meer verplicht moesten kijken, had op jonge leeftijd aardig wat angst ingeboezemd.”

    Toch ging Melanie voor de bijl, toen een huisgenoot van een vriendin een zakje witte kristalletjes uit zijn studentenkamer toverde. “Alsof het de normaalste zaak van de wereld was, belandde het spul op een statafel”, herinnert ze zich. “Ondanks dat ik al een aantal biertjes achter de kiezen had, was ik direct alert. Dit is drugs en dat is niet goed, was wat ik dacht. Mijn vriendin, die tijdens de introductieweek slechts een paar mixjes en een enkele peuk had geconsumeerd, griste het zakje van tafel als een hongerige wolf. Ik wist niet wat ik zag. Doodleuk haalde ze een pakje vloeitjes uit haar zak. Bedoeld om de drugs mee in te nemen, zo bleek even later. Al snel werd me duidelijk dat dit niet haar eerste keer was.”

    Het is toch gewoon legaal?
    “Haar huisgenoot, een ouderejaars van een andere hogeschool in de stad, maakte behendig een aantal kleine propjes van de vloeitjes, gevuld met een klein beetje 3-MMC. De vorm deed me denken aan de knalerwtjes die mijn broertje tot vervelens toe naar me had gegooid als kind. Ik telde het aantal minipakketjes dat op tafel lag en keek om me heen. ‘Ho, wacht even jongens’, zei ik, ‘Mij niet gezien’. Mijn vriendin, die ik tijdens de introductieweek nog had getroost vanwege een weinig zeggende sneer die ze kreeg van een populair dispuutmeisje, keek me ineens heel arrogant en met opgetrokken wenkbrauwen aan. ‘Het is toch gewoon legaal?’, sprak ze ongemakkelijk hard. ‘Legaal’ dacht ik nog bij mezelf, hoe dan? Haar huisgenoot liet me op zijn smartphone doodleuk de webshop zien waar hij het spul besteld had. In het Nederlands en met smileys nota bene, alsof hij zojuist het webadres van een speelgoedwinkel had ingetypt.”

    Met enige tegenzin, maar naar eigen zeggen bezweken onder de groepsdruk en gek genoeg ook enigszins gerustgesteld door de Nederlandstalige webshop, nam Melanie haar eerste dosis. “Die eerste keer was – hoe jammerlijk achteraf – direct een succes. We dansten tot de zon op kwam en ik herinner me hoe intens ik de muziek, die uit een lullige bluetoothspeaker uit de hoek kwam, op dat moment beleefde. De huisgenoot die ons die avond van 3-MMC had voorzien, werd die nacht – of eigenlijk ochtend – ook nog eens mijn bedpartner. Want zin hebben in seks – ik schaam me terwijl ik dit zeg – is óók een effect van de drug. Enfin, deze eerste ervaring was goed. De kater die ik de volgende middag had weet ik aan de biertjes die ik vóór het gebruik had gedronken en nam ik dus voor lief. Het euforische gevoel dat ik had ervaren van een middeltje dat ook nog eens volkomen legaal was, deed me verlangen naar meer. En meer werd helaas heel veel meer. Weekend na weekend, maar ook een doodgewone doordeweekse avond, stond in het teken van een ‘Poesje’ of ‘Bommetje’, zoals we 3-MMC inmiddels haast liefkozend waren gaan noemen.”

    Het vele feesten had inmiddels ook zijn uitwerking op haar studieprestaties. “Een prikkelbaar humeur, moeite met concentreren, onverwachts zweten en een sterk verminderde eetlust weet ik aan het bijna structureel nachtelijk doorhalen. Mijn ouders merkte op een zeker moment ook op dat ik behoorlijk was afgevallen, maar concludeerden zelf grappend dat dat vast kwam door de ‘gezonde’ maaltijden die in mijn studentenhuis doorgaans geserveerd werden. Wat zij niet wisten, was dat ik op dat moment al lang niet meer naar een feestje kon zonder 3-MMC te gebruiken.”

    Festivalzomer
    Nadat ze met de spreekwoordelijke hakken over de sloot haar propedeusejaar afrondde, brak een voor studenten langverwachte festivalzomer aan. Die feest-tweemaanden vingen aan met een bekend 4-daags festival dat iedereen die studeert in Noord- en Oost-Nederland mee wil maken.“Het hoogtepunt van dat festival was voor mij een optreden van de band waarvan ik al sinds mijn jeugd fan was. Helaas veranderde dat hoogtepunt al snel in een groot dieptepunt door, jawel, overmatig gebruik van 3-MMC in combinatie met te veel bier. Althans, dat is wat me later is verteld door de artsen in het ziekenhuis, waar ik wakker werd nadat ik letterlijk ‘out’ was gegaan.”
    En dan komt Bianca in beeld. Althans, iets eerder, want zij is degene die Melanie op die bewuste zomeravond in haar EHBO-tent onder ogen krijgt. Het is haar dan nog niet duidelijk dat het om haar oud klasgenoot van de middelbare school gaat. “Zo gehavend was ze”, aldus Bianca. “Ze kwam binnen, ondersteund door een mannelijke festivalganger en een collega-hulpverlener, met nog een aantal nauwelijks aanspreekbare mensen die zich met hun grote pupillen stotterend voorstelden als haar vrienden. ‘Nou, dacht ik nog, fijne vrienden als die je zover hebben laten gaan’. Toen ik Melanie’s ogen weg zag draaien en ze haar behoefte deed zonder dat zelf door te hebben, wist ik direct dat het foute boel was. Mijn collega sommeerde de andere festivalgangers de omgeving te verlaten, terwijl ik Melanie in een stabiele zijligging legde. Net toen ik een andere hulpverlener wilde vragen om versterking van de ambulance in te schakelen, verloor ze haar bewustzijn. Ik checkte haar pols en legde mijn hand op haar voorhoofd. Ze voelde ontzettend warm aan, ongewoon warm eigenlijk. Dit kwam niet door het drinken van een biertje teveel, dat wist ik gelijk.”

    En toen pas kwam het besef dat dit slachtoffer een leeftijdsgenoot was, iemand die ze zowaar kende van school. “Als hulpverlener ben ik gewend om een knop om te kunnen zetten als haast geboden is, daardoor had ik Melanie aanvankelijk niet herkend. We waren weliswaar ook nooit echt vriendinnen geweest, maar toch ging er een schok door me heen. Vooral toen het ambulancepersoneel arriveerde en Melanie nog steeds niet volledig bij kennis was geweest. Ik vreesde dan ook het ergste toen ik haar op de brancard zag liggen.”

    Kunstmatige coma
    Melanie kwam gelukkig weer bij, al was dat pas na drie onzekere dagen. Bijna drie hele etmalen lag de jonge twintiger letterlijk te ontgiften, terwijl artsen haar in een kunstmatige coma hielden. “Mijn lichaam was simpelweg te zwak”, weet ze uit de verhalen van het verzorgend personeel en haar ouders. “Een plotselinge en extreme verhoging van mijn lichaamstemperatuur in combinatie met een veel te hoge bloeddruk waren indicatoren dat mijn lichaam heel hard moest werken tegen de drugs. Omdat men bang was dat ik een hartstilstand zou krijgen, werd daarom besloten om me in slaap te brengen.” Terwijl ze het vertelt, verschijnen er tranen in haar ogen en niet veel later ook in die van Bianca. “Als ik nú terugdenk aan wat ik mijn familie op dat moment heb aangedaan, dan krijg ik rillingen van top tot teen”, vervolgt ze. “In de eerste uren na mijn opname hebben ze letterlijk tussen hoop en vrees gezweefd. Hoe heb ik ze dat ooit aan kunnen doen…”
    Bianca legt een hand op haar knie en probeert haar te troosten door te vertellen dat dit soort situaties voor evenementenhulpverleners haast dagelijkse kost zijn op grotere festivals; om daar vervolgens resoluut aan toe te voegen dat 3-MMC absoluut verboden moet worden en nooit meer van ‘die lijst’ (Lijst II van de Opiumwet, red.) af mag. Melanie knikt instemmend. De twee hebben elkaar sinds de gebeurtenis al een aantal keer gesproken. “Ik zocht haar op via Facebook”, vertelt Bianca. “Aanvankelijk heb ik daar sterk over getwijfeld, omdat ik vind dat zoiets vanuit professioneel oogpunt niet oké is. In de dagen nadat Melanie werd meegenomen door de ambulancebroeders, flitste ze echter steeds door mijn hoofd. Ik struinde de websites van lokale nieuwsmedia af om iets over het voorval te lezen, vrezend voor het ergste. Omdat we elkaar toch al kenden uit onze middelbare schooltijd, besloot ik haar uiteindelijk een vriendschapsverzoek te sturen. Ik was ontzettend opgelucht toen ze dat verzoek vrijwel direct accepteerde.” “Zelf dacht ik alleen ‘Hé, die ken ik’, niet wetende dat Bianca me als eerste had opgevangen na de vergiftiging”, vervolgt Melanie. “Om met haar over die avond te spreken – in eerste instantie digitaal – was erg confronterend, maar ergens ook verhelderend.”

    Voorlichting
    Voor beide jonge vrouwen zorgde hun contact ervoor dat een nare ervaring uiteindelijk op een fijne manier kon worden afgesloten. Inmiddels heeft Melanie 3-MMC helemaal afgezworen en heeft ze zich – het zij met online lessen – weer volledig gestort op haar studie. Daarnaast hebben de twee het al eens over gehad om, wanneer Melanie daar klaar voor is, op middelbare scholen voorlichting te gaan geven over wat hen is overkomen, elk vanuit hun eigen perspectief. Zo krijgt een negatieve gebeurtenis in de nabije toekomst misschien toch nog een positieve ‘bijwerking’.

    Bianca en Melanie zijn gefineerde namen. De echte namen zijn bij de redactie bekend.

Word nu lid van de Nationale Bond EHBO

Schrijf je hier in